Hubert van Humbeeck

Op 1 mei 2004 krijgt de Europese Unie tien nieuwe leden. Turkije is daar nog niet bij, terwijl het zo graag zou willen. Conventievoorzitter Valéry Giscard d’Estaing liet zelfs verstaan dat, als het van hem afhangt, het er nooit van komt.

Het was zonder meer een klap in het gezicht van alle Turken. Zeker ook van de miljoenen die al sinds enige decennia in West-Europa leven. ‘De toetreding van Turkije betekent het einde van de Unie zoals ik ze ken’, zei Giscard. ‘Je kunt niet onderhandelen over het dagelijkse leven van de Europeanen met landen die er een andere cultuur, een andere levenswijze op na houden.’

In de Europese Conventie die hij voorzit, zetelen nochtans Turkse vertegenwoordigers. Die hebben daar hun plaats omdat Turkije drie jaar geleden in Helsinki als kandidaat-lidstaat is aanvaard. Het moet nu, zoals de andere kandidaten, voldoen aan de zogenaamde criteria van Kopenhagen. Die hebben te maken met het respecteren van democratische spelregels, persvrijheid, bescherming van minderheden, het organiseren van een open economie, enzovoort.

Ankara moet in de eerste plaats een datum krijgen, waarop onderhandelingen over toetreding kunnen beginnen. Dat moment is door Brussel totnogtoe altijd uitgesteld. De leider van de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP), die enkele weken geleden de Turkse verkiezingen won, Recep Tayyip Erdogan, was precies in verband daarmee vorige week nog in Brussel. Erdogan ontkent dat de AKP een ‘moslimpartij’ is. ‘Wij zijn een conservatief-democratische partij’, zegt hij. ‘Geen enkele politieke partij kan zich op de islam beroepen, aangezien die niet met politiek vandoen heeft.’ Turkije heeft inderdaad een lange traditie van scheiding van kerk en staat.

De onverwachte uitval van Giscard kreeg hier en daar bijval. Maar er klonk op veel plaatsen ook verontwaardiging. De repliek van Guy Verhofstadt (VLD), bijvoorbeeld, was hard. De premier ontwikkelde voor het Europacollege in Brugge zijn ideeën over Europa. Hij noemde de discussie over de grenzen van Europa, zoals ze door Giscard werd gevoerd, een ‘vals debat’. ‘Sommigen dromen van een monocultureel Europa’, zei hij, ‘maar die redenering is absurd.’

Voormalig premier en minister van Buitenlandse Zaken Mark Eyskens (CD&V) herinnert zich nog hoe hij in het begin van de jaren ’70 aan de universiteit van Istanbul sprak, terwijl er op de vier hoeken van het campusplein tanks stonden opgesteld. Het Turkse leger greep toen regelmatig de macht. Het land heeft sindsdien een lange weg afgelegd. ‘Wat Giscard vertelde, kan niet’, zegt Eyskens nu. ‘De toetreding van Turkije staat niet op de agenda van de Conventie. Het religieuze argument is onaanvaardbaar. De partij die de verkiezingen won, verwijst in haar betoog ook niet naar de islam op zichzelf, maar naar een bepaalde levenswijze. Dat is wat de christen-democratie in West-Europa al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog doet.’

‘De reactie van Verhofstadt was juist. Hij herinnerde er ook correct aan dat er in het grote Ottomaanse Rijk altijd plaats was voor christelijke gemeenschappen die hun godsdienst ongemoeid konden beoefenen. We moeten Turkije de kans geven om met ons aan de democratie te werken, en dan is er geen enkel argument meer om ze te weigeren. Geef ze nog zes maanden of een jaar de tijd, en ga dan met hen praten.’

SP.A-senator Fatma Pehlivan is een Belgische van Turkse afkomst en ze pleit ook voor meer tijd. ‘Er zijn in Turkije nog maar net een aantal belangrijke wetten goedgekeurd. Het effect daarvan kan nog niet zichtbaar zijn. Maar de reactie daarop zou eigenlijk positief moeten zijn, aanmoedigend. We mogen het land niet aan zijn lot overlaten. Het moet in principe kunnen toetreden, het klopt al zo lang aan de deur. Al lang voor er sprake was van de landen van het voormalige Oostblok. Het heeft nu het statuut van kandidaat-lidstaat, daar kan de EU niet meer onderuit.’

‘Bovendien is ook Europa geen christelijke burcht meer. Het christendom heeft het monopolie niet op de verdediging van humanitaire waarden. De scheiding van kerk en staat werd in Turkije in de jaren ’20 van de vorige eeuw ingevoerd. Ook de partij die nu net de verkiezingen heeft gewonnen, aanvaardt dat.’

VISIE OP HET MIDDEN-OOSTEN

Zowel Mark Eyskens als Fatma Pehlivan leggen de nadruk op het belang van de rol die Turkije kan spelen als brug tussen Europa en Azië en tussen de christelijke wereld en die van de islam. ‘Als Turkije lid wordt van de Europese Unie kan dat een doorbraak betekenen voor onze relaties met de moslimwereld’, doceert Eyskens. ‘Als we ons van die wereld afsluiten, krijgt Samuel Huntingdon gelijk, die een oorlog tussen de beschavingen voorspelde. En dan wordt de planeet onleefbaar. Kent Turkije nog een achter-stand? Toen Spanje en Portugal lid werden, was dat voor die landen ook het geval. Mag ik er overigens op wijzen dat er vóór Turkije sowieso een ander moslimland tot de Unie toetreedt: Bosnië.’

‘De houding van Giscard zet het hele Midden-Oosten voor schut’, stelt Pehlivan. ‘De voorzitter van de Conventie is helemaal uit zijn rol gevallen. Hij zou eigenlijk gedwongen moeten worden om ontslag te nemen uit zijn functie. Europa heeft geen visie op dat deel van de wereld. De Verenigde Staten hebben dat wel. Het zou in het belang van de Europese Unie zijn om zo’n visie te ontwikkelen, en Turkije kan daarbij helpen. Het heeft allemaal al veel te lang geduurd. Turkije moet ook steun krijgen om de criteria te kunnen halen. Zoals Griekenland, na de val van het kolonelsregime.’

‘Als we dit onhandig aanpakken’, besluit Mark Eyskens, ‘zullen we daar de prijs voor betalen. We moeten ermee ophouden Europa te definiëren in termen van geografie. De vraag naar de grenzen van Europa is even zinloos als die naar de grenzen van het heelal. Ik sprak niet zo lang geleden met mijn oud-sovjetcollega Edvard Sjevardnadze, die nu president is van Georgië. Sjevardnadze is ervan overtuigd dat zijn land bij Europa hoort. Er bestaat geen mooiere Europese renaissancestad dan uitgerekend Sint-Petersburg. Europa gaat over waarden, over een wereldbeeld. Het klopt dat daar voor sommigen ook een godsbeeld bij hoort. Als we een formule zouden vinden om al die dingen bij elkaar te brengen, zou dat toch geweldig zijn.’

‘Ik denk daarbij ook vaak aan Thomas Jefferson, die president van de Verenigde Staten was rond het jaar 1800. De VS telde toen dertien lidstaten. Jefferson zou iedereen gek hebben verklaard, die hem toen zou hebben verteld dat zijn Amerika honderd jaar later vijftig lidstaten zou tellen. En dat daarbij staten zouden zijn, die op dat moment deel uitmaakten van een ander land – zoals bijvoorbeeld Texas. Onze verbeelding schiet altijd tekort. We gaan naar een stapsgewijze eenmaking van de wereld. De grenzen vervagen. En binnenkort verdwijnt de laatste barrière: die van de taal. Kleine, handige en handelbare computers zullen ons elke taal laten spreken en begrijpen die we maar willen.’

Hubert van Humbeeck

‘De vraag naar de grenzen van Europa is even zinloos als die naar de grenzen van het heelal.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content