Een Gents onderzoek naar goedkope foto- voltaïsche zonnecellen werd gestopt omdat de Europese Commissie de subsidie introk.

EENVEELBELOVENDE METHODE voor alternatieve energiewinning bestaat uit de rechtstreekse omzetting van zonnelicht in elektriciteit door fotovoltaïsche cellen. Het meest gebruikte materiaal voor zo’n cellen is tot nu toe silicium. Helaas blijkt het te duur voor een grootschalige elektriciteitsproductie. Daarom wordt gezocht naar goedkopere oplossingen. Twee materialen dienen zich aan als voordeliger : koper-indiumdiselenide (CuInSe2) en cadmiumtelluride of CdTe. Op dit laatste heeft de Gents licenciaat natuurkunde Ben Depuydt (31) zich de jongste vijf jaar toegespitst. Van maart 1991 tot april 1996 werkte hij aan het onderzoek en de ontwikkeling van CdTe-zonnecellen. Dit onderzoek past in het Europees project ?Joule? voor niet-nucleaire energievoorzieningen. In juni behaalde Ben Depuydt zijn doctoraat in de Wetenschappen met een proefschrift over zonnecellen met gezeefdrukte CdTe-lagen. Zeefdrukken blijkt een economisch interessante technologie voor CdTe-lagen.

BEN DEPUYDT : Omdat dit materiaal het zonlicht honderd keer sterker absorbeert dan silicium, mag de laag honderd keer dunner zijn : in de plaats van een paar tienden van een millimeter, een paar duizendsten van een milimeter. Doordat de lagen zo dun zijn, mogen de zuiverheidsvereisten ook minder streng zijn, zijn de elektrische verliezen minder kritiek en liggen de fabricagekosten lager. De huidige productieprijs van fotovoltaïsche energie bedraagt ongeveer 0,4 dollar per kWh, dus nog zo’n zes keer duurder dan die van conventionele elektriciteit. Met relatief eenvoudige technologieën, zoals zeefdruk, kunnen CdTe-zonnencellen op grote oppervlakten afgezet worden. De beste rendementen, behaald met dunne-filmzonnecellen zijn al vergelijkbaar met deze van cellen van poykristallijn silicium. Maar de dunnen-filmtechnologie is beduidend goedkoper.

Hoeveel goedkoper ?

DEPUYDT : Dat is moeilijk precies te bepalen, omdat het nog in een laboratoriumfase zit. Volgens het Amerikaanse Departement voor Energie zou tegen het jaar 2010 de prijs van dunne-filmzonnecellen genoeg gedaald zijn om een grote productie en grootschalig gebruik van fotovoltaïsche energie te garanderen.

De Europese Commissie heeft de voortzetting van het onderzoeksproject geschrapt. Kunnen jullie niet voort met Belgische steun ?

DEPUYDT : De federale zowel als de regionale overheden investeren niets in alternatieve energie. Van alle EG-landen heeft België het minste geld over voor wetenschappelijk onderzoek in het algemeen. We zijn dus helemaal aangewezen op Europese steun. Nu die wegvalt, kunnen we niet voort.

Volgens sommige Vlaamse kranten zou de kernenergie-lobby roet in het eten hebben gegooid.

DEPUYDT : Er is geen enkel argument om deze bewering te staven. Het gaat niet zozeer om een concurrentiestrijd tussen kernenergie en zonne-energie. Er zijn echter in het onderzoek naar zonne-energie twee strekkingen : die van silicium en die van de dunne film.

Heeft de silicium-lobby jullie de das omgedaan ?

DEPUYDT : De subsidies werden tegen alle verwachtingen in geschrapt op basis van een rapport van experts, die de project-voorstellen voor de Europese Commissie moesten beoordelen. Maar een onderzoekscommissie, aangesteld door het Europese Parlement, heeft aangetoond dat het rapport van de experts werd gemanipuleerd door ambtenaren van de Europese Commissie. Daar is in oktober van vorig jaar al over geklaagd op de 13de Europese Conferentie over Fotovoltaïsche Zonne-energie. In zijn openingstoespraak meldde voorzitter Hermann Scheer dat officiële commissieleden wijzigingen aanbrachten in het consensusverslag van de experts. Als resultaat daarvan werden slechts elf van 143 voorstellen over fotovoltaïsch onderzoek aanvaard. En alle voorstellen inzake dunne-filmzonnecellen werden verworpen.

Met het argument dat ze niet kwalitatief genoeg waren.

DEPUYDT : Hermann Scheer veegt dit argument van tafel. Hij benadrukte dat ?Europese instellingen en bedrijven in de wereld de leiding hebben in de fotovoltaïsche sector.?

Het Europese Parlement drong aan om de zaak over te doen en een nieuwe oproep te lanceren.

DEPUYDT : Bij alternatieve technologieën en zonnecellen gaat het om een belangrijk, toekomstgericht toegepast onderzoek. Wij boekten succes op laboratoriumniveau : dat zijn labo-zonnecelletjes met een oppervlakte van pakweg één tot een paar vierkante centimeter. Op grotere schaal kunnen nieuwe moeilijkheden opduiken. Daar is ook fundamenteel onderzoek voor nodig. Om tot praktische, toepasbare resultaten te komen, zouden we nog zo’n jaar of vijf verder moeten experimenteren. Ook elders staat de dunne-filmtechnologie nog niet voldoende op poten om ze al op grote schaal te kunnen toepassen. Een gelijkaardig onderzoek loopt onder meer in Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland.

In Vlaanderen ligt dit onderzoek nu stil. U hebt daar vijf jaar ingestoken.

DEPUYDT : Toen ik er in stapte, was het probleem dat de cellen een te grote inwendige weerstand hadden. Dat drukte het rendement en dus moest de weerstand verminderd worden. En dat is gelukt.

Bij ons ligt de ontwikkeling van dunne-filmzonnencellen nu stil, maar niet in Europa. Duitsland spant zich ook op andere manieren in voor zonne-energie. Daar hebben ze het Duizend-Daken-Programma : wie zonnepanelen op zijn dak installeert, krijgt 70 procent van de kosten als staatssubsidie, plus een stroomteller die in twee richtingen draait voor elke Kwh die de verbruiker dankzij zijn zonnepanelen in het net stopt, krijgt hij even veel terugbetaald als de prijs voor het verbruik van een Kwh.

De mensen denken vaak dat je voor zonne-energie op de evenaar moet zitten. Terwijl je er alleen maar zonlicht voor nodig hebt. Al dan niet gefilterd door bewolking, maar zonlicht is er elke dag.

Lode Willems

Ben Depuydt : zonlicht is elke dag.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content