Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Het afgelopen beursjaar werd door het zeepbeleffect in de technologiesector gekenmerkt. De correctie is nog niet helemaal afgerond. ‘2002-2003 beloven wellicht opnieuw succesvolle beursjaren te worden, 2001 wordt het jaar van de euro.’ Een gesprek met Geert Noels, de hoofdeconoom van Petercam.

Wie in maart van dit jaar beweerd zou hebben dat de Bel20 het half december beter zou doen dan de Nasdaq, had zijn geloofwaardigheid vaarwel kunnen zeggen. De Nasdaq-index bedroeg toen 5200 punten, de Bel20 2500. Omstreeks 12 december waren de twee indexen geconvergeerd en hadden ze een respectieve waarde van 3015 en 3050. ‘Het voorbije jaar kende een tweeledige ontwikkeling’, zegt Geert Noels. ‘Tot ongeveer april, mei stegen de koersen van de bedrijven uit de nieuwe economie om daarna een fikse duik te nemen. Met de bedrijven uit de traditionele economie was het net andersom.’

De grote vraag naar technologieaandelen had geleid tot een ‘overdrijving’ op Nasdaq, dat dan ook een zware correctie kende. In Europa, waar technologieaandelen slechts 10 procent van het geheel vertegenwoordigden, had het beperkte aanbod de beleggers naar andere sectoren afgeleid. Telecom diende zich aan als het surrogaat van de technologie en maakte vanaf november, december 1999 opgang. Nadien kwamen daar de mediabedrijven bij die als internetbedrijven gewaardeerd werden – hun waarderingen lagen soms hoger dan die van technologie. ‘Bij de correctie van de technologieaandelen in april, mei 2000 werden ook die bedrijven ten dele gecorrigeerd.’

Maar een overdrijving kun je niet met een vingerknip stopzetten. Noch in de ene, noch in de andere richting. ‘Zoals de IT-aandelen begin dit jaar nóg duurder werden dan ze al waren, is ook de correctie van de TMT-aandelen nog niet helemaal achter de rug. Telecom en media zijn in Europa tot een bepaald niveau gecorrigeerd, maar blijven vergeleken met de Verenigde Staten nog altijd duur.’

Het ergste hebben we wellicht gehad. De grote meerderheid van de dotcommers op Nasdaq heeft de correctie achter de rug. ‘Maar Nasdaq is een vrij beperkte index en heeft een heel verrassende samenstelling. De eerste veertig bedrijven, waaronder Cisco, Sun en Oracle, zijn goed voor de helft van de index, de overige 4600 voor de rest. Een aantal zwaargewichten uit de reeks van veertig blijft relatief duur. Het lijkt op een overstroming: het water stijgt en overspoelt het grootste deel van de index. Iedereen zoekt zijn toevlucht op dat kleine lapje drooggebleven land, bij de grote bedrijven, waar men zich veilig waant. Tot het lapje grond te klein wordt voor zoveel belangstellenden en de vraag rijst of de zo gegeerde aandelen hun prijs wel waard zijn. Die bedrijven riskeren nog een correctie.’

2000 was geen goed beursjaar, dus wordt 2001 dat wel, speculeren sommige analisten. ‘Maar voor 2001 liggen de potentiële rendementen nog niet vrij hoog. Een aantal sectoren uit de ‘oude economie’, zoals farma, werd meegesleurd in de vlucht naar kwaliteit en hun koersen stegen. Terwijl bij een vroegere groeivertraging sommige meer defensieve sectoren ronduit goedkoop waren, blijken ze nu dus ronduit duur.’

Is de nieuwe economie nu volledig dood? ‘Als het hypeprobleem afkoelt, hebben we wellicht alle redenen om aan te nemen dat 2002 en 2003 bijzonder goede economische jaren kunnen zijn en waarschijnlijk ook succesvolle jaren voor beleggingen op de beurs. Maar niet alle factoren zullen behouden blijven: de rendementen zullen voortaan wellicht meer overeenstemming met de bedrijfswinsten vertonen.’

Het einde van de technohype is ook goed nieuws voor de euro. Niet de euro, maar de dollar was het voorbije jaar de hippe munt. De meerderheid van de schaarse technoaandelen is immers op Wall Street genoteerd. En er was de olieschaarste, een tweede factor die de waarde van de dollar omhoogstuwde. Hoewel de structuur van de Europese Centrale Bank, die dit jaar een bijzonder slechte beurt heeft gemaakt, voorlopig ongewijzigd blijft, kan de euro aan een klim uit het dal beginnen.

Het begrip ‘nieuwe versus oude economie’ kunnen we hoe dan ook maar beter opbergen. ‘Macro-economisch gezien, drong er zich een nieuw paradigma op. Terwijl vroegere handboeken stelden dat een grote groei de inflatie versnelt, zagen we nu een grote groei die met een almaar dalende inflatie gepaard ging. De opsplitsing tussen bedrijven van de nieuwe en die van de oude economie gaat echter niet langer op. Sommige banken, de typisch traditionele sectoren, hebben bijvoorbeeld een hoger new economy-gehalte dan sommige ondernemingen uit de high tech. Voortaan sorteren we volgens sectoren.’

INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content