Sémira Adamu (1)

Wij zijn geschokt door de onmenselijke manier waarop de jonge vrouw, Sémira Adamu, werd behandeld tijdens de overbrenging naar het vliegtuig. We kunnen begrijpen dat niet alle vluchtelingen die in ons land asiel zoeken, hier terechtkunnen. We weten ook dat het moeilijk is om op basis van verhalen van mensen te oordelen of zij al dan niet politiek vluchteling zijn.

We willen echter niet aanvaarden dat mensen die uitgewezen worden, als misdadigers worden opgesloten en bij het minste protest als dieren worden behandeld.

Samen willen wij opkomen voor een menswaardige behandeling van asielzoekers, voor een beter uitwijzingsbeleid en voor een grotere openheid in de vluchtelingenpolitiek (“Papieren voor mensen zonder papieren”, Knack nr. 40).

We hopen dat wat met Sémira gebeurde, nooit meer zal gebeuren en dat alle vluchtelingen menswaardiger behandeld zullen worden.

H. Wolfvelde, T. Deprez, namens elf jongeren uit Avelgem.

Sémira Adamu (2)

Ik ben leerkracht in een secundaire school in Mechelen. Enkele jaren geleden kwam een scholier – een uitgesproken Vlaams Blokker – melden dat hij zijn studies voortijdig stopzette. Hij was namelijk benaderd door de vreemdelingenpolitie om als bewaker of begeleider te gaan werken in het fort van Walem, een gesloten centrum voor illegalen.

Ik was toen verbijsterd. Uitgerekend iemand die vanuit zijn politieke overtuiging vreemdelingen vijandig gezind is, werd als begeleider van vluchtelingen gerekruteerd.

Als dit systematisch zou gebeuren – en het lijkt me niet uitgesloten (“We dweilen met de kraan open”, Knack nr. 40) – hebben we hier te maken met een ernstig deontologisch probleem. Er dringt zich in elk geval een ernstig onderzoek op.

Naam en adres gekend

bij de redactie.

Sémira Adamu (3)

Verbijsterend dat we na de tragische dood van Sémira Adamu getrakteerd worden op een staaltje politiek gespartel. De nadruk wordt gelegd op het feit dat Sémira juridisch gesproken geen enkel argument had om erkend vluchteling te worden. Op het feit dat de rijkswachters strikt volgens het boekje te werk gingen. Met andere woorden: dat het uitwijzingsbeleid in al zijn facetten veilig gesteld is.

De verantwoordelijkheid wordt dan naar de actiegroepen doorgeschoven, of net naar degenen die de excessen van een beleid altijd hebben aangeklaagd en wezen op de dreigende en reële ontsporingen. We zijn dus beland in een politieke Far West waar elk politiek fatsoen ver zoek is.

Het beleid dat men blijft verdedigen als het “enig mogelijke beleid” schuwt de analyse van het vluchtelingenprobleem wereldwijd en is slechts de uitkomst van de kortzichtige analyse die vertrekt van de te verdedigen belangen en geen andere mogelijkheid overlaat dan het probleem hardhandig de kop in te drukken.

D. Tuypens, Antwerpen.

Sémira Adamu (4)

De dood van Sémira heeft de gemoederen beroerd. Ook ik vind het betreurenswaardig dat een vluchtelinge zo aan haar einde moet komen. Het uitwijzingsbeleid moet humaner gebeuren. Dat kan door de procedures te versnellen, de uitgewezenen gezamenlijk terug te laten reizen (in een C-130?) en zonder herriestokers die de asielzoekers de raad geven zich te verzetten.

Wat het asielbeleid betreft: we kunnen niet iedereen opnemen. Enkel politieke vluchtelingen met een ernstige reden kunnen in overweging worden genomen. Beter ware het om deze mensen door te verwijzen naar landen waar een cultuur heerst die dichter aansluit bij die van de kandidaat-vluchteling.

Hopelijk luistert de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken niet naar het honderdtal collectieven – die niet eens representatief zijn voor de stem van het volk – maar neemt hij de voorstellen van het Vlaams Blok in overweging.

O. Depoortere, Wondelgem

Gelijkaardige brieven van C. de Brandt, Meerbeke; W. Cerstiaens, Morkhoven; L. Dewaele, Lint.

Communautair (1)

Het kan toch niet dat een Zwitser op een verwaaide dag een gezaghebbend rapport maakt over hoe het nu verder moet met die fascistische Vlamingen en die onderdrukte Walen.

De Raad van Europa maakt zich belachelijk als het op die manier vijftig jaar moeizame staatshervorming in de prullenmand wil gooien.

Een rapport: oké, graag zelfs, maar dan wel na intensieve studie door een groep specialisten en in historisch politiek-sociologisch perspectief.

Daar kan niemand iets op tegen hebben, zeker niet degenen die de wet al jaren respecteren.

J. Verbeke, Menen.

Communautair (2)

Een Waals dorp bezuiden Ronse geeft een taalbad Nederlands aan leerlingen van vijf tot acht jaar, de leeftijd waarop men op een natuurlijke manier de basis voor een tweede taal legt. Het gezonde boerenverstand komt ditmaal vanuit Wallonië.

Als alle scholen binnen de tien kilometer van de taalgrens dit systeem invoeren, aan Waalse, Brusselse én Vlaamse kant, zullen de gemeenschappen in België elkaar letterlijk en figuurlijk beter verstaan.

Als de toekomstige generaties langs de taalgrens elkaar verstaan en elkaars taal zonder complexen gaan gebruiken, dan is het faciliteitenprobleem van de baan. Dat lijkt me een betere oplossing dan die onmogelijke voorstellen van de heer Columberg.

R. Schoutteten, Anzegem.

Communautair (3)

“Een kwestie van respect” (Knack nr. 37) was een vraaggesprek met de historica Els Witte. Toch wordt met geen woord gerept over de overeenkomst die in 1963 gesloten werd en die erin bestond dat “binnen de tien jaar alle bestuursfuncties in de negentien gemeenten van de agglomeratie paritair verdeeld zouden worden tussen Frans- en Nederlandstaligen”.

Dat was in 1963. Maar er werd niets verwezenlijkt, erger nog, er wordt van Nederlandstalige kant niets meer geëist. We leggen ons neer bij de bestaande toestand.

En de Franstaligen: die trekken verder ten aanval, zelfs met de hulp van de Europese Gemeenschap.

L. D’hoore, Oostende.

Communautair (4)

Naar aanleiding van de heisa over het rapport-Columberg denk ik dat iedereen tot nu toe de bal misslaat. Waar gaat het werkelijk om?

Noch de heer Columberg noch de Vlaamse beweging heeft dat volgens mij begrepen.

Als we eens zouden beseffen dat er in Vlaams-Brabant een kolonisatie bezig is en dit ook zouden durven zeggen, dan zouden wij al een heel eind opschieten.

Dat heel wat voorwaarden vervuld zijn om over kolonisatie te kunnen spreken, wordt duidelijk als we eens een encyclopedie openslaan op kolonisme of kolonisatie.

Eens dat besef doorgedrongen, kunnen er maatregelen genomen worden om deze kolonisatie te stoppen en terug te schroeven.

Kolonisatie, kolonisme en kolonisten, deze woorden hebben een zeer hoge negatieve connotatie en het gebruik ervan alleen reeds, door ons – de autochtone bevolking – zou wel eens een prachtig wapen kunnen zijn voor het behoud van onze Vlaamse eigenheid.

Waarop wachten wij? Op nog meer eisen van de koloniserende mogendheid?

G. Symons, Zaventem

Communautair (5)

Lezer R. Ingelbein vergist zich schromelijk en beledigt me in hoge mate door me ervan te verdenken dat ik de historische waarde zou willen verdraaien (“Het laatste woord”, Knack nr. 39). Het interview “Een kwestie van respect” (Knack nr. 36) ging over de faciliteiten in de gemeenten van de Brusselse Rand. Deze regeling kwam er in 1963, nadat een voorstel was mislukt om ook faciliteiten toe te staan aan Vlamingen in Waals-Brabantse gemeenten Eigenbrakel, Waterloo en Terhulpen.

Ik heb het dus niet gehad over de taalregeling in de gemeenten aan de taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië. Die kwam al in 1962 tot stand en gold uiteraard zowel voor Vlaamse als Waalse taalgrensgemeenten.

De geschiedenis van de Belgische taalwetgeving is een complexe materie. Er zich grondig in verdiepen is een elementaire voorwaarde voor men gaat polemiseren.

E. Witte, rector VUB, Brussel.

Watersnood

Ik las en herlas “Huis aan de rivier” (“Van de redactie”, Knack nr. 39). Nog nooit vond ik berichtgeving, eigen tegenstrijdige gevoelens, gemeenschappelijke onmacht en vragen omtrent de toekomst zo verenigd in één artikel. Bedankt.

B. Foré, Asse.

Verzekeringen

In Cash ’98 (Bijlage bij Knack nr. 38) las ik het artikel “Extra-legaal pensioensparen. Gezin en nalatenschap”. Ik heb toch mijn twijfels over de oprechtheid van sommige verzekeringsmaatschappijen.

Mijn vriend-collega en ikzelf hadden destijds – via de firma – een groepsverzekering afgesloten. Onze vroegere werkgever is failliet gegaan en dus werd de premiebetaling stopgezet. Het spaarbedrag en de dekking werden behouden.

Wat blijkt? Van het verzekerd kapitaal en de winstdeelname – totaal 1.367.605 frank – blijft op 65 jaar na aftrek van Riziv- en solidariteitsbijdrage en bedrijfsvoorheffing – maar 1.163.046 over. Tot daar.

Mijn vriend overlijdt zeven dagen voor zijn 65ste verjaardag. De uitkeringssom was 963.684 frank. Het feit dat iemand kort voor zijn 65ste verjaardag overlijdt, levert de verzekeringsmaatschappij een winst op van twééhonderdduizend frank. En dan maar reclame maken over verzekeringsmaatschappijen die de winst delen.

Dit bewijst alweer dat verzekeringen er alleen maar op uit zijn zoveel mogelijk winst te maken en zo weinig mogelijk uit te betalen.

A. Bongaerts, Antwerpen.

Gezondheid

De reactie van de CVS-patiënte op mijn Knack-interview toont aan hoezeer mensen die radeloos op zoek zijn naar de legitimatie van hun ziektegevoel, ten prooi kunnen vallen aan wetenschappelijke desinformatie (“Het laatste woord”, Knack nr. 39).

In het recente boek “Chronic Fatigue and its Syndromes” van de gezaghebbende CVS-expert Simon Wessely (Oxford University Press, 1998) wordt over mogelijke Rnase-enzymestoornis zelfs met geen woord gerept!

Let wel: het gaat hier om meer dan een academische discussie, want het kritiekloze geloof in “afbraak”-theorieën belet veel CVS-patiënten om aan hun herstel te werken.

Prof. Dr. B. Van Houdenhove,

Pellenberg.

NMBS

In “Geld en Werk” (Knack nr. 38) spreekt Jos Ansoms, de verkeersspecialist van de CVP, geruststellende woorden over de NMBS die zou hebben bijgestuurd. Daarbij neemt hij zijn partijgenoot – gedelegeerd bestuurder Etienne Schouppe – in bescherming.

Maar: de verbinding tussen Nederland en Vlaanderen is allerminst bijgestuurd. Sinds 24 mei rijdt er op werkdagen per uur nog maar één IC, vroeger twee.

Was er misschien overcapaciteit? Blijkbaar niet: de treinen zitten doorgaans nokvol, opvallend veel studenten en internationale reizigers beladen met koffers en tassen.

Bovendien is de aansluiting voor bestemmingen in Oost- en West-Vlaanderen erg in de knel gebracht: afhankelijk van de richting is men veroordeeld tot een half uur wachttijd in Antwerpen of een extra overstap met alle risico’s van dien. De aansluiting van treinen van en naar Nederland zijn in Antwerpen zo krap berekend – drie minuten – dat ze geregeld mis gaan. Richting Nederland betekent dat onherroepelijk een vol uur wachten.

Meest flagrant is dat de Antwerpse verkeersleiding – ondanks stromen van smeekbeden en klachten – pertinent weigert de énige internationale verbinding in haar prestigieuze station één minuut op aansluiting te laten wachten. Een reiziger ziet de zogenaamd aansluitende trein maar al te vaak zijn deuren sluiten op het moment dat de ander tot stilstand komt.

Er wordt door de NMBS zelfs aangeraden in Berchem over te stappen. Voor de rush van spoor 4 naar spoor 9 is daar één minuut voorzien. Wat een geloof in de eigen stiptheid en de sportiviteit van de reiziger!

Deerniswekkend, vooral wanneer men een half uur eerder in Roosendaal enkele minuten op aansluiting heeft zitten wachten.

Over de grens plant men niet alleen beter, men denkt er ook aan de reiziger en blijft hoffelijk. Het “bijsturen” van de NMBS-dienstregeling heeft hierin zeker geen verbetering gebracht.

Graag verneem ik van de verkeersspecialisten wat ze willen: nog meer files of belemmeren van het verkeer naar Nederland?

W. Blockmans, Gent.

Citizen Kane

Het ontgaat mij nog steeds waarom Patrick Duynslaeger elke week een toptien van films opstelt, met altijd op 1 Citizen Kane.

We weten ondertussen al wel dat hij dit een meesterwerk vindt. Maar hij mag gerust zijn, ik heb de film ook al een paar keer gezien en ben toch niet gestopt met geregeld naar de bioscoop te gaan.

Zou het niet veel zinvoller zijn (als zo’n top-10 echt een must is) films te klasseren die nu courant in de zalen lopen? Om als “filmleek” een leidraad te hebben voor een avondje bioscoop.

Anders staat het werk van Orson Welles nog wel een aantal jaren op 1 te prijken, maar wie heeft daar nu wat aan?

Volgende week nog meer Citizen Kane in Knack? Met een top-10 van de meest briljante scènes?

Jan Dirkx, Brussel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content