Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Eind januari 2003 loopt de ambtstermijn van president Vaclav Havel af. Het wordt voor de Tsjechen geen sinecure om een opvolger van zijn allure te vinden.

Dertien jaar al zit Vaclav Havel in de presidentsstoel. Drie jaar stond hij aan het hoofd van wat toen nog Tsjecho-Slowakije heette, vanaf 1993 volgden twee ambtstermijnen als staatshoofd van de Tsjechische republiek. Als de grondwet en zijn gezondheid het zouden toelaten, deed hij er wellicht nog een derde termijn bovenop. Nu staan andere kandidaten te dringen om zijn plaats in de Praagse burcht in te nemen.

Niet dat Havel er als dissident toneelschrijver op gerekend had president te worden van Tsjecho-Slowakije, laat staan van Tsjechië. Toen hij op 27 november 1989 in de gevangenis van een vriend-rockmuzikant te horen kreeg dat hij wellicht als presidentskandidaat zou worden voorgedragen, barstte hij in lachen uit. Maar vier maanden later hield hij een rede voor het Amerikaanse Congres in Washington en kreeg als kersverse, Tsjecho-Slowaakse president een staande ovatie van honderden toehoorders.

Zijn toespraak was niet van enige pathetiek gespeend. ‘Toen ik in oktober vorig jaar gearresteerd werd’ vertelde hij, ‘leefde ik nog in een land dat geregeerd werd door de meest conservatieve communistische regering van Europa. Vandaag spreek ik u toe als de vertegenwoordiger van een land met vrijheid van meningsuiting.’ Maar, voegde hij er meteen aan toe, ‘ik ben hier niet gekomen om over mezelf noch over mijn land te praten’.

Ruim een decennium later zou hij tijdens zijn laatste officiële VS-reis als president van de Tsjechische Republiek opnieuw een opmerkelijke speech houden, in New York dit keer. Als uittredend president voelde hij de behoefte voor een keer wél over zichzelf te reflecteren. Wat had hij er als staatshoofd van terechtgebracht? Hij kwam woorden tekort om zichzelf te relativeren: ‘Ik heb bij mezelf iets vreemds ontdekt. Je zou verwachten dat de rijkdom aan ervaring die ik heb opgedaan, me meer zelfvertrouwen en uitstraling zou geven. Wel, ik stel precies het omgekeerde vast. Ik heb hoe langer hoe meer last van plankenkoorts. Elke ochtend als ik ontwaak, vrees ik dat ik mijn taak niet meer zal aankunnen. Ik ga grote gebeurtenissen bewust uit de weg, omdat ik vrees dat ik unieke kansen zou bederven. Dezelfde intellectuele onrust, die me destijds aanzette te vechten tegen het totalitarisme, doet me nu twijfelen aan de waarde van mijn werk.’

HAVEL NAAR DE BURCHT!

Vooral tijdens zijn eerste ambtstermijn heeft Havel een belangrijke rol gespeeld. Van 1989 tot 1992 heeft hij als president mee vorm gegeven aan het postcommunistische, democratische Tsjecho-Slowakije met al zijn nieuwe instellingen. Aan zijn zijde, als voorzitter van het parlement, stond de Slovaak Alexander Dubcek, bekend van ‘het socialisme met een menselijk gelaat’.

Havl na hrad’ – ‘Havel naar de burcht’ – stond in die dagen te lezen op de gevels van tal van Praagse huizen. Ook het Burgerforum, een oppositiegroep die in 1989 was opgericht door de dissidenten van Charta 77, stelde Vaclav Havel voor als nieuwe president. Wie anders was beter geschikt voor die baan dan hun anti-communistische medestrijder, die meermaals was opgepakt wegens zijn afwijkende gedachtegoed en wiens werken verboden waren?

Minstens één man dacht daar kennelijk anders over: Alexander Dubcek. Die had eerder zichzelf in de rol van president gekatapulteerd. Maar tot twee keer toe sneed Havel hem de pas af en ging zelf op de stoel van het hoogste ambt zitten. Uit historische documenten zou moeten blijken dat Havel Dubcek zelfs gedwongen zou hebben zich met het ambt van parlementsvoorzitter tevreden te stellen.

Drie jaar vervulde Havel zijn rol als president van Tsjecho-Slowakije. Dan splitste het land op in twee delen en deed hij afstand van zijn presidentsambt. ‘Met veel appetijt zal ik mij weer toeleggen op mijn oorspronkelijk beroep’, verklaarde hij. Als toneelschrijver was Havel vooral bekend geworden met Het tuinfeest, een satire uit 1963 op de communistische bureaucratische routines. Na de Praagse Lente van 1968 vonden zijn werken, die in eigen land in beslag werden genomen, veel weerklank in West-Europa. Op die manier wist hij de dissidente strijd over te hevelen naar het wereldtoneel.

Zijn terugkeer naar het theater was van korte duur. Op 26 januari 1993 wordt hij president van Tsjechië. Vergeleken met zijn ambt in Tsjecho-Slowakije is zijn macht er sterk beperkt. Bovendien komt hij al snel in de schaduw te staan van eerste minister Vaclav Klaus (ODS), zijn eeuwige rivaal. Terwijl Havel een voorstander is van een ‘burgerlijk activisme’, een ‘onpolitieke politiek’, legt Klaus de nadruk op de noodzaak van een partijenstelsel. Havel wil een nieuwe politieke beweging opzetten waarin burgers betrokken worden bij het beleid. Klaus bestudeert de economische situatie van het land en zet een politieke organisatie op met een partijprogramma. Havel mag dan al alle voorstanders van de politieke moraal aan zijn kant hebben, Klaus beschikt over de macht. En hij zou, wat dat betreft, gelijk krijgen. Zijn partijenstelsel houdt nog altijd stand. Van burgerbewegingen valt er niet veel meer te bespeuren.

Klaus zou Havel in eigen land in een marginale rol duwen. Tot de crisis van 1997: toen was het Havel die ervoor waarschuwde dat het land de verkeerde richting uitging. Klaus, die betrokken was bij een schandaal van partijfinanciering, moest opstappen.

De betekenis van Havels presidentschap lag inmiddels hoofdzakelijk op het internationale vlak. Als ‘morele autoriteit’ hield hij in de hele wereld redevoeringen. En hij sprak vanuit het hart. Het ‘kwaad’ in de wereld ging hij te lijf met wat hij een poging tot ‘het ware’ noemde. Het had hem ooit verschillende gevangenisstraffen en heel wat heibel opgeleverd. Maar hij ging ermee door.

Zijn strijd tegen het communisme had hem populair gemaakt in de Verenigde Staten. En dat zou hem bevoorrechte betrekkingen met de staatshoofden opleveren. Zo leverde hij een actieve bijdrage aan de eerste besprekingen over de uitbreiding van de NAVO. De Tsjechen gaan er prat op dat het onder meer hun president was die de regering-Clinton ervan kon overtuigen om ruim baan te geven aan het uitbreidingsproces.

Ook was Havel een van de eerste politieke leiders die een institutionele hervorming van de Europese Unie voorstelde. Op een toespraak voor de Senaat in Frankrijk in maart 1999 pleitte hij voor een Europese grondwet ‘die zo leesbaar zou zijn dat ook schoolkinderen hem zouden begrijpen’.

DE KUS VAN DE DOOD

Vaclav Havel verwierf zo’n grote internationale uitstraling dat zijn opvolger hem daar moeilijk in zal kunnen evenaren. Maar samen met zijn buitenlandse faam groeide in eigen land het ongenoegen over de president. Zijn tweede huwelijk in 1997, met de actrice Dagmar Veskrnova, kort na het overlijden van de populaire Olga Splichalova, zijn eerste echtgenote, deed daar weinig goeds aan.

En het ging van kwaad naar erger. Tijdens de parlementsverkiezingen van juni van dit jaar moesten politici die zijn steun genoten duidelijk aan populariteit inboeten. In de kwestie van de Sudetenduitsers – de 3 miljoen Duitsers die Tsjecho-Slowakije verdreven had – nam hij kennelijk het ‘foute’ standpunt in. Politici die op stemmen wilden rekenen, konden voortaan maar beter uit zijn buurt blijven. Wie een bezoek bracht aan zijn vriend in de burcht, kreeg wat men een ‘doodskus ging noemen. Gekust door de president, kon je je politieke loopbaan wel vergeten. De ooit zo populaire Vaclav, die met zijn eerste vrouw Olga op hun pittoreske boerderijtje bij de Poolse grens zoveel mensen met open armen ontvangen had, raakte hoe langer hoe meer geïsoleerd.

Wat hij nooit zou opgeven: de nationale feestdag van 17 november – de dag waarop in 1989 de Fluwelen Revolutie begon. Ook dit jaar weer was hij present in Café Slavia, een plek die hem altijd heeft geïnspireerd. Maar de toehoorders waren niet echt talrijk: weinigen voelden zich door zijn toespraak aangesproken.

De rol van president Vaclav Havel lijkt zo goed als uitgespeeld. De vraag luidt nu: wie zal de fakkel van hem overnemen? Ex-premier en rentenier Milos Zeman? Of Havels eeuwige rivaal Vaclav Klaus? De opvolging wordt een farce, schrijft de krant, de Prager Zeitung. In drie rondes moet het parlement uitmaken wie de nieuwe president wordt. Maar omdat het nu al duidelijk is dat er geen overwinnaar uit de bus zal komen in de eerste ronde, stapt de ex-premier Milos Zeman meteen over naar de tweede tour. Als ook die geen meerderheid oplevert voor één kandidaat, volgt er nog een derde ronde. Politieke analisten houden de adem in: zij vrezen dat ook dat niet zal volstaan. Kan een land dat zichzelf respecteert het zich wel veroorloven, het hele circus nog eens over te doen?

Eén kandidaat, de sociaal-democraat en minister van Justitie, Jaroslav Bures (CSSD), komt er alvast voor uit dat hij eind jaren tachtig lid was van de communistische partij, louter en alleen ‘om zijn carrière uit te bouwen’. Lid worden betekende toen ook dat je het neerslaan van de Praagse Lente in 1968 goedkeurde. Ik was een opportunist, zoals er zoveel waren, liet Bures zelf doorschemeren. Vaclav Havel behoorde tot de zeldzame uitzonderingen. Zou de geschiedenis zo ironisch zijn, dat ze uitgerekend zo’n man de rol van Vaclav Havel laat overnemen?

Ingrid Van Daele

‘Het ‘kwaad’ in de wereld ging hij te lijf met wat hij een poging tot ‘het ware’ noemde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content