Volgende week organiseert de Vlaamse regering een ‘vierkante tafel’ over de havens. Hoog tijd om te onderzoeken waarom er bijna geen allochtonen dokwerker kunnen worden.

Het tocht aan de poorten van het Kot. Aan het aanwervingsbureau voor dokwerkers wordt sigaret na sigaret gerookt. Ook binnen in de grote hangar is het kil. Als de bel gaat, dringen ze naar de ploegbazen op de brug om werk te krijgen. In exact tien minuten moet alles geregeld zijn. Daarna druipen de overblijvende dagloners af naar het loket om hun ‘boek’ af te stempelen. Het stempelgeld is 67 euro per dag, niet niks. Volgens Da-niël Schoels, diensthoofd van de VDAB, zijn hier sinds begin dit jaar gemiddeld 400 dokwerkers per dag werkloos.

Op het eerste gezicht zijn er geen allochtonen te herkennen. Volgens de werkgeverscentrale Cepa telt de pool van dokwerkers 6808 mensen. Naar nationaliteit gezien zijn er slechts 99 migranten (1,45 procent). Ruim de helft zijn Nederlanders. Slechts 9 van hen (0,14 procent) hebben een nationaliteit van buiten de Europese Unie, waarbij 4 Marokkanen en 1 Turk. Daar kun je nog wat Belgische allochtonen bijtellen, maar veel zal dat niet zijn. Als je dat vergelijkt met de logistieke arbeiders – die niet in het poolsysteem zitten maar door de firma’s rechtstreeks worden aangetrokken – is het verschil al markant: 9,27 procent vreemdelingen.

Ook het gemeentelijk havenbedrijf telt maar 25 allochtonen op 1638 mensen (1,52 procent). Zegt de Antwerpse VDAB-directeur Luc Hostens: ‘De werkloosheid is in Antwerpen gezakt tot 12 procent, wat nog dubbel zo hoog is als het Vlaamse gemiddelde. Daarvan is 45 procent allochtoon. De allochtone werkloosheid is sinds 2005 met 9 procent gedaald. Maar inderdaad: de haven heeft het imago een witte vlek te zijn. Er werken zeer weinig allochtonen. Is het omdat zij de haven niet kennen? Of is het omdat de aloude selectieprocedures niet toegankelijk genoeg zijn?’

Waarom blijft de pool van dokwerkers blank gebied? Daar wil niemand uit de sector officieel op antwoorden. Dokwerker kun je niet zomaar worden. Je moet je eerst bij een van de drie vakbonden inschrijven. Die zetten je op hun wachtlijsten, waar al enkele duizenden namen op staan. Als er in de pool plaats is voor nieuwe dokwerkers, mogen de vakbonden volgens een verdeelsleutel hun kandidaten voordragen. Je moet wel aan de voorwaarden voldoen: psychotechnische tests invullen op de computer, voldoende taalkennis bezitten, drie weken les volgen en slagen in de eindproef.

Het is volgens insiders niet evident om aan een ‘boek’ te raken, en connecties helpen daarbij. De vakbonden controleren de instroom bijna volledig. De syndicale bonzen reageren erg afwerend en geprikkeld op deze kwestie.

FRANS JACOBS (ACV-Transcom): Er staan misschien weinig allochtonen op onze wachtlijst omdat er zich weinig aanmelden. Mijn deur staat open voor iedereen, wit of zwart. Wij sturen er ook door, maar misschien zijn de tests en de taalkennis een probleem? Ze moeten aan de voorwaarden voldoen, zoals iedereen.

De vakbonden bepalen toch wie in aanmerking komt.

MARC LARIDON (ABVV-BTB): Ach, ik heb net nog twee of drie allochtonen aan-geworven.

Aangeworven?

LARIDON: Enfin, hun dossier opgemaakt. Het is trouwens niet de vakbond maar het paritair comité dat havenarbeiders erkent. Natuurlijk speelt in onze sector een traditie van vader op zoon. Maar geloof toch niet dat wij geen vreemdelingen willen. Dat is zoals de fabel dat de dokwerkers Vlaams Blokkers zouden zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content