Het belang dat in de Europese hoofdsteden gehecht wordt aan de brief van premier Verhofstadt is waarschijnlijk recht evenredig met onze defensie-inspanning, weinig dus. België heeft zijn militair apparaat zo laten verzwakken dat het niet meer in staat is om deel te nemen aan een militaire operatie van enig belang. En wie niet kan meedoen, kan ook niet meepraten en wordt sowieso niet meer gehoord. In dat kader is het Belgische pleidooi voor een sterkere Europese defensie tegenover landen die beduidend meer aandacht besteden aan hun krijgsmacht hypocriet en ongeloofwaardig, zelfs indien de teneur van dat pleidooi klopt (‘Een brief van de premier’, Knack nr. 31).

Ik onderschrijf wel volledig de analyse van oud-ambassadeur Prosper Thuysbaert (‘Meepraten heeft een prijs’, Knack nr. 31) wanneer hij stelt dat we onze defensie ernstig moeten nemen. Het verzekeren van de veiligheid vereist een brede waaier van middelen: dialoog, diplomatie, humanitaire hulp, een coherent beleid dat hulp en relaties koppelt aan een minimum aan respect voor mensenrechten en goed bestuur, en om al die elementen te versterken, een geloofwaardige militaire stok achter de deur.

Er is altijd een ongelijkheid geweest in militaire capaciteit tussen de VS en haar bondgenoten, maar die heeft nooit zulke dramatische proporties aangenomen als nu. Het nieuwe is dat de Amerikaanse technologische superioriteit op militair vlak een invloed begint uit te oefenen op de visie van de VS op de NAVO en op Europa. Of anders gesteld: de VS stelt zich stilaan de vraag of ze de NAVO en Europa überhaupt nog nodig heeft. Militair is dit zeker niet meer het geval.

De VS beschouwt daarenboven Europa – minus het Verenigd Koninkrijk – steeds meer als onbetrouwbaar. De realiteit is dat de VS in de toekomst steeds vaker naar adhoccoalities zal streven, zoals de Amerikaanse minister van Defensie Rumsfeld onlangs officieel verklaarde. En wie niet kan of wil meedoen, wordt zonder recht op inspraak aan de kant geschoven.

Defensie is synoniem met militaire slagkracht om de veiligheid te garanderen, laten we daar niet hypocriet over doen. Militaire slagkracht als afschrikking om ‘booswichten’ op andere gedachten te brengen, en als het echt niet anders kan, inzet van die militaire slagkracht om dezelfde ‘booswichten’ te verplichten opnieuw in de pas te lopen. En daarvoor heb je in een coalitie, of het nu de NAVO of Europa is, de adequate wapensystemen nodig en de garantie dat iedereen een eerlijk deel van de lasten op zich neemt, ook de onaangename. Dat is voor België meer dan de bezemwagens en de mobiele koelkasten die we op het laatste militaire defilé van 21 juli hebben mogen aanschouwen of het ’transportleger’ waar sommigen voor pleiten.

Op het internationale forum ligt daarenboven niemand wakker van de ‘humanitaire’ rol die men het Belgische leger door de strot wil duwen. Vanuit Belgisch politiek standpunt verkoopt dat misschien goed, maar het is onverstandig en kortzichtig. De trieste realiteit is dat ons leger, ondanks een rits herstructureringen, stijf staat van frustratie wegens een gebrek aan middelen, personeel en visie, dat het gevolg is van een aanhoudende uitdovingsstrategie vanwege de politiek.

M. Claes (e-mail).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content