In Brussel krijgt de Vlaamse kiezer straks de keuze tussen twee “open stadslijsten”.

Het partijbestuur van de Brusselse VLD zette zaterdag het licht op groen voor een alliantie met de VU in de hoofdstad. Ze zullen zich op 13 juni 1999 met enkele “onafhankelijken” aan de kiezer presenteren voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De eerste drie plaatsen van de lijst gaan naar Annemie Neyts (VLD), Sven Gatz (VU) en Guy Vanhengel (VLD). Neyts blijft evenwel ook de Europese VLD-lijst trekken die naar alle waarschijnlijkheid zal worden versterkt met VRT-journalist Dirk Sterckx, ten koste van Mimi Kestelijn of Willy De Clercq. Dàt moet nog worden uitgevochten in de Melsensstraat.

Ook de naam van Bert Anciaux zal op de Brusselse stadslijst prijken, zij het als laatste opvolger. Uit sympathie dus. Als vierde effectieve komt Fouad Ahidar, die in de hoofdstad bekendheid geniet als medewerker van het allochtone Molenbeekse jeugdhuis Centrum West. Een andere onafhankelijke is Guido-Jan Bral van TV Brussel. Vanhengels grootste kwelgeest in eigen huis, Leo Goovaerts (VLD), zal er niet bij zijn. Die kreeg van Guy Verhofstadt al een plaatsje op de senaatslijst.

Vlaamse politici in de hoofdstad pijnigen al enkele jaren hun hersenen over een geschikte politieke strategie voor Brussel. Het scenario van een strikt communautair front, om de Vlaamse zitjes in de Hoofdstedelijke Raad te beveiligen, werd al snel verlaten. Politici als Anne Van Asbroeck (SP), Vic Anciaux (VU) of Gatz hebben binnen hun partijen monnikenwerk verricht om hun collega’s ervan te overtuigen dat er in Brussel meer op het spel staat dan dat. Het hoofdstedelijke samenlevingsmodel dat wordt bedreigd, is almaar minder te herleiden tot de verhouding tussen Vlamingen en Franstaligen.

Te veel grootstedelijke problemen ontsnappen aan het oog als er louter door een communautaire bril wordt gekeken. Kuregem is er een schrijnende illustratie van. Dat die verwaarlozing alleen extreem rechts in de kaart speelt, beseft iedereen. Het is het slechtst denkbare perspectief voor zowel het communautaire als hetreële sociale Brusselse samenlevingsmodel, met de allochtonen erbij. Ook daarom liep geen enkele Vlaamse partij warm voor een anti-Vlaams-Blok-front op zijn Antwerps. Een te groot cadeau voor die partij. Brussel, zo groeide het inzicht, moet op 13 juni 1999 zowel uit handen worden gehouden van politici die de hoofdstad gebruiken in een groter communautair schaakspel, als van extreem rechts.

DE VRIJAGE TUSSEN VLD EN VU

Bref, zowel SP, Agalev, VU als VLD zagen in dat het cement voor een hoofdstedelijk front de stad zelf en haar concrete problemen moest zijn. En dat is ook de inspiratie van het tweetalig manifest, Lettre d’Amour, dat deze zomer werd geschreven door drie liberale ketten: Vanhengel, Stefan Ector en Herman Mennekens. Dat manifest moest leiden tot een brede beweging van Brusselse democraten. Het is uiteindelijk het uitgangspunt geworden voor de vrijage tussen VLD en VU. Meer bleek niet haalbaar.

Nochtans kon de visie van die liefdesbrief – “filosofisch liberaal, maatschappelijk progressief, sociaal en op mensenmaat” – ook sommige Brusselse socialisten en groenen best charmeren. Jarenlang was ook de liefde tussen SP, Agalev en VU zeer groot. Brussel was zelfs de enige plaats waar het Sienjaal van Maurits Coppieters iets tastbaars opleverde. Veelvuldige contacten tussen die drie partijen leidden enkele maanden geleden nog tot een stadsproject dat van dezelfde grootstedelijke geest getuigde als Lettre d’Amour.

Maar een breder front voor Brussel mislukte door partijpolitieke angels. “Met Agalev was er geen probleem”, zegt Sven Gatz. “Maar toen het moment van de waarheid aanbrak, liep het spaak met de SP. Een aantal leidende figuren van die partij vertegenwoordigt een conservatisme waar onze achterban zich niet mee kan verzoenen.” Concreet: de VU wilde niet samen op een lijst met Rufin Grijp (SP). De VU trok zich terug uit de Sienjaal-groep; SP en Agalev vormden dan maar samen met enkele “onafhankelijken” een “open stadslijst”. Bovendien betrouwde de SP de Lettre d’Amour niet, veeleer omdat het van de VLD uitging dan om de inhoud.

Het nettoresultaat is dat er op 13 juni twee “open stadslijsten” komen, beide met een meertalige campagne. De CVP rijdt alleen, hoewel ook daar sommige Brusselaars zoals Jos Chabert een gelijkaardige “andere” stedelijke kijk koesteren. En dat is een kijk die wel eens wil verschillen van de “Vlaanderen laat Brussel niet los”-politiek van Luc Van den Brande (CVP).

FILIP ROGIERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content