Bij de regeringsonderhandelingen wordt de financiële participatie van de werknemers een heet hangijzer.

Het lijkt de omgekeerde wereld wel. De ondernemingen willen de werknemers geld toeschuiven en de vakbonden willen het niet. Maar er valt niet meer aan te ontsnappen: de werknemers zullen het systeem van de financiële participatie willens nillens moeten aanvaarden. Volgens eerste minister Jean-Luc Dehaene komt er daarover een doorbraak bij de regeringsonderhandelingen na de verkiezingen. De premier heeft de jongste jaren al een paar keer een koninklijk besluitje geprobeerd, maar de socialistische coalitiepartners blokkeerden de werknemersdeelneming in de kabinetsraad.

Dehaene herhaalde zijn voorspelling op het congres in Antwerpen van het Verbond van Christelijke Werkgevers en Kaderleden. Het VKW bewees daar dat werknemersparticipatie de werkgevers na aan het hart ligt. “Tijd om te ondernemen”, luidde het congresmotto. Maar de deelnemers debatteerden minder over de 24-ureneconomie en het ethisch ondernemen, dan wel over de participatie. Een jaar geleden al verhief het Verbond van Belgische Ondernemingen het thema tot prioriteit.

Die bezorgdheid heeft vele oorzaken. De populaire leer van het deugdelijk bestuur – corporate governance – slaat, in zijn meer progressieve versie, niet alleen op de zorg voor de aandeelhouders. Ze beveelt ook een grotere betrokkenheid van de werknemers in hun onderneming aan. Temeer nu de winstcijfers stijgen en de beurskoersen nog meer. In de informatiesector is het aandeelhouderschap van de werknemers de courante bindingstechniek aan de onderneming. En ook elders blijkt ze dienstig bij een krappe arbeidsmarkt. Specifiek voor België is dat de werkgevers last krijgen met de verloning van hun werknemers. Na jaren van loonblokkering en loonmatiging groeit onder de werkgevers het gevoelen dat zij hun gemotiveerde medewerkers niet meer rechtvaardig kunnen verlonen.

Voorzitter Norbert Van Broekhoven onderstreepte dit op zijn VKW-congres: “Het is niet alleen diegene die kapitaal inbrengt, die daar een opbrengst van mag zien. Ook wie kennis en talenten ten dienste stelt van het bedrijf, mag delen in de financiële opbrensten die gegenereerd worden.” Iemand in de congreszaal formuleerde het origineler: de werknemers hebben recht op een “millenniumbonbon”.

WIJ REGELEN DAT ONDER MEKAAR

Over werknemersparticipatie bestaat veel onduidelijkheid. De ene keer slaat het op deelname van de werknemers aan het kapitaal van de onderneming, de andere keer op deelname in de winst. Sommigen bedoelen er zelfs aandelenopties mee, waarvoor de nieuwe fiscale regeling zopas in het Staatsblad verscheen. Hoewel ook de werkgevers dat toejuichen, kunnen stock options nauwelijks participatie heten. Het zijn premies voor de topmensen in een onderneming: het recht om goedkoop aandelen te kopen en ze later tegen de duurdere beurskoers te verkopen.

De vakbonden willen van financiële participatie niets horen. ACV-voorzitter Willy Peirens maakt er zich ronduit zenuwachtig over. Het zijn niet de luttele aandelen van de werknemers die hen inspraak in hun onderneming geven – dat zouden zij op basis van hun arbeid moeten hebben. De participatie vervalst het loonbeleid en ze breekt de solidariteit voor de sociale zekerheid.

Dat net het Verbond van Christelijke Werkgevers de werknemersparticipatie bepleit, is niet verwonderlijk. De vereniging koestert de individuele verantwoordelijkheid van de werkgever, die ethisch onderneemt en sociaal hoogstaande relaties onderhoudt met zijn medewerkers. Om die reden heeft het VKW het moeilijk met het collectief sociaal overleg op nationaal vlak en in de bedrijfstakken. Ondernemingsakkoorden genieten veruit de voorkeur, ook voor de werknemersparticipatie. “Wij zijn als ondernemers het best geplaatst om met onze mensen te praten”, betoogt voorzitter Van Broekhoven. Collectieve akkoorden daarover heeft hij niet van doen, ze kunnen trouwens nooit lukken. Van Broekhoven: “De vakbonden willen liefst van al zelf directeur en aandeelhouder spelen.”

Aan die moliculisering van het sociaal overleg kunnen de werknemers van goed draaiende ondernemingen en met liefst een werkgever die lid is van het VKW, inderdaad hun voordeel doen. De anderen vallen, zonder de kracht van het collectief overleg, buiten de prijzen. Zo leidt financiële werknemersparticipatie tot een grotere dualisering in het loonbeleid. Grotere ondernemingen staan er open voor. Kleine en middelgrote werkgevers zitten er niet op te wachten, zoals blijkt uit de afstandelijke standpunten van de middenstandersvereniging NCMV. En ambtenaren en werknemers in de non-profitsector hoeven per definitie niet op het financieel voordeel van de participatie te rekenen.

Maar wat heeft uiteindelijk de regering met werknemersparticipatie te maken? Tenslotte kost ze de overheid geld, aangezien ze zachte regelingen moet toestaan voor de belastingen en de sociale bijdragen. Anders is het sop de kool nietwaard.

G.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content