Ondanks de aanhoudend hoge olieprijzen en de voortdurende dreiging van het internationale terrorisme heerst er op het economische front toch optimisme. Flinke groei en lage inflatie, zo luidt de consensusprognose, zullen ook 2005 kenmerken. Voor het geheel van de wereldeconomie verwachten instanties als het Internationaal Muntfonds (IMF) 4,3 procent economische groei. Het voorbije decennium deden we slechts in 2000 en 2004 iets beter. Ook België scoort behoorlijk met een groeiverwachting van 2 à 2,5 procent.

In diezelfde consensusvisie komt de grootste bedreiging voor het rooskleurige scenario vanuit de Verenigde Staten, meer bepaald als gevolg van het enorme tekort op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans. Dat deficit beliep in 2004 650 miljard dollar en zal dit jaar aanzwellen tot 700 of misschien wel 800 miljard dollar. Die bedragen geven aan hoeveel de Amerikanen, particulieren én overheid samen, vandaag boven hun stand leven.

Ter financiering van dat gigantische tekort moeten de Amerikanen een gelijkaardig bedrag aan kapitaal uit de rest van de wereld aantrekken. Concreet betekent dat dat er per werkdag bijna 4 miljard dollar naar de VS moet worden getransfereerd. De jongste maanden kwam die kapitaalstroom ter financiering van de Amerikaanse deficits vooral uit Azië, meer bepaald China. Waarom doet China dat? Om te voorkomen dat zijn munt ten opzichte van de dollar zou opwaarderen, aangezien dan de Chinese export richting VS in moeilijkheden zou raken. Aan die export naar de VS hangen in China miljoenen jobs vast. De regering in Peking wil tot elke prijs sociale onrust voorkomen.

De houding van de Chinezen ten aanzien van hun wisselkoers tegenover de dollar heeft wereldwijde repercussies. De correctie van het gapende tekort op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans vereist hoe dan ook een afwaardering van de dollar. Door het koppelingsbeleid van China kwam de dollardevaluatie tot nu toe vooral op de nek van de euro terecht. De alsmaar toenemende bindingen tussen de Aziatische economieën én het toenemende belang van China binnen de intern-Aziatische markt maakt immers dat ook de meeste andere landen van het gele continent zich aan het Chinese muntbeleid moeten vastklampen.

De afwaardering van de dollar tegenover de euro beliep de voorbije drie jaar ruim 40 procent. Volgens de meest gebruikelijke vuistregel kost elke dollardepreciatie met 10 procent de eurozone 0,4 procent economische groei. Een verder doorgedreven dollarval – bijvoorbeeld van de huidige 1,32 dollar voor 1 euro naar 1,50 dollar – zou de economische groei in euroland dus stevig in de wielen rijden. Voor België zou dat onder meer betekenen dat het een verbetering van de werkgelegenheidsperspectieven kan vergeten en dat het al zo precaire budgettaire evenwicht opnieuw onder druk komt.

Uit gesprekken in Washington met verantwoordelijken van onder meer het IMF en de Federal Reserve (de Amerikaanse centrale bank) bleek dat er, weliswaar nog schuchtere, pogingen ondernomen worden om tot een beleidsdrieluik op internationaal niveau te komen. De VS zouden zich daarbij verbinden tot een heuse vermindering van het begrotingstekort gekoppeld aan een geleidelijk strenger monetair beleid. In Azië zou men streven naar een soort van collectieve revaluatie ten aanzien van de dollar. Europa zou structurele hervormingen verbinden aan het beleid van de Europese Centrale Bank dat zeker niet zou verstrakken, misschien zelfs iets versoepelen. Hoewel de haalbaarheid van zulk een pakket momenteel eerder nog twijfelachtig is, zou het de economische expansie onmiddellijk een structureler karakter geven dan vandaag.

info: Johan Van Overtveldt is directeur van de denktank VKWMetena.

Johan Van Overtveldt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content