Het Vlaams minderhedenbeleid voor zigeuners en woonwagenbewoners is in volle crisis. Professionele deskundigen zijn ontslagen. Veldwerkers zijn er minder dan ooit.

In het huis van Leon Tambour in Merksem zijn liefst 370 mensen ingeschreven. Het zijn traditionele rondtrekkende zigeunerfamilies die er hun wettelijk ‘referentieadres’ hebben. Daarnaast helpen Leon en zijn vrouw Elisa tientallen Roma-families uit Oost-Europa (vooral Kosovo) tijdens hun ‘spreekuren’. Al in 1970 hebben zij voor dit werk de vzw Keree Amende opgericht. Toen bestond er nog weinig of geen structurele werking op dat vlak. In 1977 ontstond het Vlaams Overleg Woonwagenwerk (VOW), waar professionele medewerkers vertrouwensrelaties opbouwden en ombudswerk voor de overheid deden. Maar na het minderhedendecreet van 1999 moest het VOW opgaan in het Vlaams Minderhedencentrum. En nu is het terug naar af. ‘Er zijn bijna geen professionelen meer op het terrein actief’, zucht Leon Tambour. ‘Terwijl het meer dan ooit nodig is.’

Het eengemaakte minderhedenbeleid in Vlaanderen koos er de voorbije jaren voor om ‘niet rechtstreeks met de doelgroepen’ te werken. ‘Dé zigeuner bestaat natuurlijk niet’, maar toch vindt Leon Tambour het zeer belangrijk om een gespecialiseerd aanbod te hebben voor de moeilijk bereikbare populatie van voyageurs, Roms, Roma en Manoesjen (nu gegroepeerd in het letterwoord VROEM). Na eeuwen van discriminatie en uitroeiing zijn hun interne banden sterk en hun relaties met de buitenwereld zwak, waardoor het belangrijk is om de verbindingen van groep tot groep te herstellen – ook omdat het wantrouwen bij de Vlaamse bevolking er zeker niet kleiner op geworden is. Maar de voorbije jaren nam de gespecialiseerde basiswerking juist af. De laatste maanden volgde zelfs het ontslag voor professionele krachten zoals Toon Machiels (maar ook anderen), die jaren van kennis en ervaring op hun actief hadden. Andere experts kregen nieuwe functies. De hele werking ligt nu op apegapen. Nog even en zelfs in deze sector bestaat de zigeuner niet meer.

Daarom vragen VROEM-vertegenwoordigers nu expliciet om hun doelgroep weer te onttrekken aan de bevoegdheid van het Vlaams Minderhedencentrum – waar het verloop van medewerkers bijzonder groot is – en om het bij het opbouwwerk onder te brengen. Binnenkort moeten hierover besprekingen volgen. Intussen trekken ze zich terug op het lokale niveau, waar nog wel bevredigend werk mogelijk is. In Sint-Niklaas bijvoorbeeld werkt de Roma-vereniging Romano Dzuvdipe, samen met de VLOS (Vluchtelingen Onthaal Sint-Niklaas, aan goed nabuurschap en sociale cohesie. Het OCMW en de integratiedienst van Leuven slagen erin om de kinderen op hun woonwagenterrein regelmatig op de schoolbanken te krijgen en jonge vaders aan werk te helpen. Het Limburgs comité van Voyageurs werkt al jaren als pressieroep en partner van het provinciebestuur. ”t Is droef om te zeggen,’ zegt Toon Machiels, ‘maar de enigen die vandaag nog echt contact hebben met voyageurs en zigeuners zijn de aalmoezeniers en vrijwilligers.’

Ook Leon Tambour gaat niet meer naar de vergaderingen in Brussel en heeft zich op zijn eigen sociaal werk teruggeplooid. ‘Zeker de Kosovaarse Roma die wij hier ontvangen, zitten in een uiterst precaire situatie. Wij helpen hen zonder morele oordelen te vellen. Bij ons is er in dertig jaar alvast nooit één euro gestolen. De meesten hebben geen papieren en moeten overleven door plantrekkerij. Daarom denken ze vaak alleen op korte termijn. Zodra ze papieren hebben, zie je dat ze zich meer proberen te integreren, al blijft begeleiding ook dan nodig. Het stigma en de vrees zijn erg groot. Ze zijn nu natuurlijk meer zichtbaar dan dertig jaar geleden, en dat maakt samenleven niet makkelijker, ook niet in Antwerpen Noord, waar ze hier meestal wonen. De Belgische zigeuners klagen soms dat ze door de nieuwkomers in een slecht daglicht worden gesteld. Maar toch zijn er al meer contacten tussen de diverse groepen. Zij delen dezelfde geschiedenis van vervolging en uitstoting.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content