De voormalige rijkswachters pleegden tussen 1981 en 1989 een reeks misdrijven, waarvoor ze in 1994 terechtstonden. In zijn boek De laatste leugen geeft Beijer nu toe dat hij in 1981 samen met Bouhouche achter de aanslag zat op majoor Vernaillen.Dat had hij steeds ontkend.

De aanslag op majoor Vernaillen

Op 28 oktober 1981 wordt een aanslag gepleegd op rijkswachtmajoor Herman Vernaillen. Vernaillen is de directe overste van adjudant Guy Goffinon, die het onderzoek leidt in de zaak-François. Als hoofd van het Nationaal Bureau van de Drugs is Léon François in opspraak gekomen omdat verscheidene leden van zijn bureau zich met drugssmokkel hebben ingelaten. De hoofdverdachte van de aanslag is Madani Bouhouche, maar hij wordt vrijgesproken. Vandaag geeft Beijer toe dat hijzelf en Bouhouche wel degelijk achter de aanslag zaten.

De diefstal bij de Groep Diane

Op 31 december 1981 worden uit de kazerne van het Speciaal Interventie Esquadron (SIE) in Etterbeek, beter bekend als de Groep Diane, 27 gesofisticeerde wapens gestolen, onder meer mitrailleurs en riotguns. In 1987 vinden speurders het overgrote deel van de wapens terug in een garagebox van Bouhouche.

De moord op Francis Zwarts

Op 26 oktober 1982 verdwijnt de koerier Francis Zwarts met goudstaven ter waarde van 80 miljoen frank (circa 2 miljoen euro) en diplomatieke post vanuit Rusland, die hij op Zaventem had opgehaald. Het lichaam van Zwarts wordt nooit teruggevonden. Bouhouche en Beijer zouden blijven volhouden dat ze niets te maken hebben met de verdwijning.

Beijer beweert nu dat Bouhouche, die intussen overleden is, hem de moord op Zwarts zou hebben bekend. Hij zegt ook te weten waar het lijk ligt. Sinds de dood van Bouhouche lijkt Beijer zeer gretig om bekentenissen af te leggen. Veel wordt daar echter niet van verwacht.

Detectivebureau ARI

Op 3 april 1983 richten Bouhouche en Beijer een detectivebureau op, Agence de Recherche et d’Information (ARI), een dekmantel voor een reeks criminele feiten. Later zal Beijer aanvoeren dat hij daarbij handelde in opdracht van de Staatsveiligheid, maar zowel leden van de Staatsveiligheid als Bouhouche ontkennen dat. ‘Beijer is een mythomaan’, aldus Bouhouche.

De wapendiefstal bij en de moord op Juan Mendez

Op 15 mei 1985 worden tientallen wapens gestolen bij Juan Mendez-Blaya, FN-wapenfabrikant en vriend van Bouhouche. Een deel van de wapens wordt later teruggevonden in een autobox van Bouhouche en van Beijer.

Op 7 januari 1986 wordt Mendez vermoord teruggevonden in zijn auto langs de snelweg in Rosières. Hij had op die dag een afspraak met Bouhouche, maar die gaat vrijuit.

De moord op Suleiman

Op 2 september 1989 trekken Bouhouche en Beijer naar het appartement van de Libanese diamantair Ali Suleiman, naar verluidt om als privédetectives achterstallige speelschulden op te halen. De discussie loopt uit de hand, Suleiman wordt neergeschoten. Bouhouche en Beijer worden voor de moord veroordeeld tot respectievelijk 20 en 15 jaar cel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content