De verontwaardiging over de sluiting van Renault in Vilvoorde ebt niet weg. Een negatief imago dreigt de Franse autobouwer zwaar te treffen. Europa geraakt in paniek.

R enault Industrie Belgique is niet het eerste bedrijf waar een sluiting totaal onverwacht uit de lucht komt gevallen. Maar met zijn beslissing schrijft voorzitter-directeur-generaal Louis Schweitzer van de Franse autogroep wel geschiedenis. Nooit eerder gebeurde een sluiting zo brutaal ; ze treft een goed draaiende buitenlandse fabriek ; en met 3.100 afdankingen in eigen huis en 1.500 werklozen bij onderaannemers weegt het sociaal drama zwaar. De ?methode-Renault? blijft niet zonder politieke en maatschappelijke gevolgen. De Europese Commissie neigt alvast naar paniek.

Het hele land, half Frankrijk en een stuk van Spanje blijven intussen tegen de beslissing van Boulogne-Billancourt protesteren. De vloed moties is onoverzichtelijk. Ze komt van de gemeente Herent over de Katholieke Arbeidersvrouwen en de garagisten van Fegarbel tot van het Vlaams parlement zelf. De arbeiders van Vilvoorde houden met acties allerhande de druk op de ketel. De vakbonden, die Vlaams minister-president Luc Van den Brande (CVP) best begrepen toen hij zei dat geen wet, decreet of besluit de sluitingsbeslissing kan keren, geloven niet dat de politiek iets kan doen. ?Wij moeten zelf een oplossing afdwingen, met de hulp van de Franse collega’s,? vinden ze.

Met de werkonderbrekingen in Belgische, Franse en Spaanse fabrieken afgelopen vrijdag en de betoging van dinsdag voor het hoofdkwartier in Parijs kiemt een Europese vakbondsactie. Hoewel, solidariteit is niet makkelijk vanwege mensen die zelf voor hun baan vrezen. Dat mochten de Belgen ervaren in Douai bij Renault Georges Besse (zo genoemd naar de topman die in de jaren zeventig door een commando van de terreurgroep Action Directe werd ?terechtgesteld?). Zondag organiseren de bonden in Brussel een betoging voor werk. Minstens 150.000 deelnemers zullen solidair zijn met de Renaultmensen en oproepen voor een sociaal Europa, verwachten de drie bonden.

HET BEDRIJF IS BESMET

Betogende arbeiders roepen om het ontslag van Louis Schweitzer, het wordt een zeer persoonsgerichte strijd. Die wordt mede gevoed door de reacties van de Franse president Jacques Chirac en van zijn eerste-minister Alain Juppé, die zich geschokt noemden. Maar de Franse staat komt als hoofdaandeelhouder niet bij het geprivatiseerde Renault tussenbeide. Een sluiting van een Franse fabriek zou de bewindvoerders immers nog meer ?schokken?. Op de vooravond van de Europese Muntunie kan Parijs best sociale onrust missen. Trouwens Renault dankt in zijn Franse vestigingen ook drieduizend mensen af en verplaatst duizend andere jobs. Terwijl Peugeot vervaarlijk praat over ?de aanpassing van de effectieven?. Intussen blijft Schweitzer voor Vilvoorde de verre boeman. Bewaakt door gorilla’s, herhaalt hij open te staan voor elke dialoog. Maar in Vilvoorde komt hij niet en in Parijs weigert hij de Belgen te ontvangen. Zijn eerdere ontmoeting met de Vlaamse regering verliep kil.

De fall-out van de bom op Vilvoorde daalt nu over de hele Renaultgroep neer. Renault is voortaan een besmet bedrijf. Louis Schweitzer beweert, ongetwijfeld terecht, dat de consument minder bekommerd is om de werkgelegenheid in eigen land dan om de lage autoprijzen. De Europeanen kochten afgelopen jaar inderdaad zo’n 250.000 uit Korea ingevoerde goedkope wagens, het productievolume van een serieuze fabriek. Maar de consumenten zien nu dat de Franse groep zijn werknemers koudweg durft te dumpen en vijftigers als te duur en te traag beschrijft. Het volk van de public relations, de marketing en de verkoop in Parijs zit met de handen in het haar.

De verontwaardiging van de Belgen alleen zou Renault weinig deren. Onze markt is immers klein. Maar Fransen en andere Europeanen noteren dat in Vilvoorde iets serieus gebeurde. Op hun tv-schermen zagen ze dat koning Albert II zich tijdens een bezoek aan de Europese Commissie zeer bezorgd toonde over het lot van Vilvoorde. Voor een aanvaardbare bedrijfsherstructurering, zo geloven velen, zouden kardinaal Godfried Danneels en monseigneur Louis-Marie Billé namens de Belgische en Franse bisschoppenconferenties geen gemeenschappelijke verklaring verspreiden. De bisschoppen stellen dat de eerbied voor de mens vraagt dat hij wordt geïnformeerd over wat zijn toekomst raakt en dat hij wordt betrokken bij de plannen die hem aanbelangen. Ze krijgen de indruk ?dat het economische spel zichzelf in een roes gebracht heeft bij gebrek aan een adequate regelgeving die toelaat de economie meer menselijk te maken.?

Dit imagoverlies en de kans op ernstige sociale problemen in de Franse vestigingen, brachten de beurs tot bezinning. Na de aankondiging van de sluiting sprong de koers van het aandeel met meer dan tien procent omhoog. Het bleef stijgen toen bekend raakte dat Renault ook op de kosten van drieduizend Fransen gaat besparen. Maar de aanhoudende publieke veroordelingen maakten het beursvolk ongerust.

Multinationale groepen als Renault besteden veel geld aan hun goed imago. Voortdurend in de contramine staan, is economisch onproductief. De goede werking van een bedrijf vergt een gunstig beeld bij de bevolking en conflictloze contacten met de overheden. Niet om sociale redenen, maar uit puur eigenbelang. Een slecht imago schaadt de commerciële belangen. Dat hebben de Renaultverkopers in België best begrepen. Of ze nu de beslissing Vilvoorde te sluiten goed- dan wel afkeuren, ze kunnen niet anders dan solidair zijn. Kwestie van de klanten te plezieren. Naar verwachting, kan de sluiting van Vilvoorde hen tien procent verkoop kosten.

DE WERKGEVERS ZIJN KWAAD

De loyauteit van de klanten is een zaak, die van medewerkers en onderaannemers een andere, niet minder belangrijke aangelegenheid. De medewerkers van Renault over heel Europa weten nu dat ze van de ene dag op de andere werkloos kunnen worden. Dat hun werkgever hen niet als medewerker maar als werkkracht beschouwt, doet aan de productielijnen de motivatie en de inzet verdampen. Dure investeringen om de efficiëntie en de kwaliteit van de arbeid te verbeteren, gaan snel verloren. Ook de loyauteit van het meesterpersoneel en het kader verzwakt. In Vilvoorde werd iedereen werkloos, jarenlange overuren ten spijt. Renault verliest zijn aantrekkingskracht om de beste kaders aan te trekken. Grote ondernemingen lijden trouwens vrij algemeen onder de tendens van universitairen om kleine en middelgrote ondernemingen te verkiezen, het is er plezieriger en vooral dankbaarder werken.

Onderaannemers weten nu wel dat het risicovol werken is voor een autogroep. Verfijnde technieken van just in time, alles goed en wel, maar in een klap verliezen ze hun klant. De geroemde integratie van de onderaanneming in de autobouw leidt, als gevolg van een groepsherschikking, regelrecht tot faillissementen. Willy Van den Eynde van Damiaanreizen, die al dertig jaar voor Renault zorgt voor het personeelsvervoer naar Vilvoorde, kreeg nog altijd geen bericht. Alsof hij zijn onderneming niet aan de sluitingstoestand moet aanpassen.

Het ?patronaat? beschouwt zichzelf als een grote verliezer in het sluitingsepos. Het vertrouwen van de werknemers en van de bevolking in de ondernemingen gaat verder achteruit. Vooral de industriële bedrijven lijden onder die negatieve visie. Bij hun rekrutering geraken ze in ademnood, de kwaliteit van het arbeidsaanbod verschraalt. Jongeren trekken minder dan vroeger naar technische scholen, zij en hun ouders geloven niet langer in de toekomst van het fabriekswerk. Hogescholen en universiteiten leveren onvoldoende ingenieurs af. De besten kiezen voor de dienstensector, ingenieurs zitten nu zelfs op banken.

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) veroordeelt dan ook op een ongewoon harde wijze de ?brutale beslissing? van Renault. ?Dat is geen verantwoord ethisch en sociaal gedrag,? zei voorzitter Karel Boone. ?Een bedrijf bestaat niet los, ergens op een eiland, maar staat middenin de maatschappij. En heeft dus een sociale verantwoordelijkheid.? De Belgische werkgevers doen geen poging om de verloren eer van de Franse autobouwer te redden, integendeel. Zij vrezen bovendien dat Vilvoorde zwaar op het nu startende sectorieel overleg over loonmatiging en werkgelegenheid zal wegen. Een betoging voor werk zonder het geval Renault zou inderdaad maar een schijntje zijn van wat het zondag wordt.

NIEUWE SOCIALE SPELREGELS

Europa verkeert in paniek. Brussel heeft geen antwoord op de klachten dat Europa meer banen vernielt dan het schept. Dat een Eenheidsmarkt en een Muntunie wel mogelijk zijn, maar een sociaal beleid niet. De sluiting van Renault heeft meer dan wat anders ook de bevolking ervan bewust gemaakt dat de Europese Unie op sociaal gebied niet veel voorstelt. Commissievoorzitter Jacques Santer komt radicaal uit zijn hoek. ?De beslissing, die had kunnen voorkomen worden, heeft het vertrouwen in Europa zwaar beschadigd,? zei hij. ?De bedrijven profiteren wel van de Europese Eenheidsmarkt, maar vergeten dat ook zij moeten zorgen voor het vertrouwen bij de Europeanen. De Europese bedrijven moeten de gulden middenweg zoeken tussen hun economische eisen en hun sociale rol.?

Dat een en ander dan bovendien nog naar sociale dumping neigt, maakt het voor de Europese autoriteiten moeilijker. Renault maakt immers aanspraak op een half miljard frank Spaanse overheidssteun voor drie miljard investeringen in de fabriek van Valladolid. Waar de loonkost een stuk onder die van Vilvoorde ligt. Europees Commissaris voor Concurrentiezaken Karel Van Miert, die de vrije markt hoort te beschermen, waarschuwde niet te dulden dat delokalisaties de geloofwaardigheid van de interne markt aantasten en kondigde aan de overheidssteun te blokkeren. De Spaanse overheid trok zelf het dossier terug ongetwijfeld om even te wachten op het einde van de commotie.

Commissievoorzitter Santer bevestigde dat Renault de Europese richtlijnen over het collectief overleg en de Europese ondernemingsraad heeft overtreden. Nooit eerder meegemaakt, is zijn aanbeveling aan de Belgische overheid en de betrokken werknemers om juridische stappen tegen de Franse groep te ondernemen. Maar Santer, die met zijn werkgelegenheidsplannen en sociale maatregelen tot nog toe weinig succes had, is het duidelijk beu. ?Het sociale drama van Vilvoorde toont aan hoe bitter Europa een overtuigend sociaal luik nodig heeft.? Hij en zijn Commissie wensen striktere sociale spelregels in het nieuw Europees Verdrag dat de Intergouvernementele Conferentie deze zomer moet goedkeuren. Niet alle lidstaten zijn daar zo voor, het Verenigd Koninkrijk zeker niet. Maar straks verliezen daar de Conservatieven de macht aan Labour en klinkt het verzet minder hard. Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) gelooft dat een sociaal hoofdstuk in het nieuw Europees verdrag mogelijk is. Dat is dan in niet geringe mate aan Renault te danken.

Dehaene en Luc Van den Brande blijven de sluiting van Vilvoorde onaanvaardbaar noemen. Maar meer wapens dan wat juridische plagerijen hebben zij niet in handen. De federale of de Vlaamse regering, dat valt nog uit te maken, dienen straks bij de rechtbank een klacht in tegen Renault wegens het niet naleven van de regels over informatie en raadpleging van de werknemers bij een bedrijfssluiting. Die lange procedure kan zeker de beslissing niet keren. Bovendien riskeert de Franse groep niet meer dan een boete van twintig miljoen frank, een fortuin voor een kleine ondernemer, maar niet voor Renault die veertien miljard frank opzij zet voor de operatie-Vilvoorde. Even symbolisch is de procedure die minister van Economische Zaken Elio Di Rupo (PS) inzet bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), wegens het niet naleven van de gedragscode voor multinationale ondernemingen.

Juist omwille van die zwakke juridische mogelijkheden eisen de bonden dat bij het niet naleven van de sociale regels bij sluiting van een onderneming de rechtbank de ontslagen ongeldig kan verklaren en de onderneming verplichten tot doorbetaling van de lonen tot alles wettelijk in orde is. Minister van Tewerkstelling en Arbeid Miet Smet (CVP) vraagt de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad een akkoord over strengere sancties te sluiten.

PRATEN IS ZINVOL

Een werknemer van Vilvoorde start een procedure in kort geding wegens niet-naleving van de Belgische arbeidswetgeving. Hij vraag de rechtbank Renault te bevelen de sluitingsprocedure stop te zetten. Herbegin alles van nul, raadt het VBO Louis Schweitzer aan, en respecteer dan de regels betreffende de informatie van en het overleg met de werknemers. Het is een niet onaardige gedachte.

Op het autosalon in Genève bekende Schweitzer dat de sluitingsbeslissing zwaar en pijnlijk was. Maar hij offert Vilvoorde om Renault te redden. Straks moet de voorzitter-directeur-generaal zijn algemene vergadering zware verliezen voorleggen, van naar schatting 25 tot 30 miljard (Belgische) frank. Alleen een revolutionaire kostenbesparing kan de groep terug op het goede spoor zetten. Zegt dus Schweitzer : ?De sluiting is een beslissing tot concentratie, die niet afhangt van een of andere sociale onderhandeling.? Volgens hem bestaat er alleen een eerlijke manier, maar geen façon douce om slecht nieuws mee te delen.

Michel de Virville, de secretaris-generaal, was zo mogelijk nog duidelijker. ?Men verwijt ons brutaliteit in alle toonaarden. Zeg me : hoe hadden we het dan wel moeten aanpakken ? Brutaliteit is onvermijdelijk verbonden aan dit soort beslissingen.?

Is informatie en raadpleging van de werknemers wel zinvol als het toch tot sluiten moet komen ? Wellicht wel. Drie jaar geleden konden de arbeiders van het Duitse Volkswagen het ontslag van dertigduizend mensen van verscheidene fabrieken voorkomen door de arbeid te herverdelen. Zij werken nu 28,5 uur per week, en leveren daar een flink stuk loon bij in. Duitsland is dan ook het land van de Mitbestimmung. Maar ook Volvo deed het anders dan Renault. Twee jaar onderhandelde de Zweedse autobouwer met de vertegenwoordigers van de duizend werknemers over de sluiting van de fabrieken van Kalmar en Uddevalla. Als dat gemeenschappelijk groeiproces ten einde was, lagen in volle consensus een sociaal begeleidingsplan en een rist herplaatsingsmogelijkheden klaar kleine KMO’tjes in de voormalige grote autofabriek.

Niet zo bij Renault. Schweitzer poneert te allen kant dat hij wil praten met de afgevaardigden van de werknemers van Vilvoorde over de sociale begeleiding en de reconversiemogelijkheden en tegelijk dat de werknemers nog niet aan een dialoog toe zijn. Zijn belofte dat Vilvoordse werklozen in Franse Renaultfabrieken aan de slag kunnen, was bovendien een dubbele sociale misser. Hij spiegelt de Vlamingen opnieuw Daens-toestanden voor en zet de werkzekerheid van de Franse werknemers op de helling. Of : het is vechten voor eenzelfde job. Een overnemer voor Vilvoorde, zo is na de ontkenningen van Chrysler en Kia, niet in de autobranche te vinden. Overcapaciteit is nu eenmaal eenieders lot. Maar voor de werknemers is dat alles niet aan de orde : zij aanvaarden de sluiting niet.

Guido Despiegelaere

De werknemers geloven niet meer dat de politiek de sluiting van hun fabriek kan keren. Ze moeten er dus zelf tegenaan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content