‘Hoe is dit allemaal zo kunnen escaleren?’ PS-voorzitter Elio Di Rupo kan geen touw vastknopen aan de roemloze neergang van de regering-Leterme.
Nee, afgelopen weekend aan de telefoon zag PS-voorzitter Elio Di Rupo nog niet het begín van een uitkomst. ‘Op het moment dat ik u spreek, zit de situatie muurvast. Yves Leterme was namelijk, hoe raar dat mag klinken, het scharnierpunt van het moeizaam opgebouwde evenwicht in de Wetstraat. Het is nu zaak een nieuwe synthese te maken. Het voornaamste struikelblok daarvoor ligt in Vlaanderen, bij de CD&V en de Open VLD’, vervolgde de PS-voorzitter. ‘Aan Franstalige kant woedt er tussen de PS en de MR ook een felle politieke strijd, maar de menselijke verhoudingen zijn er lang niet zo verziekt als in Vlaanderen.’
Di Rupo is terug van weggeweest. Na de nederlaag van zijn partij bij de federale verkiezingen van 2007 zat ook de voorzitter in slechte papieren. Maar hij organiseerde op een drafje nieuwe voorzittersverkiezingen, die hij met een ruime meerderheid won. Vervolgens vertrok hij naar het buitenland. Niemand belde hem nog, en dus bleef hij wat langer uit België weg dan gewoonlijk. ‘Ik heb toen veel nagedacht over mezelf’, vertelt Di Rupo. ‘Met enige droefheid weliswaar, want als je de verkiezingen verliest, voel je je niet lekker. Maar goed, daarna start je opnieuw.’
Nu klimt zijn partij langzaam uit het dal. Wekelijks gaat de voorzitter partijafdelingen toespreken en zijn troepen een hart onder de riem steken. Dankzij de kredietcrisis beschikken de socialisten over een nieuwe voorraad ideologische munitie om politieke tegenstanders te bestoken. Maar hoewel hij er ook niet vies van is om nu en dan een vuurtje op te poken, was Di Rupo de voorbije week toch vooral in de weer met pogingen om de uitslaande politieke brand te blussen. ‘De rede moet terugkeren. Met de wereldwijde economische crisis liggen we op alle fronten onder vuur. Een regering die bestuurt, is in deze omstandigheden de absolute ondergrens.’
Niet echt een goedgekozen tijdstip voor een regeringscrisis dus?
ELIO DI RUPO: Allerminst. Wat we meemaken, is volkomen onaanvaardbaar. De regering-Leterme, wat sommigen er ook van mogen denken, was er toch in geslaagd een akkoord te sluiten over de financiële aspecten van het loonakkoord en een relanceplan op te stellen ter waarde van 1 miljard euro.
We zullen pas over enkele maanden precies weten hoe de vork in de steel zit, na de algemene verwarring die eind vorige week is ontstaan. Er zijn manifest dingen misgelopen in de 18e kamer van het Hof van Beroep, en er zijn waarschijnlijk ook op andere plaatsen flaters begaan. Maar volgens mijn opvatting van de rechtsstaat had dit moeten leiden tot het opstarten van een procedure binnen het gerecht. Als er laakbare feiten zijn gebeurd, moeten die onderzocht worden. Nu zijn we van de regen in de drop gekomen. Alles is in een stroomversnelling geraakt, waardoor alle aandacht opeens naar de minister van Justitie ging, terwijl de hoofdrolspelers in het Fortisdossier toch de minister van Financiën en de premier zijn geweest. De minister van Justitie die, voor alle duidelijkheid, een eerlijk man is, speelde slechts een ondergeschikte rol. Gezien zijn soortelijk gewicht binnen CD&V heeft het aftreden van Jo Vandeurzen de regering vervolgens in een onhoudbare situatie gebracht.
Hoe groot is de malaise tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht?
DI RUPO: Als het stof is gaan liggen, wil ik wel eens uitvoerig op die vraag ingaan. Laten we het voorlopig hierop houden: hoe is dit allemaal zo kunnen escaleren? We hebben de begroting 2009 nog niet eens goedgekeurd, Fortis moet nog uit de gevarenzone worden gehaald, het economische herstelplan moet nog in werking treden. Dat maakt me zo boos. Deze politieke crisis dient namelijk tot niets, ze is door en door nutteloos en maakt de zaken alleen maar lastiger.
Kon ze ook voorkomen worden?
DI RUPO: Uiteraard. In naam van de onafhankelijkheid der machten is hier een ongezonde egostrijd gevoerd tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht, met nodeloos zware gevolgen voor de politiek en het land.
Wat moet er gebeuren met politici die in de Fortisaffaire betrokken zijn?
DI RUPO: Een parlementaire onderzoekscommissie moet hun handel en wandel nagaan. Om niet opnieuw in een conflict met Justitie verwikkeld te raken, zou het ook goed zijn als het parlement vooraf met de gerechtelijke autoriteiten overlegt over het precieze kader waarbinnen die parlementaire onderzoekscommissie kan werken. En laat het gerecht zich dan concentreren op de zaken die door ontevreden aandeelhouders zijn aangespannen.
De MR van Didier Reynders loopt niet warm voor het idee van een parlementaire onderzoekscommissie.
DI RUPO: Als voorzitter van de PS vraag ik die onderzoekscommissie sinds dag één. Als sommigen daar niet van willen weten, is het omdat ze iets te verbergen hebben. Ik heb zelf meegemaakt hoe er nepdossiers over mijn privéleven werden samengesteld, bedoeld om mij onderuit te halen. Ik heb me tegen die valse aantijgingen verdedigd, ook in parlementaire commissies die over de opheffing van mijn parlementaire onschendbaarheid gingen, en heb uiteindelijk mijn onschuld aangetoond. Wie zichzelf niets te verwijten heeft, hoeft zo’n onderzoek niet te vrezen.
Of Didier Reynders dat nu leuk vindt of niet, hij is nu eenmaal het hoofdpersonage in dit stuk. Het kan dus niet anders of hij zal in het centrum van de belangstelling staan. Hij en zijn kabinet hebben heel wat uit te leggen. Wanneer we het telefoonverkeer in dit dossier zullen natrekken, zal zijn kabinet onvermijdelijk in het vizier komen. Waarmee ik niet wil zeggen dat daar iets niet pluis is. Maar rekening houdend met zijn vooraanstaande rol in dit dossier zou het Didier Reynders wel sieren als hij zich een beetje op de achtergrond hield.
Hoe moet het verder met de relaties tussen gerecht en politiek?
DI RUPO: We moeten iets verzinnen om de spanningen te bedaren. Want normaal kun je deze situatie niet echt noemen. De onafhankelijkheid der machten mag toch niet verhinderen dat men zich gezamenlijk inspant voor het algemeen belang?
Ik blijf ook vragen hebben bij het ontslag van de minister van Justitie. De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie heeft een standpunt geformuleerd, wat zijn goed recht is. Dat standpunt is ook wel belangrijk, maar het is niet door God gegeven en het kan door honderden advocaten en politici worden aangevochten.
Ik had dus graag gezien dat iedereen gewoon zijn rol speelt, liever dan dat sommigen proberen zich in de plaats van de ander te stellen. Het Hof van Cassatie had beter een onderzoek bevolen naar de intriges in de 18e kamer van het Hof van Beroep. Die vermenging van genres, met de frontale aanval op de minister van Justitie, die, nogmaals, een integer politicus is en zijn uiterste best heeft gedaan, geeft een naar gevoel. Justitie moet in alle rust kunnen werken, maar dat geldt ook voor de wetgevende en de uitvoerende macht. Mag ik eraan herinneren dat Montesquieu, ondanks de scheiding der machten, het primaat van de wetgevende macht vooropstelt?
Yves Leterme heeft met zijn gedetailleerde brief zelf wel de eerste stoot gegeven.
DI RUPO: Misschien had Leterme die brief beter niet geschreven, maar de eerste minister heeft niemand van het gerecht van wat dan ook beschuldigd. Hij heeft uitgelegd wat hij in dat dossier heeft meegemaakt, maar heeft zich tot het eigen wedervaren beperkt. Dat kun je van de andere kant, met die regelrechte aanslag op de minister van Justitie, niet zeggen.
De kans is groot dat er in juni vervroegde federale verkiezingen komen. Een goed idee?
DI RUPO: Ik zit in een positie waarin ik gemakkelijk zou kunnen zeggen: waarom ook niet? Maar als de populisten en de extremisten het dan halen, hebben we niets gewonnen en zal morgen nog moeilijker zijn dan vandaag.
Er is ook de kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde.
DI RUPO: Inderdaad. Ik hoor velen beweren dat we ook federale verkiezingen kunnen organiseren zonder een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde, omdat uiteindelijk het parlement over de geldigheid van de verkiezingen beslist. Maar ik ben een legalist in hart en nieren en het lijkt me toch erg riskant om de ogen te sluiten voor een uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Feit is wel dat ik mijn mening vrijdag bij een aantal collega’s heb afgetoetst en dat ik met mijn bezwaren vrijwel alleen stond. Tant pis voor het Grondwettelijk Hof, dat was de sfeer.
Hebt u in uw carrière ooit al zo’n zware dobber gehad aan de Wetstraat als vandaag?
DI RUPO: Nooit ofte nimmer. Geef toe dat we nooit problemen van deze omvang hebben gekend toen de PS nog de grootste partij was in het zuiden van het land. Kijk, wij hebben twintig jaar lang onafgebroken in de regering gezeten en we hebben ongetwijfeld fouten gemaakt. Maar gedurende al die jaren hebben wij wel de stabiliteit en het institutionele evenwicht van het land gewaarborgd. Maar goed, jammeren heeft geen zin, we moeten eruit zien te raken.
Intussen zijn er dagelijks berichten over afvloeiingen en herstructureringen. Zitten we op het dieptepunt van de economische crisis of is dit nog maar het begin?
DI RUPO: Ik wil eerst benadrukken dat wat we vandaag meemaken niets minder is dan het failliet van het liberalisme, van de liberale mythe dat de markt zichzelf wel zal reguleren en dat de rol van de overheid beperkt moet blijven tot het garanderen van de openbare veiligheid. Het is die liberale religie die ons in deze noodsituatie heeft gebracht, waarbij de financiële wereld de reële economie als het ware heeft opgeslokt. Slechts 2 procent van alle jaarlijkse financiële stromen houden nog verband met de economie van goederen, producten en niet-financiële diensten. Maar de kredietcrisis heeft wel dramatische gevolgen voor de reële economie. Grote sectoren zoals de staalnijverheid en de auto-industrie krijgen klappen en trekken talloze zelfstandigen, onderaannemers en kmo’s in hun val mee. Orderboekjes blijven leeg, de werkloosheid loopt snel op. Ik ben bang dat we pas midden volgend jaar het echte dieptepunt zullen hebben bereikt. Regeringen overal in de wereld proberen nu een antwoord op de economische crisis te formuleren.
Opvallend daarbij is dat linkse en rechtse regeringen op dezelfde manier te werk gaan.
DI RUPO: Rechts moet noodgedwongen zijn toevlucht nemen tot het recept dat links in tijden van crisis aanbeveelt, namelijk een keynesiaans beleid van overheidsinvesteringen. Maar vanuit het standpunt van de gewone man is wat vandaag gebeurt om wanhopig van te worden. Vergeet niet hoe al die ceo’s van grote beursgenoteerde bedrijven zich verrijkt hebben. Al die mensen wier salaris rechtstreeks verband hield met de winstmaximalisering van hun bedrijf hebben grof geld verdiend. Idem voor de beleggers. Kijk maar naar de nettowinsten van de Bel20-bedrijven in de voorbije tien jaar.
Door ongecontroleerde hebzucht is het systeem uit de bocht gegaan. Daarom moeten we niet alleen alles uit de kast halen om de crisis te overwinnen, maar ook de nodige hervormingen doordrukken. Fiscale paradijzen moeten worden aangepakt en er moet controle komen op al die gesofistikeerde financiële producten. Naar analogie met het Kyotoverdrag zou er een internationaal verdrag voor de financiële markten moeten komen, want we zijn op een punt aanbeland dat mathematische modellen, robotten en computers de meesters van het spel zijn geworden. Niemand kan het geheel nog overzien, en er is niet één instantie in de wereld die het financiële systeem een halt kan toeroepen of kan bijsturen. Alsof een gevaarlijk virus uit een dolgedraaid laboratorium is ontsnapt en in razend tempo de hele wereld heeft besmet.
Zonder cynisch te willen zijn: is de kredietcrisis geen meevaller voor socialisten die jarenlang ideologisch in de verdrukking hebben gezeten?
DI RUPO: De huidige toestand herinnert er in elk geval aan dat onze maatschappijvisie op de juiste funderingen is gebouwd. Socia-listen plaatsen de mens voorop en niet de economie. Wie rechtse liberalen hoort praten, zou denken dat de economie een doel op zich is en winstmaximalisatie de grootste vreugde in het leven. Maar het minste wat je vandaag kunt zeggen, is dat we getuige zijn van de ineenstorting van die liberale ideologie.
Ik wil daar uitdrukkelijk aan toevoegen dat mijn kritiek niet de grote meerderheid van de werknemers in de banksector viseert. Zij zijn juist vaak de eerste slachtoffers. Het probleem zit aan de top van die organisaties. Banken moesten en zouden op wereldschaal actief zijn en altijd groter worden. Waarom wou Fortis met alle geweld ABN Amro overnemen? Pure hebzucht was het. Want er is een fundamenteel verschil tussen winst maken, wat nodig is om te kunnen investeren, en streven naar winstmaximalisering, wat van een heel andere orde is omdat alles daarbij moet wijken voor de heilige koe van het geld. In de banken en in sommige bedrijven is de laatste jaren zo veel winst gemaakt dat het geld er van de muren droop. Men wist gewoon niet meer wat ermee aan te vangen. En toen hebben de banken stommiteiten begaan.
Zoals slechte leningen verstrekken?
DI RUPO: Slechte leningen verstrekken, slechte aankopen doen. Niemand verplichtte hen daar nochtans toe. Het is toch geen schande om geld in kas te hebben? Het maximum hadden ze al, maar dat was blijkbaar niet genoeg. Ze wilden het maximum van het maximum. Ketterij als u het mij vraagt.
Ik wil me op dit moment nog niet uitspreken over de juridische kant van het Fortisdossier. Maar de regering stond het laatste weekend van september onder grote tijdsdruk. Als Fortis tegen maandagochtend negen uur niet de nodige kredieten kreeg, had de bank er gelegen. Het faillissement van Fortis zou enorme gevolgen hebben gehad voor de andere Belgische banken. Bijna alle Belgische spaarders zouden dan getroffen zijn, en dat zou een ongeziene sociale ramp veroorzaakt hebben. De bevolking zou op straat zijn gekomen en aan het muiten zijn geslagen.
Werkelijk?
DI RUPO: Daar ben ik van overtuigd. Vergeet niet dat België een land van spaarders is. Belgen sparen tussen de 13 en de 17 procent van hun inkomen. Zelfs in gezinnen met bescheiden inkomens wordt gespaard. De regering moest dus wel interveniëren en heeft gedaan wat ze kon. De Nederlanders hebben vervolgens een nieuw en acuut probleem gecreëerd toen ze, met het oog op het terugkopen van ABN Amro, zelf een stuk van Fortis hebben overgenomen. Wouter Bos – blijkbaar zijn al die ministers van Finan-ciën in hetzelfde bedje ziek – heeft de toestand nog verergerd met de uitspraak dat hij het gezonde stuk van Fortis had gekocht. Maar de ingreep van de Belgische regering is natuurlijk niet zonder risico. Wij hebben de banken staatsgaranties verleend ter waarde van 250 miljard euro. Dat bedrag hangt nu als een zwaard van Damocles boven de Belgische staat.
Er is nog iets wat me tegen de borst stuit. Ik pleit voor een zo hoog mogelijk wettelijk pensioen. Maar de liberalen hebben jarenlang geprobeerd de mensen schrik aan te jagen en hen aanvullende spaarverzekeringen aan te smeren. Nu, ik mag hopen dat de mensen die dat geweldige advies ter harte hebben genomen in staatsbons geïnvesteerd hebben en niet in bankaandelen.
DOOR HAN RENARD/foto’s filip naudts