Vangen de Rouches toch nog enkele vissen? Donderdag thuis tegen Salzburg in de Europa League of zondag in de competitie op Club Brugge? ‘Veel overschot zullen ze niet hebben’, zegt de vroegere Standardglorie Guy Vandersmissen. Is er meer aan de hand dan een toevallig tegenvallend seizoen?

Achteraf, ja dán. Maar vorige zomer nog zei iedereen dat Standard op weg was naar nieuwe glans. Nu klampt het aan om tussen de eerste zes te eindigen die straks voor de titel en de ereplaatsen gaan. Van het druipende goud lijkt maar een schijntje over te blijven. Topschutter Milan Jovanovic vertrekt naar Liverpool. De andere twee Gouden Schoenen konden nauwelijks schitteren: Steven Defour is vanwege langdurig geblesseerd, Axel Witsel vanwege langdurig geschorst. De meeste anderen leken intussen onder water te zwemmen. En trainer Laszlo Bölöni stapte bij zoveel ongrijpbaarheid zelf op.

Zoals het rasechte voetbalwetenschappers past: hoe verklaren we dat? Slechte kleedkamer, daar kan niemand naast kijken. ‘Klinkklare onzin’, zegt Guy Vandersmissen. ‘Als je zoals ik twintig jaar gevoetbald hebt, weet je hoe het er toegaat. Zolang je wint, hebben degenen die niet spelen geen recht van spreken. Als de resultaten tegenvallen, voelen de bankzitters zich gesterkt om hardop te morren. Meestal stopt een journalist dan ook nog een van die klagers een microfoon onder zijn neus en is het spel op de wagen. Dat is zo doorzichtig.’

Guy Vandersmissen speelde veertien (14!) seizoenen voor Standard. Hij was die scorende middenvelder die in de verloren finale van Europacup 3 tegen Barcelona het enige tegendoelpunt maakte. Zit als kenner en voetbalmakelaar elk weekend in de tribune. Dus de tweede mogelijke verklaring voorgelegd: de leiding van Standard moet vooraf fouten gemaakt hebben. ‘Dat is achteraf geredeneerd. Ik ga ervan uit dat een clubbestuur het seizoen voorbereidt zoals een trainer zijn ploeg voor de volgende wedstrijd op papier brengt. Je stelt je beste elftal op. Je wilt toch winnen?’

Kleedkamer en bestuur geschrapt. Nog mogelijk: het noodlot, de scheidsrechters, de kalender, de Mexicaanse griep. Ook dat niet. Maar wel: wat is er op het veld gebeurd? Achteraf gezien. Als de dingen vooral voorbij zijn.

De centrale figuur, Steven Defour, was er bijvoorbeeld lange tijd niet bij. Die hebben ze vele wedstrijden hard gemist.

GuyVandersmissen: Maar in de eerste matchen dat Standard zonder hem speelde, heeft het nog sterk gepresteerd. Ook Europees. Het was dus zeker niet alleen zijn afwezigheid. De hele samenhang was dit seizoen anders. Toen Defour terugkwam, toonde hij zich na enkele wedstrijden heel ontevreden. Als je een tijd uit de kleedkamer bent weggeweest, valt het verschil beter op. Misschien was dat wel het sterkste signaal voor Bölöni om ontslag te nemen.

De aanvallers waren in die veranderde samenhang vaak afwezig.

Vandersmissen: Dieumerci Mbokani en Milan Jovanovic waren al eens geblesseerd of stonden minder scherp te spelen. De tegenstander stelt zich daar anders op in. Ook letterlijk. Met een fitte Jova en Mbokani ga je je achterin zo organiseren dat je zo weinig mogelijk ruimte weggeeft, want met ruimte is de Standardaanval het gevaarlijkst. Je gaat hoger spelen. Het middenveld en de verdediging van Standard zijn meer dan vroeger onder druk gekomen.

Mbokani zei dat het zijn laatste seizoen bij Standard zou worden. Nu lijkt hij terug te krabbelen: ‘Misschien moet ik nog maar een jaar blijven.’

Vandersmissen: In het geval van Mbokani is er weleens sprake geweest van privéproblemen. Maar wat houdt dat in? Binnen de club zullen ze het weten, maar ze zullen het niet aan de grote klok hangen. Hij zal ook voelen dat de belangstelling voor hem gedaald is. Als hij 15 miljoen euro moet kosten, zullen er niet veel geïnteresseerden zijn. Die prijs is hij op dit ogenblik niet waard. Dat geldt voor Standard in zijn geheel. Als je Defour-Witsel-Jovanovic-Mbokani vorig jaar zou hebben verkocht, zou de opbrengst veel hoger gelegen hebben dan nu. De totale waarde van de ploeg is gedevalueerd. In dat opzicht heeft Standard slechte zaken gedaan dit jaar.

Ook Wilfried Dalmat was niet dezelfde spits als vorig jaar. Hij zat geregeld zelfs op de bank.

Vandersmissen: De tegenstander kent hem ondertussen, natuurlijk. Tactisch ga je hem afblokken: één verdediger loopt naar hem toe, een ander gaat onmiddellijk in de dekking. De belangrijkste reden is net als daarnet: de samenhang was niet dezelfde. De omschakeling van verdediging naar aanval gebeurde minder snel dan vorig seizoen. Dat heeft Dalmat juist nodig, hij gaat graag op snelheid de diepte in. Zijn kwaliteit is niet het uitschakelen van zijn tegenstander op de vierkante meter. Omdat Defour er lange tijd niet was en er niemand anders zijn rol op het middenveld overnam, moest Dalmat dat vaak wel doen. Daardoor leed hij balverlies, raakte hij uit positie. Of ging hij niet de diepte in, kwam op zijn stappen terug en legde breed.

Alleen Jovanovic bleef scoren. Maar er waren ook wedstrijden waarin hij nauwelijks zichtbaar was.

Vandersmissen: Blessures. Geen grote weliswaar, maar ze zorgen ervoor dat je niet 100 percent kunt trainen. De eerste weken lukt het nog om op een aanvaardbaar niveau te spelen, maar na een tijd val je terug. De trainer is hem blijven opstellen vanuit de redenering dat een voetballer als Jovanovic de wedstrijd in één of twee fases kan beslissen. Het grote nadeel is dan wat ik net al zei: de rest van de wedstrijd is hij afwezig, waardoor de druk op de anderen toeneemt. Bij stilstaande fases en aanhoudende offensieve druk van de tegenstander is daardoor ook het vertrek van Oguchi Onyewu heel duidelijk aan het licht gekomen.

De afwezigheid van Steven Defour bracht ook met zich mee dat Igor de Camargo een ander seizoen speelde.

Vandersmissen: De Camargo moest meestal meer teruggetrokken spelen. Dan dreig je in een kwalijke cirkel terecht te komen: in het belang van de ploeg speel je niet meer op je beste positie, je presteert minder goed en op het ogenblik dat de anderen terugkomen, worden er keuzes gemaakt. Soms in je persoonlijke nadeel. Ik vind dat niet correct, maar het is kennelijk de gang van zaken.

Er was niet meer die snelle omschakeling. Waarom kon Axel Witsel daar niet voor zorgen?

Vandersmissen: Witsel heeft niet de versnelling in de eerste meters. Om op de flank te spelen is hij nooit explosief genoeg geweest. Mehdi Carcela doet dat beter. Witsel slalomt meer, is sterk aan de bal maar schiet minder vlug weg. De veel-besproken tackle op Roland Juhasz in de thuiswedstrijd tegen Anderlecht is daar een illustratie van. Als de scherpte er bij hem was geweest, had hij niet eens hoeven te tackelen, nu moest hij zichzelf zo ver mogelijk uitschuiven. Ik denk dat hij daar moeilijk in kan verbeteren.

Over de nieuwe basisspelers Mehdi Carcela en Eliaquim Mangala sprak Laszlo Bölöni zich verschillend uit. Hij prees Mangala. Carcela mocht vaak de boter eten.

Vandersmissen: Mangala is constanter geweest. Carcela gaf eerst een frisse indruk, speelde scherp en heeft een goede dribbel, maar viel dan terug. Hij verloor zijn scherpte en probeerde al eens drie tegenstanders uit te schakelen, waardoor hij balverlies leed. Is Mangala nu een middenvelder of een verdediger? Ik weet het niet. Waar speelt Vincent Kompany het best? Mangala moet nog groeien, maar het zou beter voor hem zijn als hij snel een vaste positie kreeg toegewezen.

Zijn ze te snel moeten inkomen?

Vandersmissen: Ik weet het niet. Door het wegvallen van Jan Polak zijn er bij Anderlecht andere spelers opgestaan die het verschil gemaakt hebben. Als je kwaliteit hebt, gaat het nooit te snel.

We weten ook weinig van wat er zich in de hoofden heeft afgespeeld.

Vandersmissen: Als je twee jaar na elkaar kampioen wordt, zit je anders in elkaar. Anderlecht en Club Brugge behalen ook geen drie titels op rij. Het gaat met golven. Als je in een stijgende curve zit, komt er automatisch meer aandacht van buiten af voor je spelers. Jovanovic is nu al bijna twee seizoenen aan het vertrekken, naar Engeland, naar Spanje, naar Italië. Dat kun je niet uit je hoofd zetten. Als er op de achtergrond onderhandeld wordt en er bedragen genoemd worden, kun je je niet voor 100 procent concentreren. Dat wordt een bijkomende stressfactor. Na verloop van tijd krijgt dat ook een fysieke vertaling. Het geheim is concentratie. Je moet nog alleen met de wedstrijd bezig zijn, al de rest moet op de achtergrond verdwijnen.

Ik keerde mij als speler af. Alles was weg. Als je dat kunt, voetbal je veel regelmatiger. Ik ben daarom ook nooit echt geblesseerd geweest, tenzij één keer aan de kruisbanden, maar dat had met een verkeerde beweging in de wedstrijd te maken, niet met stress. Zo zit het lichaam nu eenmaal in elkaar. Als er externe factoren op je komen wegen, verlaagt je focus op de wedstrijd. Europees speelde Standard gefocust. Het hield AZ in bedwang. Enkele dagen later verloor het thuis van Roeselare.

Valt dat in de rust van zo’n wedstrijd dan niet bij te stellen? Een kwartier druk zetten in de tweede helft volstaat misschien. Toch gebeurde dat niet.

Vandersmissen: Daar is Standard zelf schuldig aan. Van in het begin van het seizoen bestond de indruk dat het tussendoor een competitiewedstrijd mocht verliezen, het zou door de competitiehervorming uiteindelijk toch in de play-off beslist worden. Op Westerlo, bijvoorbeeld, kwam Standard in het verlies. Een half uur voor tijd al wisselde de trainer Jovanovic en Dalmat. Daardoor laat je aan je spelers weten: het is minder belangrijk vandaag. Zo voed je de mening dat je het naderhand wel kunt rechtzetten. Maar als je één keer in die spiraal terechtgekomen bent, kun je de zaken nog moeilijk omkeren.

Luciano d’Onofrio deed de voorbije jaren niet meer aan vliegende aan- en verkopen. Hij bouwde aan een stabiele ploeg. Deze winter is hij weer heel bedrijvig geweest op de markt. Hij heeft zelfs enkele relatief dure spelers gekocht: Koen Daerden, Sébastien Pocognoli. Heeft hij het geweer van schouder veranderd?

Vandersmissen: Misschien is dat gewoon een kwestie van vooruitkijken. Hij zal weten wie er deze zomer allemaal zal vertrekken en heeft nu al zijn voorzorgen genomen. En hij heeft ook spelers binnengehaald die in het tussenseizoen misschien niet meer zo makkelijk aan te kopen zouden zijn. Bovendien komen Daerden en Pocognoli uit de streek waaruit Standard zijn aanhang put. Dat is ook een element dat je niet mag onderschatten.

Vorige zomer werden vooral onbekende spelers binnengehaald.

Vandersmissen: Onbekend is iets wat voor ons geldt, vaak niet voor d’Onofrio. Jovanovic was ook onbekend toen hij kwam.

Welke rol speelt het Luikse publiek? Hoe groot kan de druk van de aanhang op een clubbestuurder zijn?

Vandersmissen: Als je na twee titels terugvalt, zijn de supporters niet meer tevreden. De 25 jaar daarvoor was er weinig gemor. Tenzij de terugkerende zure opmerking: ‘Het is weer niet voor dit jaar.’ Toen waren ze blij met één of twee ron-des Europees voetbal in de Uefabekercompetitie. Nu heeft de ploeg een standaard gevestigd die moeilijk te herhalen valt.

Hoeveel moet je in eigen jongeren investeren? Iedereen is vol lof over ‘de Académie’, het trainings- en opleidingscentrum van Standard. Staat het succes in verhouding tot de investeringen?

Vandersmissen: Als je een speler als Marouane Fellaini uit je jeugd kunt halen en voor 20 miljoen kunt verkopen, heb je schitterend gewerkt. Om de hoeveel jaar moet je daartoe bekwaam zijn? Je kunt dat berekenen door de kosten van de jeugdwerking te vergelijken met de inkomsten van je verkopen. Het blijft hoe dan ook een risico. Ik heb er laatst nog over gesproken met voorzitter Johan Vermeersch van FC Brussels. Hoeveel eigen jongeren stoten door naar de eerste ploeg? Als ze vijftien, zestien jaar worden, beginnen andere dingen van het leven te spelen en haken ze af. Of de besten worden al heel vroeg weggehaald door andere clubs. Je moet al bijzonder kapitaalkrachtig zijn om jeugdspelers aan je te binden. Ik begrijp heel goed waarom clubs daarvan afzien en meer in scouting investeren.

Wat zijn de kansen van Standard in de play-off 1?

Vandersmissen: Ze moeten er eerst en vooral in raken, want het programma is nog zwaar en er zijn veel kandidaten. Jovanovic heeft intussen zekerheid over zijn toekomst, tenminste: die muizenissen zullen achter de rug liggen. Dat is een pluspunt, het kan zijn concentratie verhogen. Misschien speelt Mbokani toch nog om een transfer af te dwingen. Steven Defour is er opnieuw bij, waardoor ook Witsel beter op zijn waarde uitgespeeld kan worden. Alleen is het nog niet helemaal de oude Defour. In de voorbereiding op een nieuw seizoen heb je zes weken nodig en speel je oefenwedstrijden. Dat is voor Defour nu vrij snel en bruusk midden in het seizoen moeten gebeuren.

Heeft Standard zich nu blijvend aan de top gevestigd? Zal het na een minder seizoen in de volgende competitie weer schitteren?

Vandersmissen: Ik verwacht nog enkele moeilijke jaren. Het is nu weer aan Anderlecht en Club Brugge. Dit Standard is voorbij. Hoe zullen ze de vertrekkende spelers straks vervangen? Met deze ploeg zijn ze twee keer kampioen geworden en hebben ze Europees fraaie resultaten behaald. Je wisselt zo’n team niet meteen in voor een ander. Je mag ook niet vergeten hoe de ploeg van nu tot stand gekomen is. Steven Defour werd voor anderhalf miljoen bij Racing Genk weggehaald. Dat is onder heel speciale omstandigheden gebeurd, daarbij is geschermd met de wet van 1978 over de arbeidsovereenkomst tussen club en speler. Een meevaller dus.

Nog een toeval: Milan Jovanovic bood zich bijna gratis aan. Mbokani voelde zich niet goed in Anderlecht en wilde weg. Wat zou je betaald hebben om spelers van dat niveau te halen? En wat moet je er nu voor betalen? Zelfs als je dat wilt, kan het nog flink tegenvallen. Moet je jongeren halen? Dan weet je dat ze enkele jaren nodig hebben om te groeien. Als je dadelijk opnieuw toprendement nastreeft, moet je misschien doen wat je enkele jaren geleden deed door Sergio Conceiçao en Milan Rapic te kopen. Lucien d’Onofrio heeft alvast het voordeel van zijn vele contacten, hij kan spelers halen die net niet goed genoeg zijn voor de top in het buitenland. Of moet hij een combinatie van de twee maken: jeugd en ervaring? Welke keuze maakt Standard?

Het goede nieuws is dat Standard voor de bouw van zijn nieuwe stadion niet uitwijkt naar Ans, Awans of naar Coronmeuse in Herstal. Het blijft op Sclessin.

Vandersmissen: Voor iemand zoals ik die al die jaren naar Sclessin getrokken is, mag het stadion daar blijven. De meeste supporters voelen dat ook zo aan. Standard heeft een kwarteeuw moeten wachten voor het opnieuw kampioen werd. Dat is lang. Maar het gevoel was er nog wel. Standard tegen Anderlecht bleef een topper, ook als Standard maar tiende in het klassement stond. Je leeft als club ook van je verleden. Dat moet je koesteren.

DOOR PIET COSEMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content