Hubert van Humbeeck

Sinds kijkcijfers belangrijk zijn geworden voor televisieprogramma’s, brengen populaire kranten elke week zo’n lijstje van wie het de dagen daarvoor goed heeft gedaan en wie slecht. Daar staat dan een duim omhoog of omlaag bij of een pijl naar boven of naar onder. Die dingen en het belang dat er wordt aan gehecht; programmamakers die nog creatief willen bezig zijn, worden er vaak ziek van.

Als het systeem met die duimen of pijlen voor politieke partijen zou worden gebruikt, zou er achter de naam van de CVP nu zeker een teken staan dat naar beneden wijst. De rustige, zelfverzekerde houding van de nieuwjaarsdagen is nog slechts een verre herinnering. De partij reed het voorbije jaar een bijna perfect parcours en kon alle verwezenlijkingen van de regering op haar conto bijschrijven – tot en met het Octopusakkoord toe. Toch rollen een aantal christen-democratische bonzen nu vechtend over de straat, onder de verbaasde blik van de burger die weinig meer kan doen dan gegeneerd de andere kant opkijken.

Het is soms grappig hoe de Vlaamse en de federale instanties van de CVP over de golven van de communautaire kwestie surfen. De partij vindt altijd wel een hoedje dat bij de gelegenheid past: nu de Belgische driekleur, dan de Vlaamse leeuw. Of hoe de coalitiepartner soms het bloed van onder de nagels wordt gepest, omdat er altijd wel een paar CVP’ers op zijn tenen willen gaan staan terwijl de partij zelf buiten schot blijft. Denk, bijvoorbeeld, aan de asielzoekers.

Het spektakel dat de voorbije dagen werd opgevoerd, is dat stadium voorbij. Dit is niet meer grappig. Nu spreekt de taal van de macht, en die klinkt hard en ruw. Ze zijn wel wat van hem gewend, maar de manier waarop Jean-Luc Dehaene op bezoek in Zuid-Afrika journalisten-met-vragen van voor zijn voeten wegschoffelde, wees op zwaar onweer.

In het oog van de storm staat Wilfried Martens. Hij wou nog graag een keer lijsttrekker zijn bij de Europese verkiezingen, maar de CVP heeft die plek gereserveerd voor arbeidsminister Miet Smet. Dat pikt hij niet en dus slaat hij wild om zich heen.

Martens heeft zijn partij en de christen-democratie onmiskenbaar diensten bewezen. Maar verdiensten uit het verleden worden in de politiek zelden in rekening gebracht. Met al de ervaring waarop hij zich beroemt, had Martens dat ook moeten weten: hij heeft precies dit spel zelf lang genoeg op hoog niveau gespeeld. Andersom had ook de CVP haar gewezen voorzitter en eerste minister beter moeten kennen. Toen hij in 1992 niet terugkeerde in de regering en geen andere hoge functie aangeboden kreeg, was hij al niet spaarzaam met cynische kritiek op partijgenoten en voormalige collega’s. Dat zal wel meespelen bij de vaststelling dat er nu in de gelederen weinig compassie met hem is.

Voor alle duidelijkheid: de barre ruzie in het christen-democratische huishouden gaat niet over het aantal vrouwen op de lijsten, het quotum jongeren of welke andere lippendienst er ook aan de zogenaamde vernieuwing wordt beleden. Op het moment dat Johan Van Hecke er zich twee weken geleden in een interview nog maar eens op beriep dat hij de rol van de standen in de CVP als voorzitter had gefnuikt, maakten die zich op voor een harde slag om hun plaatsen op de lijsten. Ze zijn daarover in ieder geval niet luidop terechtgewezen. Over inhoud hebben de protagonisten in de huidige twist overigens nog met geen woord gerept.

Al vroeg in zijn carrière koos Wilfried Martens voor de macht. De prijs die hij daarvoor betaalde, was simpel de inhoud van zijn politieke boodschap. Typisch voor hem is wat hij in de vijf, zes jaar van zijn voorzitterschap met de Europese Volkspartij heeft gedaan. Hij maakte van de EVP een sterke fractie in het Europees Parlement. Straks misschien sterker dan die van de socialisten. Daarvoor was wel nodig dat allerlei conservatieve groepen bij de partij werden aangesloten – zodanig dat veel echte christen-democraten zich nog nauwelijks in het gezelschap thuis voelen.

Wat er ook wordt verteld, de realiteit is eenvoudig deze: de rol van Wilfried Martens in de Belgische politiek is uitgespeeld. In een partij zoals de CVP wil dat zeggen: wie in de weg staat, moet opzij. Het meest pijn doet daarbij wellicht dat hij dat moment zelf niet heeft zien aankomen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content