Duur maar niet duurzaam

De ecologische voetafdruk van België behoort bij de slechtste van alle OESO-landen. © PIETER JAN VANSTOCKSTRAETEN/PHOTO NEWS
Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Weinig OESO-landen geven hun belastingbetalers zo weinig duurzame waar voor hun geld als België, zo blijkt uit een vergelijking van het beurshuis Petercam.

Hoe duurzaam is de ontwikkeling van een ontwikkeld land? Dat is de uitgangsvraag van de economen van de Brusselse beursmakelaar Petercam bij het analyseren, twee keer per jaar, van de lidstaten van de OESO, de club van de geïndustria-liseerde landen van deze wereld. De economen bestoken de OESO-landen met niet minder dan 55 criteria. Die gaan niet alleen na hoe goed het leven in die landen vandaag is (milieu, transparantie, gezondheidszorg, opleiding, economie), maar ook of ze inspanningen leveren om hun positie te behouden of te verbeteren.

Wat ze bij Petercam uiteindelijk willen weten, is welke landen ‘investeerbaar’ zijn, dat wil zeggen: van welke landen je mag verwachten dat ze hun staatsobligaties over vijf of tien jaar netjes zullen terugbetalen. Anders gezegd: welke landen in brede zin ‘solide’ zijn. De bovenkant van de rangschikking wordt opvallend gedomineerd door de Scandinavische landen en Zwitserland, meteen gevolgd (op 7) door Duitsland. Volgens Ophélie Mortier, de econome die de studie redigeert, hangt ons land nu achteraan in het groepje van ‘investeerbare landen’. België zakt van de 12e naar de 13e plek en de voornaamste reden dat de schade nog meevalt, is dat de Belgische rente in de bestudeerde perio-de fors daalde. Mortier constateert dat ons land vooral op milieugebied slecht scoort: de ecologische voetafdruk van België behoort bij de slechtste van alle OESO-landen.

De kwaliteit en soliditeit van de ontwikkeling van landen kan natuurlijk ook afgezet worden tegen de kostprijs ervan. Met andere woorden: tegenover wat de belastingbetalers van een land voor die output betalen. Met die afweging produceert Petercam een tweede rangschikking die ze de ‘waar-voor- je-geld’-index noemen. Zwitserland, dat een fors lagere fiscale druk kent dan de Scandinavische landen, springt in deze tabel naar de eerste plaats. De VS springen hier dankzij hun lage belastingen naar de 10e plaats, ondanks een allesbehalve duurzame ontwikkeling (plaats 28). Voor België daarentegen geldt het omgekeerde: een weinig spectaculaire ontwikkelingsduurzaamheid gecombineerd met een hoge belastinggraad duwt ons land helemaal naar achteren. Alleen Fransen, Italianen, Grieken en Hongaren krijgen volgens Petercam nog minder waar voor hun belastinggeld.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content