Rusland is financieel in mekaar gestort. Oplossingen liggen er niet klaar, en de hele wereld dreigt besmet te worden.

Op een goeie week tijd was het debacle compleet. De Russische financiële markt verzwakte en bestaat nu quasi niet meer. De aandelen op de beurs van Moskou verloren tachtig procent van hun waarde. Niemand weet hoeveel de roebel nog waard is. Dat zou officieel zoiets kunnen zijn als 7,86 roebel voor één dollar, maar de banken bieden er elf of twaalf en in de zwarte geldhandel, die prompt weer tot leven kwam, geven illegale speculanten twintig roebel en meer voor één dollar.

Rusland voert niet langer een monetair beleid. De centrale bank wil niet meer uit zijn schamele deviezenreserves putten om de munt te ondersteunen, laat na een wisselkoers te fixeren, trok zich uit de interbankenmarkt terug en blokkeert zelfs valutatransacties. En als om de hele wereld goed duidelijk te maken dat de Russische Federatie op droog zaad zit, zette interim-premier Viktor Tsjernomyrdin een moratorium op de buitenlandse schuld. Wat een schuldherschikkingsoperatie genoemd wordt, bestaat erin dat de terugbetaling van Russische schatkistcertificaten aan buitenlandse investeerders met drie tot vijf jaar is uitgesteld. De omwisseling ervan in dollar is bovendien strikt beperkt, wat voor de banken die geld leenden aan Moskou, regelrecht leidt tot een verlies van tegen de zeventig procent. Dat er in de internationale financiële wereld nog een schijntje vertrouwen in Rusland zou overblijven, is dan ook een grove overdrijving.

Wat de calamiteit plots veroorzaakt, is niet duidelijk. Dat Moskou niet fatsoenlijk zijn belastingen kan innen, dateert niet van gisteren. Evenmin nieuws is de instorting van de prijzen van olie en gas, ’s lands belangrijkste exportproducten. Om vage redenen raakten de over hun toeren draaiende financiële markten in paniek over de nochtans al een jaar aanslepende Azië-crisis en haalden zij massaal hun centen uit de Russische “groei-economie” terug. Daar is Moskou niet tegen opgewassen.

Hoe dan ook viel de ineenstorting van het Russisch financieel bestel niet te vermijden. De overgang van de centrale planeconomie naar de vrije markt verloopt er chaotisch. De Russische staat geeft forfait voor de meest traditionele overheidstaken.

Ook nu staat het Kremlin niet met een aanvalsplan klaar. Het tegenspartelend parlement, de Doema, waarin voormalige communisten en extreme nationalisten de meerderheid hebben, grijpt terug naar de oude bekende oplossingen: roebels drukken en zo de inflatie opstuwen, financiële markten herreglementeren, prijscontroles invoeren, sommige economische sectoren hernationaliseren.

Daar is het Westen doodsbang voor. Niet alleen brengt de Russische malaise, in het zog van de inzinking in Azië, de hele wereld op de rand van een financiële crisis. De neo-communistische remedie zou ook een internationale politieke crisis kunnen ontketenen. Amerika en Europa stuurden Moskou dringende boodschappen met de oproep het economisch hervormingsbeleid voort te zetten. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) moet de Russen helpen, maar een eerdere megalening hielp ook al niets en het Fonds put al uit zijn reserves.

ER DREIGT VOEDSELTEKORT

Terwijl nergens nog een schijn van oplossing gloort, groeit grote nood onder de Russische bevolking. Dat levert spectaculaire televisiebeelden op van massa’s Moskovieten die bij de gesloten banken alsnog wat van hun spaargeld uit de brand pogen te slepen vooraleer het helemaal niets meer waard is. Of die in rijen aanschuiven voor een nieuw tv-toestel of koelkast bij wijze van devaluatievrije investering. Intussen springen de prijzen de pan uit. Humanitaire organisaties waarschuwen dat het land straks voedsel en geneesmiddelen tekortkomt. Rusland voert een derde van zijn voedsel en twee derden van zijn medicijnen in en heeft daar nu het geld niet meer voor.

De buurlanden Oekraïne en Wit-Rusland zijn al door de crisis besmet, andere kunnen volgen. De vrees leeft dat de landen van Latijns-Amerika de volgende dominostenen van het internationaal financieel spel zijn, die zullen vallen. Het Internationaal Monetair Fonds heeft de Zuid-Amerikaanse ministers van Financiën naar Washington ontboden voor overleg. Volgens het IMF bestaat er een serieus risico dat de panikerende investeerders zich uit Brazilië, Argentinië, Chili enzovoort terugtrekken. En op de achtergrond doemt de schrik voor China op: kan Peking zijn economie en zijn munt handhaven in deze nieuwe context?

Uiteindelijk leidt een en ander tot een vertraging van de wereldeconomie. Na eerdere ontkenningen en sussende cijfers bekent de Nationale Bank van België nu dat het groeitempo van de Belgische economie de komende maanden zal vertragen. Daar draagt de Azië-crisis de schuld van. Een economische groei van 2,7 procent dit jaar zou al proper zijn, maar bedraagt wel 0,2 procent minder dan verleden jaar. Met Rusland doet België niet veel zaken, maar met Duitsland des te meer. Precies de oosterburen worden het hardste door de Russische crisis getroffen. De Duitse banken gaan er veel verliezen, de exporterende ondernemingen mogen inbinden.

De overgewaardeerde westerse aandelenbeurzen hebben dus blijkbaar hun feest achter de rug. De koersen verliezen overal terrein. In Brussel gaat de Bel20-index met de belangrijkste aandelen erop achteruit. Vooral de “nieuwe beleggers” incasseren snel de koerswinst van de jongste maanden en jaren, terwijl institutionele beleggers alsnog het hoofd koel houden. De obligatiehandel bloeit weer op, al is de rente erop historisch laag.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content