Op Sacrificium zingt Cecilia Bartoli briljante aria’s die in de 18e eeuw door castraten werden vertolkt. ‘De moeilijkste cd die ik ooit heb opgenomen’, zegt de Italiaanse ster in een gesprek met Knack.

Mislukken staat niet in haar woordenboek. Letterlijk zelfs, want als ik Cecilia Bartoli vraag of ze er bij haar nieuwe project rekening mee houdt dat het fout zou kunnen gaan, kijkt de nochtans prima Engels sprekende diva vragend naar haar entourage. Fail? ‘Ik neem nu eenmaal graag risico’s’, reageert ze dan. ‘Op het podium staan en zingen is ook een risico, dat is net wat van muziek magie maakt. Stel dat het toch mislukt, dan heb ik in het gezelschap vertoefd van Porpora, Vinci en andere schitterende Napolitaanse componisten. Lusten mensen het niet? Dat is dan jammer voor hen.’

We zitten op het beroemde dakterras van het hotel Excelsior in Napels, met een uniek uitzicht op de Vesuvius. De avond voordien heeft ze haar nieuwe cd, Sacrificium, gelanceerd met een concert. Geen half werk: ze koos de mooie barokke theaterzaal van het enorme achttiende-eeuwse paleis van Caserta bij Napels uit voor de première. De cd-voorstellingen van Bartoli behoren tot de zeldzame momenten waarop een platenmaatschappij nog eens groots uitpakt met klassieke muziek. Omdat het Cecilia Bartoli is, met haar unieke mezzosopraan, maar ook omdat wat ze brengt altijd veel meer is dan (ook nu weer) schitterende en weinig bekende muziek. Ze vertelt boeiende, perfect voorbereide verhalen. Het thema dit keer: de achttiende-eeuwse castraten.

Waarom koos u Napels voor deze lancering?

CECILIA BARTOLI: Omdat die stad, met de school rond leraar en componist Nicola Porpora, hét centrum was van misschien wel het wreedste en toch meest unieke muziekverhaal uit de achttiende eeuw. De muziek die eruit voortkwam is schitterend en meeslepend, nu eens vol vuurwerk en pathetiek, dan weer diep lyrisch. Maar aan de andere kant is er die gruwelijke realiteit: jaarlijks werden hier zo’n vierduizend jongens gecastreerd. Toen ik erover begon te lezen, realiseerde ik mij dat het hier vooral om business ging: de ouders, vaak arme mensen, boden hun zoontjes aan in de hoop dat ze het zouden maken in de muziekwereld. Van al die castrati kennen we er zo’n tweehonderd bij naam, en maar een paar dozijn zijn echt bekend geworden.

Er bestaan maar twee opnamen van een echte castraat, Alessandro Moreschi. Hij moet vooraan in de vijftig geweest zijn toen ze werden gemaakt, maar zijn stem klinkt oud. Verouderden castraten slecht?

BARTOLI: Moreschi was een goede zanger, maar geen hele grote: hij was geen solist maar zong in een kerkkoor. Sommige castraten uit de achttiende eeuw hadden een lang leven en verdienden goed, meer dan genoeg om voor zichzelf te zorgen. Het grootste deel leidde een miserabel bestaan. In het beste geval kwamen ze in een koor terecht, maar ze werden veelal als uitschot beschouwd. Sommigen belandden in de prostitutie, anderen pleegden zelfmoord. Geen fraaie verhalen.

U ging gisteren bij de lancering voor de verrassing: u stapte als een vurige jonker in zwarte mantel met vuurrode binnenkant en rode handschoenen het podium op en ontpopte zich gaandeweg tot een vrouw in een geel vest en een bloedrode, vooraan openvallende rok.

BARTOLI: Dat visuele had je in de tijd van de castraten ook: ze wilden overrompelen met hun stem, maar ook met hun kostuums en de decors. Hun concerten waren shows. En de muziek zat boordevol expressie, niet alleen in de snelle coloratuurpassages. Er bestaan beschrijvingen van de manier waarop castraten zoals Salimbeni of Caffarelli in staat waren om lange, meeslepende frasen te zingen zonder te ademen. Blijkbaar wisten ze hun eigen tragiek te vertalen in hun muziek. In recensies lees je dat ze mensen aan het wenen brachten. En je had ook voortdurend die ambiguïteit: ze speelden mannelijke helden, maar ook vrouwelijke karakters.

U treedt in hun rol, maar u bent een vrouw. Hoe voelt dát dan aan?

BARTOLI: Het was een heel nieuwe ervaring gisteren, om in travestie op het po-dium te staan. Maar het voelt ook aan alsof man en vrouw elkaar hier op een unieke manier ontmoeten. Technisch was het wel een hele uitdaging om de projectie vanuit het middenrif te versterken en te leren hoe je elk vleugje zuurstof efficiënt gebruikt. Dat heeft me heel wat oefening gekost. Maar tegelijk moet je op het po-dium emotie brengen, geen gymnastiek. Dat maakt van Sacrificium zeker de moeilijkste cd die ik ooit heb opgenomen. Tot nog toe heb ik altijd aria’s gebracht die voor een vrouwenstem waren geschreven. Dat waren faire uitdagingen, deze was unfair. (lacht)

Zijn ook de concerten zelf dan veeleisender?

BARTOLI: Absoluut: je moet zo mogelijk nog geconcentreerder zijn dan anders. Gisteren kwam ik op als een jonge Don Giovanni en ik verliet het po-dium als een vrouw. Dat vraagt een voortdurende inleving, of het werkt niet. En tegelijk moet er toch ook een vleugje ironie in zitten.

Die ironie zit ook in de cover. Freud zou zich in de haren krabben als hij hem had gezien. Wat is dit nu: omgekeerde penisnijd, of omgekeerde castratievrees? Maar tegelijk heeft het iets schokkends.

BARTOLI: De cover is schokkend omdat het verhaal schokkend is. Ik had me het hoofd gepijnigd over de vraag hoe je dat gevoel van een mannelijk lichaam en een vrouwelijke stem nu samenbrengt. De inspiratie kwam uiteindelijk van de rollen die de castrati speelden: die van Romeinse helden. Zo kwam ik bij dat Romeinse standbeeld uit. Veel van die standbeelden werden in het verleden beschadigd uit puritanisme. En zo belanden we weer bij de kerk, die een heel tweeslachtige rol speelde in dit verhaal. Aan de ene kant veroordeelde ze castratie streng, aan de andere kant werd het vrouwen verboden om in de kerk te zingen en waren castraten zeer gewild als vervangers, tot in het Vaticaan toe.

Akkoord, de kerk gaf de aanleiding, maar er bestaat bij het publiek tot vandaag toch een zekere fascinatie voor de hoge mannen-stem. Je hebt de contratenor in de klassie-ke muziek, maar ik denk ook aan Michael Jackson en zijn hoge gilletjes.

BARTOLI: Je hebt vandaag precies hetzelfde in de popmuziek. Heel het thema is trouwens erg actueel. Mensen offeren hun neus, hun lippen, hun oren op aan een schoonheidsideaal en een carrière. Het moeilijkst te verteren van dat castratieverhaal is het feit dat niet de kinderen zelf, maar hun ouders ervoor kozen. Toch vraag ik me af of bijvoorbeeld het probleem van piepjonge anorectische fotomodellen van die meisjes zelf komt, of van een door anderen opgedrongen schoonheidsideaal. Ook in de modesector zit volgens mij heel wat wreedheid en heel wat verborgen drama. En tegelijkertijd: wat een kunst!

Uw cd staat weer vol wereldpremières: stuk voor stuk briljante aria’s. Waarom heeft niemand ze eerder gezongen? Vanwege de zangtechnische problemen, of omdat het veel onderzoek vroeg?

BARTOLI: Allebei. Ik hou ervan om research te doen en daarbij juwelen te ontdekken. Ik geloof dat er nog vele verborgen liggen, maar we hebben vaak het geduld niet, of de passie, om ze op te delven. En dan heb je nog tijd nodig om ze aan te leren. Ik zei het al: dit is van de moeilijkste muziek uit de achttiende eeuw.

U kiest ook telkens muziek met een verhaal erbij. Is het ook niet een beetje jammer dat zoiets nodig is om schitterende muziek te doen beluisteren?

BARTOLI: Ik denk dat deze muziek voor zichzelf spreekt als je ernaar luistert. Maar ze is geschreven in een bepaalde tijd, door een bepaalde componist, voor bepaalde stemmen. Dat inzicht maakt ze nog rijker en beter te begrijpen. Heel vaak wil het publiek maar al te graag meer weten over die achtergrond. Bij de cd hebben we een compendium van A tot Z van zo’n honderd pagina’s gemaakt, met heel veel achtergrondinformatie over de castrati. Weinig artiesten zouden zoiets doen, omdat het erg veel tijd en moeite kost.

Het is ook het geheim van uw succes – of toch minstens een deel ervan.

BARTOLI: Het feit dat je je hart en ziel erin legt, ja. Succes hangt af van drie dingen: coeur, courage en chance. Je hart moet erbij zijn, maar je moet ook je hart volgen en keuzen durven te maken, desnoods tegen alle adviezen in. Dat heb ik telkens weer gedaan met al mijn projecten. En je hebt een tikje geluk nodig.

Voor de begeleiding koos u Il Giardino Armonico. Waarom?

BARTOLI: Omdat ik al eerder een Vivaldi-project met hen deed en omdat ze veel ervaring hebben met barokmuziek, maar vooral omdat ik hier een echt Italiaans verhaal van wou maken. De historische achtergrond is Italiaans net als de componisten en hun muziek, en ook de uitvoerders. Made in Italy, dus.

CECILIA BARTOLI EN IL GIARDINO ARMONICO KOMEN MET SACRIFICIUM NAAR BOZAROP 15 EN 17 NOVEMBER. INFO: www.bozar.be.CECILIA BARTOLI, SACRIFICIUM, DECCA 478 1521.

DOOR PETER VANDEWEERDT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content