Rond de Albanese Kosovaren ontwikkelt zich nu steeds sneller de maalstroom van een echte oorlog.

De 45 doden van Racak waren eind vorige week nog de inzet van een kille discussie. Wat is er in het weekeinde van 16 en 17 januari gebeurd in het Kosovaarse dorp? Servische troepen waren, nadat enkele van hun gendarmes in een hinderlaag van het Kosovaars Bevrijdingsleger (UÇK) vermoord waren, met tanks en kanonnen en een geweldige overmacht aan een offensief begonnen. Ze hadden daarbij, na overvloedige beschietingen, het dorp Racak ook ingenomen.

Later werden daar, in troebele omstandigheden, 45 lijken gevonden, onder wie drie vrouwen en een kind. Massamoord, terreurexecutie door de Servische troepen of paramilitairen, werd onmiddellijk gezegd, ook door de Amerikaanse diplomaat William Walker, de baas van de observatiemissie van de OVSE (Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa). Wat hem vanwege de Servische dictator Slobodan Milosevic een uitwijzingsbevel opleverde omdat hij “niet objectief” was. Maar daarna weigerde diezelfde Milosevic een internationaal inspectieteam (onder Louise Arbour van het ex-Joegoslaviëtribunaal in Den Haag) toe te laten de lijken te onderzoeken om na te gaan wat er dan wèl gebeurd was, terwijl zijn soldaten die tevoren gewapenderhand uit de moskee van Racak ontvreemd hadden en overgebracht naar het lijkenhuis in Pristina.

Is er geknoeid met die doden? En door wie? Het feit dat de discussie mogelijk is, zegt iets over de slechte reputatie van zowel de UÇK als van de Serviërs. De onderhandelingen over het inspectieteam duren voort.

Intussen heeft de massamoord van Racak ongetwijfeld haar doel bereikt: de boeren uit de streek vluchten weg en laten het terrein aan de vechtersbazen. De internationale gemeenschap constateert het failliet van het nog door Richard Holbrooke afgeleverde staakt-het-vuren en overweegt haar waarnemers terug te trekken. De Navo, de VS en de Europeanen hebben het weer over luchtaanvallen op Servië, en de eventuele noodzaak van grondtroepen. Dit alles verandert de situatie.

DE LOGICA VAN HET BELANG

Wie heeft er belang bij die veranderde situatie? Niet de internationale gemeenschap, die weer met een onontwarbaar kluwen opgezadeld wordt. Niet de Europeanen aan wie gevraagd wordt dringend een coherente politiek voor Kosovo – en niet alleen voor Kosovo maar voor de hele Balkan – voor te leggen, en die daar overduidelijk niet toe in staat zijn. Niet de VS, waar president Bill Clinton wel manmoedig een grote mond kan opzetten over Kosovo, maar waar men er achter zijn rug op wijst dat er nog genoeg àndere landen zijn dan de VS die in de Balkan militair kunnen ingrijpen (en zeker grondtroepen leveren). En ook niet de Navo, waar men best beseft dat luchtaanvallen geen politieke oplossingen in de hand werken en waar men er, in de termen van een commentator, niet veel voor voelt om “de luchtmacht van het UÇK” te worden. De vraag of de voor negentig procent Albanese bevolking van Kosovo er belang bij heeft, kan men best als onbeantwoordbaar in het midden laten.

Maar wie zeker wèl van de nieuwe situatie profiteren, zijn de extremisten. Enerzijds de onafhankelijkheidsstrijders van het UÇK die met elke repressieve actie van de Serviërs meer aanhang krijgen bij de bevolking, en die er dus ook geen been in zien om met een paar moorden hier en een gijzeling daar die repressiegolven uit te lokken en meteen de wapenstilstand op te blazen. Anderzijds de Serviër Slobodan Milosevic, voor wie dit de beste manier is om zijn eigen nationalisten en extremisten in de pas achter zich te houden. Die, als de OVSE-waarnemers zich terugtrekken, een stel lastige pottenkijkers kwijt is. En die zelfs met luchtaanvallen van de Navo (waarvan hij niet gelooft dat ze er zullen komen) misschien veeleer gediend zou zijn, en zeker niet gedestabiliseerd. Zelfs grondtroepen in Kosovo zouden voor Milosevic welkom kunnen zijn: die zouden voor hem het werk van zijn politiemacht kunnen doen. De naam Saddam Hoessein duikt hoe langer hoe meer op in discussies over de toestand.

HET BEVRIEZEN VAN DE ALBANEZEN

Wat het doel moet zijn voor de internationale gemeenschap, en meer speciaal voor Europa, is natuurlijk een politieke oplossing waarbij het wespennest voor lange tijd en liefst voorgoed de kalmte opgelegd wordt die het blijkbaar zelf niet kan produceren. Dat is een hele opgave, die er al ligt sinds de ontbinding van het Ottomaanse rijk: toen heette het “de Oosterse Kwestie”. Een hele opgave vooral omdat noch de Serviërs, noch de Albanese Kosovaren ervan willen weten. En naarmate dat duidelijker wordt, verandert ook de opgave zelf.

Tot voor kort was men het erover eens dat een onafhankelijk Kosovo er niet mocht komen, omdat dat het zekerste recept voor catastrofes zou zijn. Het zou als een magneet werken voor de Albanese minderheden in de omringende landen – meer speciaal Macedonië. En het zou bijna automatisch naar Albanië zelf gedreven worden. Een hergroepering van de ethnische Albanezen in de Balkan zou bovendien onvermijdelijk ook een hergroepering van de andere groepen inluiden: de Serviërs, de Kroaten… En aan de oorlog zou geen eind meer komen, en Bulgarije, Griekenland en Turkije zouden erin meegesleept worden. In dit schema leek het noodzakelijk dat Kosovo Servisch gebied bleef. Met autonomie weliswaar, zo breed mogelijk.

Nu begint het er, in de nieuwe situatie, op te lijken dat dit minder evident wordt, omdat het toch al die richting uitgaat. Dus begint men nu te denken in de richting van een quasi-onafhankelijkheid voor Kosovo dat ten eerste al direct als derde republiek moet worden erkend binnen Joegoslavië – naast Servië en Montenegro – en een zo goed en zo kwaad als het gaat garanderen van de bestaande Albanese grenzen. Men leze: het bevriezen van de Albanezen in de gebieden waar ze zich bevinden.

Het probleem is dat ook deze “oplossing” door niemand aanvaard zal worden, en dat de Europese Unie noch de Navo een plan hebben om ze op te leggen. Want dit is het ware dilemma: om een politieke oplossing te vinden, moet men over de bestaande situatie heen springen. Dat kan wellicht alleen met militaire middelen. Maar militaire middelen sluiten politieke oplossingen uit. Zelfs Bill Clinton kan niet over zijn eigen schaduw springen.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content