Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De ministers Karel Pinxten en Marcel Colla wringen zich in vreemde bochten om zich uit het kippenschandaal te praten. Het verhaal van een mislukking.

Onze varkens worden volgepompt met antibiotica en kalmeringsmiddelen. Onze koeien krijgen hormonen te verwerken en gekmakende prionen die ze opnemen via de karkassen van ziek gestorven schapen, waarvan op maximaal rendement beluste onverlaten vonden dat ze tot veevoeder konden worden vermalen. De kippensector bleef buiten schot. Hij deed het zelfs goed, want varkenspest en gekkekoeienziekte dreven consumenten naar het spit.

Tot eind vorige week de kippenkwekers plotseling het advies kregen om alle Belgische kippen en eieren uit de handel te nemen. Een zware besmetting metdioxines teisterde de kippenwereld. De zoveelste illustratie van de excessen die gepaard gaan met de ontwikkeling van economisch efficiënte landbouwpraktijken. Het gaat al lang niet meer om die ene rotte appel in de mand. De sector zit vol zieke plekken. En blijkbaar krijgt niemand die weggesneden.

Dioxines zijn in Vlaanderen een symbool geworden van wat er mis kan gaan met ons leefmilieu. Daarom waren minister van Landbouw Karel Pinxten (CVP) en zijn collega van Volksgezondheid Marcel Colla (SP) er als de kippen bij om te benadrukken dat hen geen schuld trof: ze hadden gedaan wat ze moesten doen. Volgens insiders is het echter onbegrijpelijk dat er bijna een maand is verlopen tussen de – officieel toegegeven – vaststelling dat er dioxines in het kippenmeel aanwezig zijn en de waarschuwing dat het eten van kippen en eieren gevaarlijk kan zijn. De term “doofpotoperatie” was de voorbije dagen niet uit de lucht.

“Deze crisis illustreert perfect dat de overheid de volksgezondheid niet als een prioriteit beschouwt”, stelt Vera Dua van Agalev. “Er werden grote inspanningen geleverd om uit te zoeken waar de besmetting vandaan kwam. Het gaat om een sector met tienduizend werknemers, en de eisen voor schadevergoeding zullen hoog zijn. Die zal de overheid willen verhalen op de verantwoordelijken voor de besmetting. Maar mij stoort het mateloos dat er duidelijk geen reflex was om gelijktijdig een onderzoek te doen in de consumentensector, en na te gaan of er risico’s waren voor de volksgezondheid. Toen eind vorige week de consumenten eindelijk werden ingelicht, waren de besmette kippen en eieren al lang verbruikt. Dat getuigt van een schromelijke nalatigheid.”

MOTOROLIE IN FRIETVET

De problemen begonnen toen in januari in de vetsmelterij van Jan Verkest uit Deinze dierlijk vet vermengd raakte met minerale afvalolie. In ons land zijn een twintigtal bedrijfjes gespecialiseerd in het ophalen van energierijk vet bij slachthuizen en vleesbedrijven, en frietvet bij de horeca en – via containerparken – huisgezinnen. Een deel van het besmette lot werd verkocht aan veevoederfabrikant De Brabander uit Roeselare, die ook kippen produceert. Zoals overal in de veesector worden 95 procent van onze kippen onder contract met een veevoederfabrikant gekweekt, zodat de kwekers niet kunnen kiezen waar ze hun voeder halen. Eerst werd gerekend met negen Belgische veevoederbedrijven en een tweehonderdtal pluimveekwekerijen die met het vervuilde vet in contact kwamen. Afgelopen maandag telde Volksgezondheid al meer dan vierhonderd besmette bedrijven.

In februari was er in de legbatterijen van De Brabander een dramatische daling van de legproductie van “moederkippen”, en een vermindering van het “uitkippingspercentage”: de hoeveelheid kuikens die uit hun ei komen. Het onderzoek verliep moeizaam, maar leidde uiteindelijk naar het vet van Verkest. Er werd pas in laatste instantie aan dioxines gedacht. Het is niet evident dat er dioxines in veevoeder terechtkomen. Volgens de wetenschappelijke literatuur was er maar één precedent: een dioxinevervuiling in een Amerikaanse kwekerij die aan de fastfoodketen Kentucky Fried Chicken leverde.

De twee belangrijkste sporen die bij het onderzoek naar de bron van de besmetting gevolgd worden, zijn dat er in een containerpark per vergissing of als smakeloze grap motorolie bij frietvet gegoten werd, of dat het probleem bij Verkest werd ingevoerd vanuit Nederland, waar een – voorlopig onbekend – bedrijf industriële afvalolie met dierlijk vet zou hebben vermengd. De verwerking van afvalolie in gespecialiseerde verbrandingsinstallaties is duur, wat de illegaliteit in de hand werkt. In het slechtste geval zou de besmetting voortvloeien uit polychloorbifenylen, die zich als een olie kunnen manifesteren. De specialisten van onder meer de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) gaan voorlopig uit van deze hypothese. Wat de zaken nog zou verergeren, want de concentratie van deze vervuilers in vlees kan heel hoog zijn.

EEN MIDDELTJE OM DE PRIJS TE DRUKKEN

Experts zijn er hoe dan ook van overtuigd dat er fraude in het spel is. Roger Saenen van de Boerenbond had het onomwonden over “gangsterisme”. Hij schat dat er tien miljoen kippen van het besmet voeder gegeten hebben, en raamt de schade bij de kwekers voorlopig op bijna twee miljard frank, voor te schieten door de overheid. Professor André Huyghebaert van de Vakgroep Levensmiddelentechnologie van de universiteit Gent vermoedt ook kwaad opzet. “In een normaal productieproces is het uitgesloten dat plantaardige en minerale oliën gemengd worden zonder dat de verantwoordelijken op de hoogte zijn”, verklaarde hij aan De Morgen. “Dat het om een vergissing gaat, moet men mij niet wijsmaken. Volgens mij gaat het om een bewuste daad om de prijs te drukken. Om zo goedkoop mogelijk te produceren, lengt men het dure plantaardige recuperatievet aan met afvalolie.”

Verkest werkte met een Belgische en drie Nederlandse toeleveranciers. Het is dus niet bewezen dat hij schuldig is. Maar hij zit in ieder geval in de nesten. Ovam wijst erop dat hij geen vergunning heeft voor industriële afvaloliën. Hij mocht alleen organisch vet verwerken. Tot dusver heeft men ook zijn vergunning voor recyclage van vetten niet gevonden. Dat was een van de punten in het procesverbaal dat de inspectiediensten van Landbouw op 12 april aan het parket van Gent overmaakten. Het parket haastte zich niet om tot de actie over te gaan en is nu boos omdat het nooit werd ingelicht over het feit dat het in de besmetting om dioxines ging. “Op 12 april wisten we dat nog niet”, verdedigt Pinxten zich. “En later had het parket ons zelf kunnen contacteren.”

Pinxten en Colla trokken pas vorige week aan de alarmbel, naar eigen zeggen omdat ze pas toen te horen kregen dat er dioxines in de kippen en eieren zaten. Insiders houden echter hardnekkig vol dat het niet de bedoeling was dat het verhaal in de openbaarheid kwam. In ieder geval stemt de chronologie van de feiten zoals beide ministers die zien (cfr. kader chronologie) niet overeen met deze van de spilfiguur in het dossier (zie kader expertise): veearts-keurder André Destickere van het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK), die in zijn vrije tijd en met toestemming van zijn werkgever, optreedt als onafhankelijk expert voor parketten en verzekeraars. Als expert van de verzekeringsmaatschappij AGF deed hij de eerste vaststellingen bij veevoederproducent De Brabander.

EEN OORVIJG VOOR EEN AMBTENAAR

Op 12 mei trok Colla op de directieraad van het IVK de toestemming voor de cumulatie van Destickere echter in, met de boodschap dat hij ze nooit had goedgekeurd – een blaam voor topman Christian Decoster (CVP) van het IVK, en een oorvijg voor een ambtenaar die tenslotte zijn plicht deed.

In het dossier rond het vleesbedrijf Tragex-Gel was Colla boos omdat hij niet was ingelicht. Hij tekende toen een vergunning voor een bedrijf dat op manifeste fraude was betrapt. “Als Destickere zijn verantwoordelijkheid niet had genomen, had Colla kunnen zeggen dat het IVK niet was ingelicht, en was hij buiten schot gebleven”, analyseert een ingewijde. “Nu draait hij mee in de mallemolen.”

Destickere is vooral boos omdat de ministers de bevolking bewust hebben misleid. Hij zegt dat al op 26 april was aangetoond dat de dioxines ook in de kippen zaten, en niet alleen in het meel. Er was dus geen reden om te wachten tot einde mei om het publiek te informeren. De stap van Colla om op 28 mei alsnog te adviseren alle Belgische kippen en eieren uit de rekken te halen, roept in wetenschappelijke kringen veel onbegrip op: de besmette producten waren toen al lang geconsumeerd. De maatregel versterkte alleen de paniek die door het gedrag van de politieke verantwoordelijken, en vooral door Pinxten, in de hand werd gewerkt.

Want deze keer was het Pinxten die zich achter zijn medewerkers verschool, toen hij maandag toegaf dat er op 26 april inderdaad dioxines in kippenvlees waren aangetroffen. Hij beweerde dat zijn medewerkers hem pas vorig weekend inlichtten. Waarmee hij meteen zijn kabinetschef Piet Vantemsche in de wind zette, die nochtans kandidaat is om Decoster aan de top van het IVK op te volgen.

Om de partij paniekvoetbal vol te maken, besloot de regering ook om de Europese Commissie voor te zijn met een tijdelijke opschorting van de slachtingen van kippen en kalkoenen en ander gevogelte aan te bevelen. Kortom: een opkuisoperatie.

Zelfs als Destickeres verslag van 27 april niet door iedereen goed was gelezen, hadden er veel vroeger maatregelen moeten komen. “Ik begrijp niet hoe men kan veronderstellen dat dioxines uit het voeder niet in een kip terecht zouden komen”, stelt professor Nik Van Larebeke, voorzitter van de commissie milieu en gezondheid van de Vlaamse Gezondheidsraad. “Dioxines breken niet af. Het is evident dat dioxines in het eten van de kip ook in de kip, en uiteraard in haar eieren, terechtkomen, én in de mensen die deze kippen of eieren eten. Het is niet de eerste keer dat het establishment zo’n vaststelling onder tafel wil vegen. Men oordeelt dat de confrontatie met deze problematiek niet wenselijk is.”

Van Larebeke rekende uit dat de crisis zware gevolgen voor de volksgezondheid kan hebben: “De kippen zouden besmet zijn met een dosis van 700 picogramdioxines per gram vet, wat 140 keer de wettelijke norm van 5 picogram is. Wetenschappelijke gegevens wijzen uit dat, als alle tien miljoen Belgen gedurende veertien dagen 450 gram kippenvlees per week zouden eten, we er tussen acht en achthonderd kankergevallen bij zouden krijgen. Er zijn vele onzekerheden in de studies, maar het is een vaststaand feit dat de incidentie van kanker en andere beschavingsziekten stijgt als gevolg van blootstelling aan vervuilende stoffen. Als we preventief willen optreden, hebben we dringend behoefte aan een chemische hygiëne. Dit dossier is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.”

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content