Wekenlang betoogde Belgrado tegen het regime-Milosevic. Zoran Djindjic treedt nu naar voren als belangrijkste oppositieleider.

Op 17 november won de oppositie de gemeenteraadsverkiezingen in de grote Servische steden. President Slobodan Milosevic liet de ?vervelende? uitslagen annuleren en prompt kwamen de steden op straat. Eerst tegen de annulering, daarna tegen het ex-communistische regime zelf. Honderdduizenden eisten bij dagelijkse betogingen in Belgrado het ontslag van Milosevic. Bij eerbiediging van de originele verkiezingsuitslagen zou Zoran Djindjic burgemeester van de hoofdstad zijn geworden. Hij is voorzitter van de Democratische Partij en geniet vooral de steun van jonge mensen, vrouwen en intellectuelen. Een gesprek met hem.

De regeringspartijen wonnen de federale parlementsverkiezingen van 3 november in Servië en Montenegro. Twee weken later, in de gemeentelijke stembusgang, kreeg de oppositie de meerderheid in de steden. Hoe rijmt u dat ?

ZORAN DJINDJIC : De federale verkiezingen verliepen Orwelliaans in de ware betekenis van het woord. De televisie bepaalde de uitslag. Wanneer kiezers moeten beslissen wie hun land gaat leiden, willen ze kandidaten zien die zich gedragen als echte staatslui in hun omgeving, in hun kantoor , mannen die ernstige discussies voeren en verantwoordelijkheidsgevoel en waardigheid uitstralen. Maar de televisie beeldde de oppositie af als een handvol bedriegers dat op in elkaar geknutselde platformen de voorbijgangers toesprak. Tijdens de hele verkiezingscampagne zond de televisie niet één serieus verslag over de oppositie uit. Milosevic en zijn volgelingen kwamen urenlang aan bod. In programma’s die hen afbeeldden als kundige politici, die buitenlandse diplomaten ontmoeten, nieuwe fabrieken openen enzovoorts.

Bij lokale verkiezingen verwachten de mensen een ander beeld van hun kandidaten. Dan zijn persoonlijke indrukken, pamfletten in de brievenbus en huisbezoeken veel belangrijker.

Honderdduizenden burgers, studenten protesteerden dagelijks. Kan er een overeenkomst worden bereikt tussen de autoriteiten en de oppositie, en zo ja : op welke voorwaarden ?

DJINDJIC : De politieke situatie is grondig veranderd sinds 17 november. Niet alleen vanwege onze overwinning in bijna alle grote steden, maar ook omdat Milosevic niet klaar was om die overwinning te erkennen. Nu beleven we een politieke crisis, waarin de Servische president centraal staat. Hij is het grootste obstakel voor het democratiseren van relaties. Bij redelijke mensen is een compromis altijd mogelijk. Maar over fraude en diefstal sluit je geen compromissen. Verkiezingsuitslagen moeten erkend worden.

Er moet ook een soort rondetafeldiscussie komen over de omstandigheden waarin de politieke activiteiten zich in 1997 zullen ontwikkelen. Dan hebben presidents- en parlementsverkiezingen plaats. We nemen niet zeker niet deel als de media geblokkeerd worden en als de kans bestaat dat een eventuele overwinning weer door Milosevic teniet kan worden gedaan.

Mocht het regime zijn verkiezingsnederlaag in Belgrado en andere steden toegeven, hoe liggen dan de kansen in de volgende verkiezingen en wat zijn de vooruitzichten voor de oppositie ?

DJINDJIC : De tijd van Milosevic’ heerschappij is onherroepelijk voorbij ; gedeeltelijk omdat de oppositie aan kracht gewonnen heeft, maar voor het grootste deel omdat zijn regime gedateerd is, inefficiënt, en totaal gedesoriënteerd. Gedurende de Joegoslavische oorlog en de internationale boycot (1991-1995) slaagde het Servische regime erin te functioneren als een soort noodbestuur. Maar het kan niet werken in het normale leven, dat aanving na de ondertekening van het vredesverdrag van Dayton (eind 1995).

Toen de demonstraties begonnen, stond Vuk Draskovic op de voorgrond, maar nu bent u het die in het middelpunt van belangstelling staat.

DJINDJIC : De mensen denken in toenemende mate na over de strategische doelen van protesten. Die doelen zijn economische en sociale hervormingen. Het volk beschouwt de Democratische Partij en mij als competent genoeg om economische en sociale problemen op te lossen. Het vindt dat Servië een betere leiding nodig heeft, meer rationaliteit en minder retoriek en emotie.

Zou u Belgrado als burgemeester kunnen besturen, terwijl Milosevic de regering leidt ? Acht u zo’n cohabitation mogelijk in de Balkan, in Servië ?

DJINDJIC : We moeten het proberen. De lokale verkiezingen testten de persoonlijke betrouwbaarheid en de stabiliteit van Milosevic. Hij zakte voor de test. We moeten hem ook onderwerpen aan andere tests. Elke mislukking van hem brengt ons dichter bij ons doel : Servië bevrijden van een ondemocratisch regime.

Sommigen noemden de betogingen het cement van uw coalitie Zajedno (Samen). Zullen de verschillen en de disputen tussen de coalitiepartners niet weer naar de oppervlakte komen als u een deal sluit met de overheid, met het regime ?

DJINDJIC : We vormen een eenheid via een program van democratische hervorming. Tot het moment dat de media alle partijen in het gezicht van verkiezingen gelijk behandelen, is het waanzin om op je eentje op te treden. Pas als er gelijke behandeling is, kan elke partij onafhankelijk aan de slag. Na verkiezingen kunnen dan coalities worden gesloten.

De westerse pers is behoedzaam. Er wordt zelfs aan getwijfeld of de coalitiepartners van Zajedno met het Westen willen samenwerken inzake Kosovo en het oorlogstribunaal in Den Haag. Wat is uw oplossing voor deze twee problemen ?

DJINDJIC : Afgezien van het hervormen, bestaat onze belangrijkste taak erin ons land weer geloofwaardig te maken in de wereld. We moeten dus gedane toezeggingen respecteren. Servië wordt beschouwd als een onbetrouwbare politieke partner in internationale relaties. Het doet beloften, maar komt ze niet na. We moeten dat veranderen, als we Servië willen integreren in Europa. En opgaan in Europa is voor ons van vitaal belang.

Het uitzendverbod van Radio B-92 duurde 48 uur. Het belichtte de angst van het regime voor vrije media en hun band met buitenlandse bronnen. Zijn de onafhankelijke media sterk genoeg om heel Servië te mobiliseren en om de politieke wil van het volk een stem te geven ?

DJINDJIC : De onafhankelijke media werken als een druppel op een gloeiende plaat. Ze volstaan absoluut niet om het Servische volk te informeren of te mobiliseren. Daarom stellen we het opheffen van de blokkade van de media als een voorwaarde om aan de volgende verkiezingen mee te doen.

Sommigen beweren dat u geneigd is langetermijnprincipes en -posities op te geven in ruil voor pragmatische oogmerken. Zij zeggen dat u in dit opzicht op Slobodan Milosevic lijkt.

DJINDJIC : Mensen zeggen dat, maar ze vermelden de doelen niet die ik voorlegde. Mijn politieke hoofdbetrachting is de modernisering van Servië. Zonder een hervorming van de regering, de economie, sociale systemen en onderwijs maken we in de eenentwintigste eeuw als natie geen schijn van kans. Er is politieke invloed nodig om het programma uit te voeren, waarop Servië al sinds 1918 (oprichting Joegoslavië) zit te wachten. Ik ben pragmatisch als het gaat om het verzamelen van politieke invloed om Servië te moderniseren. Ik ben niet bereid compromissen te sluiten over mijn einddoelen.

Hoe ziet u Servië aan het eind van het jaar 1997 ?

DJINDJIC : Ik hoop dat het proces van politieke democratisering leidt tot het opruimen van elk monopolie en elk obstakel dat de ontwikkeling van de maatschappij in de weg staat. Het politieke systeem staat op dit moment de vooruitgang van het land in de weg. Om dat systeem te veranderen van een obstakel in een stuwende kracht moeten we hard werken en erg geduldig en wijs zijn.

Branislav Milosevic

Zoran Djindjic (rechts) op kop van een betoging in Belgrado, naast zijn coalitiepartners van Zajedno Vesna Pesic (midden) en Vuk Draskovic (links).

De oude Joegoslavische vlag, uit de kast gehaald om er de ster uit te knippen : het element dat symbool staat voor de communistische instelling van president Milosevic.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content