‘In het Waals Parlement zit een nieuwe generatie regionalisten klaar’, zegt gewezen Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe. Dat komt goed uit: het boegbeeld van de oudere generatie viel in ongenade bij de PS-top én het publiek na schandalen in Charleroi. Maar spreken kan hij nog.

Een blog heeft hij niet, wel een tweemaandelijks krantje genaamd Rebelle, waarvan hij de hoofdredacteur is en waarin hij met een groepje getrouwen het huidige stadsbestuur van Charleroi over de hekel haalt en de draak steekt met de politieke nieuwlichterij die de partijtop aan de lokale PS van Charleroi opdringt.

Jean-Claude Van Cauwenberghe (65), ook wel monsieur Wallonie, moest in 2005 opstappen als Waals minister-president naar aanleiding van de schandalen in zijn thuishaven Charleroi. Een lange reeks corruptieschandalen waarbij haast het hele college, de burgemeester inbegrepen, in opspraak kwam en achter de tralies vloog. De plaatselijke pionnen van de ongekroonde keizer van Charleroi bleken zich stuk voor stuk te hebben verbrand aan laakbare praktijken. Van Cau zelf werd ook van allerlei zaken beschuldigd, maar tot op heden konden die beschuldigingen niet hard worden gemaakt. De twee dossiers waarin hij genoemd wordt, zijn hangende bij het hof van beroep in Luik, maar hij houdt zijn onschuld staande.

Sinds de schandalen is Van Cauwenberghe uit de gratie gevallen. Hij is geen lid meer van het PS-partijbureau. Toch trekt hij zo nu en dan nog naar het partijhoofdkwartier aan de Keizerslaan om er op verzoek van voorzitter Elio Di Rupo deel te nemen aan vergaderingen over institutionele kwesties. Want net zoals bij andere partijen zijn ook bij de PS de echte kenners van die materie schaars. De gewijzigde verstandhouding met Di Rupo komt op dat soort bijeenkomsten slechts tot uiting in subtiele semantische nuances, lacht Van Cau. ‘Waar hij vroeger tijdens vergaderingen placht te zeggen Jean-Claude a raison, zegt hij nu, Jean-Claude n’a pas tort.’

Van Cauwenberghe zal niet meer deelnemen aan de volgende regionale verkiezingen – niemand is hem ook komen vragen om kandidaat te zijn. Maar hij wil eventueel wel nog een gokje wagen bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2012. Samen met Jacques Van Gompel, de eveneens uitgerangeerde oud-burgemeester van Charleroi, droomt hij soms van een réveil des anciens.

In de kantoren van het socialistische ziekenfonds van Charleroi, waarvan hij nog altijd voorzitter is, steekt hij meteen zelf van wal over de staat van het regionalisme in Wallonië. Want daar valt veel over te zeggen, vindt hij. ‘Met de economische crisis zijn de communautaire thema’s, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, niet meer de eerste zorg van de mensen. Maar dat is slechts het topje van de ijsberg. Onder de waterlijn blijft er een sterke wil tot hervormingen – zelfs in Wallonië waar, in tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, het regionalisme niet dood is.’

Maar de voorvechters van het Waalse regio-nalisme, mensen zoals uzelf, Robert Collignon of José Happart (allen PS), bevinden zich in een politieke buitenbaan en er lijkt geen aflossing van de wacht te komen.

Jean-Claude Van Cauwenberghe: Dat klopt niet. Er is de zoon Collignon, er is Waals minister van Economie Jean-Claude Marcourt (PS), de man die volgens mij een van de grote regionalisten van morgen wordt, en in het Waals Parlement staat een nieuwe generatie regionalisten klaar. Fundamenteel is ook het ontstaan van een Brussels regionalisme. Wij kregen in onze tijd geen rugdekking vanuit Brussel. Maar kijk welke ontwikkeling Charles Picqué (PS) heeft doorgemaakt. Hij was een communautarist, een overtuigde aanhanger van de Franse Gemeenschap, een soort Franstalig samenraapsel waarin Brussel en Wallonië moesten versmelten. Nu is hij, samen met uiteraard Philippe Moureaux (PS), een onversneden Brusselse regionalist geworden.

De PS heeft die toegenomen regionale reflex weliswaar niet altijd in aanmerking genomen. Maar dat komt omdat Elio Di Rupo een politiek dier is, meer bepaald van de soort van de kameleons.

Elio Di Rupo, een politieke kameleon?

Van Cauwenberghe: Jazeker. Net zoals een kameleon neemt hij de kleuren aan van zijn omgeving. En misschien is dat goed voor de partij, dat ze zich constant aanpast aan de publieke opinie. Maar wij regionalisten hebben toch wat meer ruggengraat.

Bij kameleon Di Rupo is de grondlaag belgicistisch, maar de vlekken op zijn lichaam variëren afhankelijk van wat hij aanvoelt bij de publieke opinie. Nu en dan dijt de monarchistische vlek sterk uit, dan weer licht de vlek van de Franse Gemeenschap op, en de laatste tijd verschijnt er weer een grotere Waalse vlek, vooral sinds de politieke crisis op nationaal vlak, toen niemand wist of we niet op de finale breuk afstevenden.

In de peilingen zie je ook dat de Waalse publieke opinie sterk is opgeschoven. Steeds meer mensen overwegen aansluiting bij Frankrijk, anderen zijn niet meer bang om op eigen benen door te gaan, liefst samen met Brussel. Dankzij de politieke crisis en de kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde wint het regionalisme opnieuw veld. Je merkt dat tijdens politieke vergaderingen en aan de sfeer in het Waals Parlement.

Beschouwt u Waals minister-president Rudy Demotte (PS) als een bondgenoot?

Van Cauwenberghe: Beslist. Ik bestudeer aandachtig zijn toespraken en interpelleer hem geregeld in het parlement. Zijn standpunten over een federaal België met drie gelijkwaardige gewesten klinken beduidend meer regionalistisch dan alles wat we de voorbije jaren te horen hebben gekregen.

U was een van de zeldzame regionale toppolitici zonder nationale ambities.

Van Cauwenberghe: Ik heb de nationale functies die mij werden aangeboden altijd geweigerd. Na de verkiezingen van 2004 heeft Elio Di Rupo me gevraagd federaal minister te worden. Hij had daar met Guy Verhofstadt (Open VLD) over gepraat en het leek hen een goed idee om een regionalist zoals ik in de ploeg te hebben, maar ik heb daarvoor gepast. De regionale politiek is een echte roeping, niet een opstapje naar het nationale niveau. Ik behoor ook tot degenen die vinden dat een regionaal minister verkozen moet zijn in het regionale parlement. En dan zwijg ik nog over ministers die helemaal niets zijn, zoals Paul Magnette (federaal minister van Milieu, die sinds de schandalen ook de voogdij voert over de PS van Charleroi, nvdr), die nog nooit een kiezer van dichtbij heeft gezien.

Als regionalist in hart en nieren heb ik ook nagedacht over mensen als Bart De Wever (N-VA). Om te beginnen vond ik hem heel sterk in de RTBF-uitzending Répondez à la question. Ik ben het niet over alles met hem eens, maar ik vond hem moedig en hij gaf intelligente antwoorden, ondanks de abnormale agressiviteit waarmee die RTBF-journalisten hem bejegenden. Laten we de spons vegen over eventuele contacten die hij ooit had met extreemrechts – ik denk dat er met die man gepraat kan worden. Wat ons betreft, is hij in de grond een regionalist. Zijn grote zwakte, vergeleken met ons, is dat hij de kunst van het compromis niet bezit. En door te hoog in te zetten, blijft hij met lege handen achter. Dat is iets waarover hij moet nadenken.

Bart De Wever zegt aan Franstalige kant weinig compromisbereidheid te hebben gezien. Met mensen als Didier Reynders (MR), Joëlle Milquet (CDH) of Elio Di Rupo zaten er dan ook overtuigde belgicisten aan de tafel.

Van Cauwenberghe: Oh, maar op sommige punten ben ik het roerend eens met die zogenaamde belgicisten. Neem nu de niet-benoeming van de Franstalige burgemeesters in de Brusselse Rand. Ik heb die zaak in Straatsburg aangeklaagd. Tijdens de bespreking met de vertegenwoordigers van de 47 landen die de Raad van Europa uitmaken, werden simpele maar van veel gezond verstand getuigende vragen gesteld. Welke taal spreken de inwoners van die gemeenten? Euh, Frans. Hebben ze hun oproepingsbrief in het Frans gekregen? Ja. En de Vlamingen, hebben die hem dan ook in het Frans gekregen? Nee, die hebben hem in het Nederlands gehad. En wat is dan het probleem? Hoe zou dat dan moeten verlopen? Ah, normaal gesproken moeten ook de Franstaligen die oproepingsbrief in het Nederlands krijgen en vervolgens moeten ze naar de gemeente om een Frans exemplaar te bemachtigen.

Ik kan u verzekeren: niet één vertegenwoordiger van de Raad van Europa die dat géén waanzin vond. Maar waarmee ik de Vlamingen echt knock-out heb geslagen, is met het verhaal van die Vlaamse burgemeesters die weigeren hun kiezers op te roepen, wat toch een aanfluiting van de democratie is, maar die ongemoeid worden gelaten en bij wijze van spreken een ereteken van de Vlaamse regering krijgen.

Gelooft u dat België zal verdwijnen?

Van Cauwenberghe: Dat valt niet uit te sluiten en ik betwijfel of er miljoenen mensen op straat zouden komen om te protesteren als het ooit zover komt. Franstalige politici houden in elk geval rekening met die hypothese. We hebben nooit zoveel gewerkt aan organisatieschema’s voor een zogenaamde biregionale staat, met gezamenlijke politieke structuren voor het Brussels en het Waals Gewest, als de laatste jaren. Want als Vlaanderen vertrekt, verliest het uiteraard Brussel. Ik heb trouwens nooit begrepen waarom Vlaanderen zijn hoofdstad niet op zijn territorium heeft gekozen.

Iets anders. Hoe maakt Charleroi het na de schandalen?

Van Cauwenberghe: De schandalen hebben een echte aardverschuiving veroorzaakt, ook al omdat men hier even snel in verdenking stelt als Lucky Luke schiet. De eerste processen beginnen nu, er zullen er alles samen een stuk of vijftien plaatsvinden. Maar sta me toe een zijsprongetje te maken naar aanleiding van die politieke affaires. We hebben hier zopas het geval Philippe Sonnet gehad (de MR-schepen van Charleroi die de vuile was van de PS van Charleroi uithing maar die nu zelf moest aftreden, nvdr). Het treft me hoe politieke partijen zich vandaag, zonder onderscheid, onderwerpen aan de logica van de mediatieke lynchpartij. Het vermoeden van onschuld geldt niet meer voor een politicus. Sonnet wordt voor fiscale fraude doorverwezen naar de correctionele rechtbank. Ik voel geen leedvermaak hoor, ik probeer daar boven te staan. Zijn partij heeft hem laten vallen als een baksteen, maar ook dat volstaat blijkbaar niet meer. Zijn politieke mentor Olivier Chastel legt de lat nog hoger dan wij in ons kamp hebben gedaan, waar ze al heel hoog ligt, en voegt eraan toe dat de MR ook niet voor een parachute zal zorgen. Ze vissen hem dus niet op in een kabinet. In tegenstelling tot de socialisten, zegt Chastel dan, die voor Jacques Van Gompel iets hebben gevonden in het gemeentelijke waterbedrijf. De MR heeft die kerel alles afgepakt, ook zijn mandaten in intercommunales.

Er is een opbod aan de gang. Het is blijkbaar niet genoeg om iemand uit zijn functie te verjagen, kijk naar de affaire-Lizin, je mag zelfs niet voor een vangnet zorgen. Terwijl die mensen nog niet eens veroordeeld zijn. Wie weet wordt Sonnet vrijgesproken of buiten vervolging gesteld.

Vindt u dat ook Anne-Marie Lizin (PS) het slachtoffer is van een mediatieke lynchpartij?

Van Cauwenberghe: De vraag die ik stel is: moeten we niet wachten op een gerechtelijke uitspraak in plaats van mensen door journalisten te laten veroordelen? Ik kan de kamer vullen met krantenartikels over mijn persoonlijke aandeel in de affaires van Charleroi. Die onderzoeken zijn nu afgerond en ik ben er niet bij betrokken! Neem het dossier van de socia-le huisvesting in Charleroi. Het proces gaat beginnen en ik ben zelfs niet ondervraagd. En wat Lizin betreft – een vriend zei me dat het verstandiger was om die vergelijking niet te maken, omdat er in haar geval toch precieze feiten aan het licht zijn gekomen, maar het fenomeen is hetzelfde. We zijn al bij voorbaat veroordeeld.

Met alles wat naar buiten is gekomen, kon het stadsbestuur van Charleroi ondanks het vermoeden van onschuld toch onmogelijk aanblijven?

Van Cauwenberghe: Goed (haalt schouders op), maar ik denk ook aan mijn zoon, de echte reden waarom ik wraakgevoelens blijf koesteren. Hij had de vierde score op de socialistische lijst gehaald en was schepen van Sport. Maar omdat hij woorden had aan de telefoon met iemand uit een andere partij, een cafébaas uit Charleroi, is hij in verdenking gesteld voor bedreigingen en is hij uit het college gegooid. Er was een speciaal decreet nodig in het Waals Parlement om te voorkomen dat hij de volgende burgemeester van Charleroi zou worden. En nu verkeert Charleroi in de bijzondere situatie een burgemeester te hebben die 762 stemmen behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat moet de hoogste functie ooit zijn voor iemand met zo weinig stemmen. Daarom blijf ik boos, net als over het feit dat de PS van Charleroi onder voogdij is geplaatst. Dat is niet meer van deze tijd. Er is geen debat meer, er zijn geen vergaderingen meer, de militanten haken af.

Wat verwacht u van de regionale verkiezingen?

Van Cauwenberghe: De economische crisis helpt de socialisten. De arbeiders in de fabrieken staan onder hoogspanning, de vakbonden staan onder hoogspanning. In tijden van angst ligt een partij die de sociale zekerheid als core business heeft beter in de markt. Maar Charleroi wordt ongetwijfeld een van de moeilijkste zones voor de PS, omdat je hier een opeenstapeling van problemen hebt. Er zijn de affaires. Gedurende de hele verkiezingscampagne zullen er processen plaatsvinden. Voeg daarbij de interne verdeeldheid in de partij, de hoge werkloosheid en het erbarmelijke bestuur van de stad.

Hoezo erbarmelijk?

Van Cauwenberghe: De stad is verlamd door bureaucratie. Er is geen verwarming meer in de scholen omdat de bestelbon niet tijdig is ingevuld nu je voor alles een openbare aanbesteding moet uitschrijven. Op straat hoor je dat Van Cau misschien zijn gebreken had maar dat de stad in zijn tijd toch beter functioneerde. In elk geval, veel collega’s in het parlement en in de partij geloven dat Charleroi wel eens beslissend zou kunnen worden voor de strijd tussen de PS en de MR.

Hebt u ooit overwogen de PS te verlaten?

Van Cauwenberghe: Ja. Maar ik ben al sinds mijn zestiende actief in de partij. Ik was nationaal voorzitter van de jongsocialisten en ben vervolgens opgeklommen tot het allerhoogste voor mij, het ambt van Waals minister-president. De idealen, de socialistische en Waalse strijd, tja, dat is nu eenmaal de partij. De personen die deze idealen op een gegeven moment incarneren, komen en gaan. Een journalist schreef na mijn ontslag: Van Cauwenberghe heeft op gespannen voet geleefd met alle partijvoorzitters. Met André Cools, Guy Spitaels, Philippe Busquin en Elio Di Rupo. Omdat ik me niet laat inkapselen. Maar Di Rupo heeft in mijn ogen wel de ongelooflijke verdienste dat hij me twee keer minister-president heeft gemaakt, in tegenstelling tot Busquin, die me zei dat dat niet ging.

Waarom niet?

Van Cauwenberghe: Omdat hij als partijvoorzitter al uit Henegouwen kwam. Dat gold ook voor Di Rupo, maar die heeft het toch aangedurfd, hoewel de Luikenaars die plaats opeisten.

Maar als iets me niet zint, dan plooi ik niet. Zoals in 1988, toen ik positie heb ingenomen tegen Spitaels en regeringsdeelname van de PS, en ik me heb aangesloten bij de groep rond José Happart. Twee jaar lang ben ik door de partijtop gemeden als de pest en kreeg Charleroi niets meer qua subsidies. Maar ik heb dat allemaal op mij genomen, en objectief kun je stellen dat ik daardoor een politieke vedette ben geworden. Want ik was weliswaar maar een gewone burgemeester, ik voerde toch de populariteitslijstjes aan. De mensen hielden van mijn franc parler.

Bij mijn beste verkiezingsresultaat in deze stad van 200.000 inwoners haalde ik 63 procent van de stemmen. Dat was nadat ik een financieel tekort van 4 miljard oude franken (100 miljoen euro) had weggewerkt. Ik had daarbij twee crèches en zes zwembaden gesloten en 1000 mensen ontslagen. Toch behaalde ik bij de volgende verkiezing de absolute meerderheid. Toen koning Boudewijn op officieel bezoek kwam, heb ik hem twee broodjes met filet américain gegeven. Meer kon er niet af. (lacht)

Heeft hij ze opgegeten?

Van Cauwenberghe: Met smaak. Ik had het Paleis ook van tevoren op de hoogte gebracht. Maar in de stad was er toen nog een ceremoniemeester. Met een smoking en een zilveren dienblad, het laatste zilveren dienblad van het historische Charleroi. Er bestaat een foto waarop die man die twee pistolets met filet américain aan de koning aanbiedt, en in zijn ogen staat de wanhoop van de hele wereld te lezen – de meest onwaardige handeling die hem ooit is opgedragen. (lacht)

Tot slot: wie wordt de volgende Waalse minister-president?

Van Cauwenberghe: Rudy Demotte, denk ik. Hij heeft zijn gezag kunnen doordrukken. Tenzij Di Rupo zou vertrekken, want dan maakt Demotte een goede kans om partijvoorzitter te worden.

Niet Laurette Onkelinx?

Van Cauwenberghe: Een Brusselse als partijvoorzitter zou moeilijk te verteren zijn voor de Waalse federaties. Bovendien heeft Demotte al zijn interesse laten blijken, en hij heeft geen clan tegen zich. Dat maakt dat hij veruit over de beste kaarten beschikt.

DOOR HAN RENARD/foto filip naudts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content