Paul De Keersmaeker speelt een belangrijke rol als verankeraar van de grote Belgische nutsgroep Tractebel. En ook in andere groepen is hij prominent aanwezig. Een gesprek met de politicus met de twee levens.

De Belgische nutsgroep Tractebel geraakte als het ware op voet van oorlog met zijn Franse controlerende aandeelhouder Suez Lyonnaise des Eaux. Het leek erop alsof het land opnieuw een van zijn belangrijkste industriële bedrijven zou verliezen. In volle strijd volgde plots het communiqué dat het strategisch comité van Tractebel een nieuwe topman ter opvolging van de flamboyante Philippe Bodson verkoos. Paul De Keersmaeker had toegeslagen: hij zit namelijk het strategisch comité voor.

De Keersmaeker kent dit soort werk. Sedert hij als politicus met pensioen ging, floreert hij in het bedrijfsleven.

Als politici de Wetstraat verlaten, deemsteren ze vaak weg. U bekleedt indrukwekkende functies in het bedrijfsleven. Sommigen beschrijven u als de enige geslaagde politicus op pensioenleeftijd.

Paul De Keersmaeker: Ik zag collega’s-politici die op het einde van hun loopbaan niet goed hun draai konden nemen. Ik had mezelf gezworen dat mij dit niet zou overkomen. Ongetwijfeld had ik langer in de politiek kunnen blijven. Ik heb het tot de laatste dag met passie gedaan, maar het leven eindigt niet met de politiek.

Het bedrijfsleven is voor mij geen nieuwe wereld. Ik was jarenlang actief als brouwer in Brouwerij De Keersmaeker in Kobbegem. Wat me trouwens, zoals dat in Vlaanderen traditie was, de burgermeestersjerp opleverde en zo de weg naar de nationale en Europese politiek opende. Alles samen heb ik 37 jaar in de politiek gezeten. Dat is meer dan genoeg. De lange politieke ervaring, vooral die in Europa, is nuttig gebleken voor het bedrijfsleven.

Wat doet u liever: de politiek of het zakenleven?

De Keersmaeker: Die vraag verrast mij. Politiek en zakenleven staan niet los van mekaar. Ik moest mijn oude gewaden niet afleggen. Professioneel en deontologisch functioneer ik zoals vroeger in de politiek. Politiek is bijzonder hard werken: het zit vol met karweien, met de stress van de verkiezingen ook. Het is dermate belastend dat het zonder een tikkeltje roeping niet te doen is. Ik heb mijn kinderen steeds voorgehouden alleen aan politiek te doen op twee voorwaarden. Ze moeten in staat zijn hun eigen zaken te regelen – de mensen kunnen geen politieke bekwaamheid verwachten van iemand die zijn eigen onderneming niet kan doen draaien. En, tweede voorwaarde, men moet een beroep op hen doen. Als die twee voorwaarden vervuld zijn, moeten ze ja zeggen. Dat is dienstbaarheid aan de maatschappij, vind ik persoonlijk.

Uiterst zelden slagen politici in het zakenleven. Het omgekeerde lukt ook niet makkelijk. Ondernemers in het parlement – Aimé Desimpel of Fernand Huts bijvoorbeeld – maken daar geen sterke indruk.

De Keersmaeker: Ook de mensen uit de media doen het in de politiek niet schitterend. Voor de opdracht van politicus is iets van een roeping nodig – la passion de la chose publique, zeggen de Fransen – en een specifiek talent, dat te maken heeft met luisteren, communicatie en verwoorden. Ook de onderneming heeft een maatschappelijk belang, zij het niet met dezelfde draagwijdte en noblesse. Ik ben voor meer mobiliteit tussen politiek en bedrijfsleven, zoals in de Verenigde Staten. Er zit te weinig bedrijfseconomische ervaring in de politiek, zeker in het parlement. Hoewel de meerderheid van de politici er zich in tegenstelling tot vroeger wel van bewust is dat de economie ons dagelijks lot is.

Philippe Bodson, die als topman Tractebel moest verlaten, ambieert nu een politiek mandaat. Zal de manager niet schrikken?

De Keersmaeker: Ik vind het een goede zaak. Hij heeft een meer dan minimale kennis van het politieke leven. Het zal voor hem een heel nieuwe ervaring zijn. Wij wensen hem allemaal het beste.

Is een bedrijfsleider niet te ongeduldig voor de moeilijke politieke besluitvorming?

De Keersmaeker: O ja. Mijnheer Huts heeft dat ook gezegd. Ook voor mij was het voor een stuk frustrerend, maar je moet aanvaarden dat er een processie van Echternach nodig is om iets politiek gerealiseerd te krijgen. Wie daar niet tegen kan, zit elke dag onder de zenuwen. Toch combineren sommigen het ideaal. Eerste minister Jean-Luc Dehaene heeft visie maar ook daadkracht, handigheid en geduld om dingen erdoor te sluizen.

In het bedrijfsleven bestaat heel wat wrevel over de politiek. Er is kritiek op de traagheid, de irrationaliteit…

De Keersmaeker: In de politiek is gelijk hebben één zaak, en gelijk krijgen een andere. Het gelijk in de politiek gebeurt altijd in confrontatie met het gelijk van de anderen, dus is het een zaak van overleg. Dat vergt tijd.

Zowat zeven jaar geleden kwam u in de raad van bestuur van de nutsholding Tractebel. De groep, met zijn monopolies voor elektriciteit en gas, had een ietwat moeilijke verhouding met Vlaanderen. Sommigen beschreven u als de Vlaming van dienst.

De Keersmaeker: Ik ben Vlaming en van dienst ja, maar niet in de karikaturale betekenis; niet als excuus om een relatief onevenwichtige communautaire toestand te bestendigen. Men verwachtte van mij inderdaad ook dat ik de relatie tot Vlaanderen zou verbeteren. Veel is inmiddels gebeurd. De bemanning is evenwichtiger, zowel in de raad van bestuur, als in de algemene directie en op kaderniveau zijn er meer Vlamingen dan vroeger, en op belangrijker posten.

Tractebel paste ook zijn structuren aan. Elektriciteitsdochter Electrabel herschikte zijn distributieregio’s in het raam van de regionalisering van het land. In de afvalsector is Watco Vlaanderen opgericht. Alle Vlaamse luiken van de engineering zijn in Technum gehergroepeerd, dat binnen de groep beheersautonomie geniet. Er zijn nog voorbeelden.

De jongste tijd kende Tractebel wel andere problemen. De verhouding tussen het Brusselse huis en de Franse controlerende aandeelhouder Suez Lyonnaise des Eaux stond zeer gespannen. U hebt als voorzitter van het strategisch comité van de Belgische groep een belangrijke rol gespeeld in de oplossing van de crisis. Neemt Tractebel nu een nieuwe start?

De Keersmaeker: Er is geen nieuwe start. Tussen Suez Lyonnaise, de Generale Maatschappij van België en Tractebel is een regeling getroffen die twijfels, moeilijkheden en spanningen heeft weggenomen.

Topman Philippe Bodson leek wel acteur in een Shakespeare-drama. Hij is de man die Tractebel succesvol maakte en moest vertrekken.

De Keersmaeker: Ik kan begrijpen dat het op die manier wordt voorgesteld. Voor de mensen die Bodson bewonderen en steunen – onder wie ikzelf – is het ook een persoonlijke moeilijkheid. Ik ging bijna zeggen drama, maar wat is een drama? Over de deliberatie in die zaak ben ik gehouden tot vertrouwelijkheid. Maar inderdaad, de verdiensten van Bodson zijn formidabel. De kwaliteit van zijn management was onbetwistbaar. Vanaf het einde van de jaren tachtig heeft hij de Tractebelgroep sterk gestructureerd. Hij startte de internationalisering, met fenomenale resultaten. Misverstanden en vertrouwensbreuken mogen die resultaten niet in gevaar brengen. Wat telt, is het belang van de onderneming.

Is dat met een nieuwe topman zo eenvoudig opgelost?

De Keersmaeker: Zijn opvolging door Jean-Pierre Hansen, een bekwame en gedetermineerde man die totnogtoe Tractebel-dochter Electrabel leidde, heeft nieuwe voorwaarden geschapen, die de verworvenheden qua resultaten en ontwikkeling bestendigen. Het gaat om de explicitering – ik zeg heel opzettelijk explicitering omdat het om verduidelijking en institutionalisering gaat en niet om vernieuwing – van de plaats die Suez Lyonnaise de industriële holding Tractebel biedt.

Wat moest dan zo hoognodig worden geëxpliciteerd?

De Keersmaeker: Bij de fusie van Suez-Lyonnaise des Eaux, een paar jaar geleden, bestond bezorgdheid over een mogelijke belangenvermenging die Tractebel zou schaden. Aan de voorwaarden van de regering is toen tegemoetgekomen met een statutenwijziging. Die regelt de beheersautonomie en de beveiliging tegen belangenconflicten vanuit de filosofie dat Tractebel Belgisch is en blijft en zich vanuit België verder internationaal ontwikkelt, in het bijzonder in haar core business, de energie. Gérard Mestrallet, de topman van Suez Lyonnaise, kondigde toen al Tractebel aan als de energiepool van de groep. Nadien is daar in België twijfel over gegroeid. Men vroeg zich, bijvoorbeeld, af of het wel om dé energiepool ging, dan wel over een energiepool als onderdeel van een groter geheel in Parijs. De vorming van het complex Fortis-Generale Bank veroorzaakte bovendien vertraging – overigens is het een heel werk zoiets op te zetten. Nu zijn de vroegere engagementen van Parijs voor Tractebel in alle duidelijkheid bevestigd.

Heeft Tractebel zich daardoor versterkt?

De Keersmaeker: Ik heb Mestrallet altijd gezegd dat zijn woorden in de lucht blijven hangen zolang het engagement niet institutioneel in de betrokken ondernemingen is verwerkt en er geen industriële visibiliteit van is. Dat was voor een stuk het probleem van Philippe Bodson. Als antwoord is Mestrallet zijn verklaring komen bevestigen voor het strategisch comité. De plaats van Tractebel past nu in een institutioneel proces. Dat is een verbetering, wij kunnen de uitvoering ervan toetsen. Dat is ook in het belang van Parijs. Hier wordt de cash geproduceerd, de internationale ontwikkeling geleid.Suez Lyonnaise stelt zich internationaal voor als een multinationale en in essentie binationale Frans-Belgische groep. Het is dus evident dat de succesvolle Belgische tak blijft bestaan en zich verder ontwikkelt.

De schrik heeft altijd bestaan dat Suez Lyonnaise die schone brokken van Tractebel meepikt.

De Keersmaeker: Dat doet zich niet voor. Het strategisch comité, dat de eventuele belangenconflicten bewaakt, heeft vastgesteld dat de eerste keer dat er zich een probleem had kunnen voordoen, in de afvalsector, Suez Lyonnaise spontaan voorstelde haar Page in België terug te trekken om de plaats open te laten voor Tractebel. Wij gaan nu zelf een dikke brok meepakken: Elyo met 15.000 mensen en 84 miljard frank zakencijfer.

Het is evident dat de activiteitspool water in Frankrijk ligt. De dimensie van Lyonnaise is op dit vlak vele malen groter dan die van Tractebel, voor wie water niet eens tot de core business behoort. Die polenoplossing gaan wij niet automatisch toepassen op Fabricom, de industriële diensten en afval. Wij gaan aan taakverdeling doen, wat aansluit bij de grote mogelijkheden van Watco in België en Nederland.

Velen zagen in de fusie van Tractebel met zijn dochters Electrabel en Distrigas dé oplossing voor de verankering van de nutsgroep in België.

De Keersmaeker: Ik heb het altijd betreurd dat sommigen, en met name in de pers, de fusie als prealabel stelden. Het zag eruit alsof de voorstanders van de fusie de goeden waren, de tegenstanders de slechten, de Belgen tegen de Fransen. Zo stelt het probleem zich niet. Dat moet zakelijk worden bekeken. De algemene directie heeft de opdracht gekregen om voor het strategisch comité en de raad van bestuur een plan uit te stippelen met voorstellen – sans limitation, sans obsessions, sans tabous – voor structurele aanpassingen, die nodig zijn om de kracht van de Belgische groep te versterken. Mestrallet heeft gezegd dat, als blijkt dat de fusie de beste oplossing is, hij die zal aanvaarden. Op voorwaarde evenwel dat de meerderheidspositie van Suez Lyonnaise in Tractebel niet ter discussie komt. Over de fusie moeten wij geen intentieprocessen meer maken, het is een zakelijk proces.

België is Tractebel niet kwijt?

De Keersmaeker: Wij zijn Tractebel niet kwijt. Wie betreurt dat dit gebeurt met meerderheidshulp van Frans kapitaal, moet twee dingen weten. De geschiedenis van de gemiste kansen is niet te herstellen. Het Frans kapitaal is er gekomen omdat er geen Vlaamse of Belgische groepen kandidaat waren om die plaats in te nemen. Tien jaar geleden niet tijdens de Generale-affaire, en evenmin twee jaar geleden bij de herschikking van het kapitaal van Tractebel. Voorts moet het in de Europese context van vrij kapitaalverkeer neutraal zijn van wie het kapitaal komt, met respect natuurlijk voor de dienstbaarheden van de thuisbasis en de overheid. Tractebel is en blijft hier en kan, zoals de ambitie vandaag luidt, zeker in de sector van de energie de wereld veroveren.

In vergelijking met Tractebel lijkt uw voorzitterschap van de brouwersgroep Interbrew een rustige en aangename job.

De Keersmaeker: Jaren geleden maakte Interbrew de keuze: bier is onze core business. Dat was niet zo vanzelfsprekend. De groep zelf was toen nog niet zo internationaal als nu en diversificatie klonk heel populair – intussen zijn daar wel veel conglomeraten aan ten onder gegaan. Vanuit die filosofie zijn wij de wereld ingetrokken, met in 1995 de formidabele overname van Labatt in Canada. Onze mondiale ambities rijken tot China, Korea, Rusland en vanuit Amerika stilaan, want het gaat daar iets trager, naar Centraal- en Latijns-Amerika. Wij hebben geen merk dat wereldwijd dominant is zoals Heineken. Maar wij beschikken over de vakkennis en de financiën voor aquisities in het buitenland – met respect voor de local assets, de merken, de mensen en de installaties. Dat verloopt eigenlijk zeer goed.

Interbrew is een van de weinige globale ondernemingen in België. Hoe komt het dat de groep niet in buitenlandse handen viel, maar zelf via talrijke overnamen groeit?

De Keersmaeker: Dankzij corporategovernance, deugdelijk bestuur. Het aandeelhoudersschap is relatief verspreid over verschillende familiale groepen. Het is moedig en beschikbaar.

Als bestuurder van de KBC Bank zit u volop in de fusie.

De Keersmaeker: Het is een formidabele ontwikkeling, ongelooflijk. Twee jaar geleden begonnen de gesprekken tussen KB, Cera en ABB. Vandaag is de samenwerking operationeel en met de eerste goede resultaten. De partners waren duidelijk verschillend, maar het is een voordeel dat ze tot eenzelfde cultuur behoorden en al via een kruisaandeelhoudersschap een zekere verwantschap hadden.

Beschikt KBC nu over voldoende volume om een grote Europese en internationale rol te spelen?

De Keersmaeker: Wij hebben een balanstotaal van 6000 miljard frank. Dat is een groot verschil met vroeger. In een eerste fase zijn wij bezig met de interne consolidatie. De eerste zorg is niet opnieuw een major step te zetten. Dat wij onze participatie in CCF op een hoger peil brachten, bewijst evenwel dat wat in Frankrijk gebeurt, ons niet onverschillig laat. Overigens brengen wij overal organische groei tot stand in onze activiteiten.

Niettemin blijven vermeende affaires de bank treffen. KB Lux en andere.

De Keersmaeker: We zijn zeer ongelukkig over de eenzijdige manier waarop dat belicht wordt. Gedelegeerd bestuurder Remi Vermeiren heeft onze wrevel verwoord, meer valt daar niet over te zeggen.

U was tien jaar staatssecretaris voor Europese Zaken en zeven jaar Europees parlementslid. Kon de recente crisis met de Europese Commissie u nog boeien?

De Keersmaeker: Het is een accident. Het Parlement heeft de rol gespeeld die men van haar kan verwachten. Romano Prodi zal een credibel voorstel moeten doen voor een Europese Commissie waarmee het Parlement kan leven. Dat is een stap vooruit. Maar natuurlijk staat Europa nog ver af van een parlement dat eenzelfde invloed heeft op de besluitvorming als de parlementen op de regeringen van de lidstaten. Dat blijft een zorg, temeer daar Europa almaar belangrijker wordt voor het dagelijkse leven. De tijd dringt.

De Europese top heeft een akkoord bereikt over de Agenda 2000; voor de uitbreiding van de Unie en de financiering ervan. In Berlijn gaven ze blijk van veel koopmanschap.

De Keersmaeker: Ik herken de Europese Unie in al zijn glorie, met zijn marathons en kleine compromissen vooruit. Waarschijnlijk is dat nog zo slecht niet. Europa werkt een beetje met compromissen à la Belge. Maar het gaat duidelijk vooruit.

Intussen verkeren grote delen van de wereld in economische crisis. Azië, Rusland, Latijns-Amerika: stevent de wereld af op grote problemen?

De Keersmaeker: Ik denk het niet. Er is een proces van multilateralisering aan de gang, met grote economische gehelen: de Europese Unie, Nafta in Noord-Amerika, Mercosur in Latijns-Amerika en andere. De Wereldhandelsorganisatie, het Internationaal Monetair fonds, de Wereldbank, het zijn stevige multilaterale structuren. Daardoor evolueert de wereld macro-economisch in de goede richting, met de bedenking dat dit natuurlijk niet zonder weeën gaat. Dat de economie sneller evolueert dan de politiek is een probleem op zich, ook voor het onder controle krijgen van de maffia, de zwarte economie, het terrorisme en de onderontwikkeling. Maar dat het samenspel van democratie en vrijemarkteconomie het best bijdraagt tot welvaartscreatie vindt stilaan overal doorgang. Daarom draagt het kapitalisme een zware verantwoordelijkheid. Het is niet neutraal en niet toevallig dat nu processen zoals deugdelijk bestuur van ondernemingen en participatie van werknemers aan de orde zijn. Het kapitalisme moet zich ook aanpassen. Als er te veel verliezers zijn, komen er spanningen en dreigt implosie. Geen enkel systeem kan functioneren zonder een minimale sociale cohesie. Ondanks de problemen in Azië, Rusland en Latijns-Amerika, en de crisissen onderweg, zitten wij niet op de glijbaan. Er bestaat een common feelingdat het veeleer in de goede richting evolueert.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content