“Het reglement is God en het ambtenarenstatuut is zijn profeet.” De Antwerpse schepen André Gantman (VLD) hoopt dat minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche (SP) de vaste benoeming op de helling zet.

Tweeëneenhalf jaar geleden reorganiseerde de stad Antwerpen haar administratieve diensten. Daarmee maakte de bonte coalitie (SP, VLD, CVP, VU, Agalev) ook een einde aan de politieke benoemingen. Dat was hoog gegrepen in een stad waar de traditionele coalitie van socialisten en christen-democraten in jaren de sovjetleiding naar de kroon had gestoken en waar volledige afdelingen van de administratie exclusief aan één partij werden toegewezen. Zo was de haven de speelvijver van de CVP en het stedelijk onderwijs die van de SP.

Omwille van partijbelangen kwamen er altijd nieuwe jobs bij. Het motto was onveranderlijk: niet de dienstverlening, maar de ambtenaar staat centraal. Die ambtenaar kon zich vooral onderscheiden door de talloze al dan niet zinvolle regeltjes tot in de puntjes uit te voeren. Of daar iemand beter van werd, was onbelangrijk. “Het reglement was God en het ambtenarenstatuut zijn profeet”, zegt André Gantman (VLD), schepen voor Personeelszaken. Het is een variant op wat federaal minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche (SP) onlangs omschreef als “de parafencultuur”.

Bij de reorganisatie in Antwerpen daalde het aantal functies van 430 naar 30. De zestig departementen werden teruggebracht tot negen bedrijfseenheden, geleid door directeuren met een tijdelijk mandaat. Alles loopt nog niet van een leien dakje, maar Gantman vindt dat er op korte termijn een hele weg is afgelegd. De schepen botste met zijn ingrepen ook op de grenzen van het systeem. Hij bestempelt het ambtenarenstatuut als een hinderpaal voor verdere modernisering.

“Dat het zo misliep met onze overheidsdiensten, is vooral de schuld van de politici”, weet Gantman. “Het is dan ook een politieke opdracht om ons openbaar bestuur te moderniseren in het belang van de burger. De belastingbetaler is behalve klant ook de enige aandeelhouder van het openbaar bestuur.”

Gantman wil een overheid met een groot rendement. “Dat is het minste dat je mag vragen van de tienduizend mensen die de Antwerpse bevolking jaarlijks twaalf miljard frank kosten.” De schepen denkt dat de meeste ambtenaren bereid zijn om zich in te zetten. Maar de structuren zijn te zwaar. Het personeel is overbeschermd, vindt de liberale politicus.

HISTORISCH COMPROMIS

“We kunnen ambtenaren onvoldoende beoordelen en missen de instrumenten om hen te belonen voor hun werk. Dan heb ik het niet over de duizend frank die ze nu kunnen opstrijken bij een positieve beoordeling. Bij opeenvolgende negatieve evaluaties kunnen we zelfs mensen ontslaan, maar in de praktijk werkt dat niet.”

De personeelsformatie is te statisch. Ze wordt vastgelegd door de gemeenteraad en bekrachtigd door de Vlaamse overheid. Maar het is de provincie die toekijkt op indienstnemingen en bevorderingen. “Kafkaiaans” noemt Gantman deze gedeelde voogdij, die mogelijk ongedaan wordt gemaakt als de conferentie over de staatshervorming zoals aangekondigd praat over de defederalisering van de gemeentewet.

“Met onze strakke personeelsformatie kunnen we niet inspelen op nieuwe behoeften. Alles ligt vast: het aantal ambtenaren, hun taak en hun bezoldiging. Vooral voor de topplaatsen is er een groot verschil met wat mensen in de privé-sector kunnen verdienen. Voor alles zijn er bovendien hopen wetten en reglementen. Alsof onze diensten behoorlijk functioneren als de indienstneming, de benoeming en de bevordering volgens de regels gebeuren.”

De boodschap van Gantman is duidelijk. “Ik hoop dat minister Van den Bossche bij zijn hervorming van de administratie ook het debat over de vaste benoeming durft aan te gaan. Dat moet niet tot nieuwe willekeur van de politici leiden. Maar nu beschermt het statuut de vastbenoemde ambtenaar die niet mee wil en is het een blok aan het been voor wie zich wil inzetten. Het gemeentebestuur staat machteloos tegenover moedwillig en onbekwaam personeel. Het is ook niet omdat we vandaag goede redenen hebben om iemand te bevorderen, dat die over vijf jaar even goed blijft functioneren.”

Of de schepen zijn boodschap ook aan de vakbonden verkocht krijgt? “Toen Guy Lauwers, de topman van de Antwerpse afdeling van de socialistische overheidsvakbond ACOD, voorzitter werd van Greenpeace België, was het een van zijn eerste daden om een onbekwame financieel directeur te ontslaan. Waarom kan dat daar, en niet in een stadsdienst? Misschien komen we met de vakbonden tot een historisch compromis: we behouden de vaste benoeming van het overheidspersoneel, maar we laten de vaste bevordering vallen. Dat zou al een grote stap voorwaarts betekenen.”

P.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content