Is het jihadische gevaar in Syrië en Irak probleem nummer één geworden? Daar lijkt het op, nu regeringen én rebellengroepen de strijd aanbinden met milities uit de invloedssfeer van Al-Qaeda. ‘Washington begint te beseffen dat het wellicht beter is dat Assad aan de macht blijft,’ stelt de Libanese professor Talal Atrissi, ‘want zijn val zou immers kunnen leiden tot een failed state, gecontroleerd door salafistische milities’.

Beiroet, 28 december. In een brasserie in de eerder trendy wijk Verdun van de Libanese hoofdstad ontmoet ik professor Talal Atrissi (60) van de Université Libanaise. Enkele dagen geleden blies hier niet ver vandaan een autobom een oud-minister op. Wie een winkelcentrum wil bezoeken, wordt op explosieven onderzocht. De spanning ebt nooit weg, nu bijna 900.000 Syriërs voor het oorlogsgeweld gevlucht zijn naar hun kleine buurland Libanon. De poreuze grenzen zijn ook voor de strijders geen echte hindernis meer. De sjiitische Hezbollah, de machtige militie van Libanon die door Iran wordt gesteund, heeft zich lang van de burgeroorlog afzijdig gehouden. Maar sinds de zomer intervenieert Hezbollah in Syrië. Aan de kant van het regime, dat almaar meer wordt belaagd door soennitische jihadi’s uit de buurlanden, maar ook uit Europa. Na enkele militaire successen van Hezbollah in Syrië slaan die jihadi’s nu in Libanon zelf terug, met bomauto’s en zelfmoordaanslagen.

Talal Atrissi, van opleiding socioloog, is gespecialiseerd in de politieke islam. Hij schreef meerdere boeken over het thema en is ook nationaal bekend vanwege zijn geopolitieke analyses op radio en tv. Atrissi is geen lid van Hezbollah, maar zijn analyses sluiten dicht aan bij die van de organisatie. Hij vertegenwoordigt een stem die in onze media hoogst zelden aan bod komt. En voor hem is het duidelijk: de VS en hun bondgenoten herhalen de fouten van hun Afghaanse avontuur, wel tien- of twintigvoudig.

Hoe evalueert u drie jaar Arabische Lente?

Talal Atrissi: De resultaten in Tunesië, Egypte, Bahrein en Libië verschillen sterk. Er heerst instabiliteit, maar de machthebbers zijn verdreven en daaruit heeft het volk moed geput en manoeuvreerruimte afgedwongen. Een tweede gevolg is de politieke opkomst van de salafistische stroming, die een conservatieve variant van de islam belijdt, met strikte gedrags- en kledingcodes. Dat was een verrassing. De Moslimbroeders en Al-Qaeda waren altijd al politieke stromingen, maar de salafistische stroming was apolitiek. Koranscholen en bijstandsorganisaties waren haar terrein. Vandaag richten ze partijen op en nemen deel aan verkiezingen, zoals de partij Nour in Egypte.

Wat verklaart die politisering?

Atrissi: Met de val van Mubarak verloren de Saudi’s hun grootste bondgenoot in de Arabische wereld. Om invloed terug te winnen, activeerden ze de salafistische grondstroom in Egypte en elders. Op die grondstroom bloeien de jihadische groepen die en masse naar Syrië trekken.

De militarisering van de opstand in Syrië was een gevolg van de harde repressie van het regime. De bevolking had geen andere keuze dan de wapens op te nemen.

Atrissi: Die militarisering is niet enkel het gevolg van de repressie. Geen enkele andere opstand is gemilitariseerd, hoewel ook in Tunesië, Egypte en vooral Bahrein repressief werd opgetreden tegen de opstandelingen. In Syrië kwam er snel een goed geplande interventie met buitenlandse strijders op gang, georganiseerd door Saudi-Arabië, Qatar en Turkije, op de achtergrond gesteund door de VS en andere westerse landen, met als inzet de hegemonie over Syrië. Alles heeft te maken met de opdeling van de regio in twee blokken: een prowesters blok rond Egypte en Saudi-Arabië, en een antizionistisch blok rond Iran en Syrië. Met de val van de regimes van Ben Ali en Mubarak, en met de opstand in Bahrein, dat in zijn onmiddellijke invloedssfeer ligt, was Saudi-Arabië de grote verliezer van de Arabische omwenteling. De winnaar was de as Iran-Syrië-Hezbollah. Saudi-Arabië wou terugslaan. Riyad wil de val van Assad en Syrië uit de as rond Iran lichten. De Saudi’s interveniëren niet omdat Assad het Syrische volk onderdrukt. Ook in Bahrein onderdrukt het regime zijn bevolking, maar Saudi-Arabië hielp het regime de opstand te verpletteren. Riyad steunt trouwens jihadische groepen die in Syrië een kalifaat willen instellen, en intolerant en antidemocratisch zijn.

De VS en Europa veroordelen Hezbollah voor haar interventie in Syrië.

Atrissi: Van bij de aanvang van de crisis stuurde Saudi-Arabië jihadi’s uit de hele Arabische wereld naar Syrië. Strijders, wapens en geld stroomden het land in, terwijl Hezbollah afzijdig bleef. Onlangs publiceerden salafistische groepen cijfers: meer dan 880 Libanese jihadi’s zijn de afgelopen jaren in Syrië gedood. Dat betekent dat er vandaag vele duizenden in Syrië vechten.

Het Westen steunde het eerder gematigde Vrije Syrische Leger (VSL), maar het VSL heeft inmiddels bijna geen invloed meer. Er zijn commandanten van het VSL die naar het regime zijn overgelopen; anderen sloten zich aan bij de jihadi’s. De salafisten, al dan niet gesteund door Riyad, domineren vandaag de oppositie tegen Damascus. Gedurende bijna twee jaar riep Hezbollah enkel op tot een politieke dialoog. Maar naarmate salafistische groepen in Syrië het verzet meer controleerden en in de grensstreek met Libanon sjiitische dorpen begonnen aan te vallen, zag Hezbollah zich genoodzaakt tussenbeide te komen.

Hoeveel buitenlandse jihadi’s vechten er in Syrië?

Atrissi: Moeilijk te zeggen. De Tunesische regering heeft meegedeeld dat zij 10.000 Tunesiërs heeft verhinderd naar Syrië te vertrekken, toch zouden er enkele duizenden in Syrië zijn geraakt. 50.000 buitenlandse strijders lijkt mij een redelijke schatting. Zij zijn georganiseerd in milities zoals Al Nusra en ISIS (Islamitische Staat in Irak en de Levant). Zij eisen dat de bevolking zich bekeert tot hun salafistische ideologie. Koerden, druzen, alawieten en sjiieten worden geviseerd. Alleen islamitische scholen worden getolereerd. Cafés worden gesloten. Lijfstraffen en boekverbrandingen zijn aan de orde van de dag. Zij voeren een jihad voor de wereldwijde islamitische heilstaat. De bevolking zit tussen hamer en aambeeld. Meer en meer Syriërs beginnen afstand te nemen van de opstand.

Waarom lieten de VS het zover komen? In het begin bezorgden de jihadi’s de VS geen hoofdbrekens. Ed Husain van de Council on Foreign Relations schreef nog in augustus 2012 dat Washington ‘zich eerst van Assad wil ontdoen om Irans positie in de regio te verzwakken, om later Al-Qaeda aan te pakken’. Vandaag zijn de VS wellicht niet opgezet met de tsunami aan jihadi’s.

Atrissi: Niet het gebrek aan democratie in Syrië, maar de alliantie Hezbollah-Syrië-Iran is wat de VS stoort. Eind 2004 namen de VN onder impuls van Washington en Parijs resolutie 1559 aan, met als eisen de terugtrekking van het leger van Syrië uit Libanon en de ontwapening van de Libanese milities – lees: de ontmanteling van Hezbollah. Maar het vertrek van de Syriërs leidde niet tot de val van Assad of de verzwakking van Hezbollah. Aanvankelijk was voor de Amerikanen elke hulp welkom om een regimewissel in Syrië af te dwingen. De strijd sleepte echter langer aan dan verwacht, en de aanvoer van jihadi’s nam almaar toe. Voor Washington het goed en wel doorhad, waren het er tienduizenden, uit Afghanistan, Libië, Tunesië, Irak, Jemen en ook uit Europa.

Ook in Afghanistan hebben de VS de jihadi’s gebruikt, tegen de Sovjet-Unie, maar later keerden die zich tegen de VS. Het gevaar dat dit opnieuw gebeurt, lijkt groot. Washington begint te beseffen dat het wellicht beter is dat Assad aan de macht blijft, want zijn val zou immers kunnen leiden tot een failed state, gecontroleerd door salafistische milities. Washington ziet ook dat Al-Qaeda exponentieel groeit, in Syrië, maar ook in Jemen, Libië, Irak en Tunesië. De VS beginnen te begrijpen dat de interventie van Syrië een kweekschool voor tien, twintig, vijftig Osama Bin Ladens heeft gemaakt. Wellicht verklaart dat waarom onlangs de Iraakse premier Maliki, na zijn terugkeer uit Washington, kampen van bij Al-Qaeda aanleunende milities heeft gebombardeerd.

Na een aanval met chemische gassen in Syrië zetten de VS de deur wijd open voor een aanval op het regime, maar Amerikanen en Russen sloten uiteindelijk een akkoord: de VN bemiddelden de ontmanteling van het chemische wapenarsenaal van Syrië, en de aanval werd afgeblazen. Past dit in hetzelfde verklaringsschema?

Atrissi: Iran had gewaarschuwd dat het bij een Amerikaanse aanval op Syrië Damascus zou bijspringen: dat was een extra drempel voor de Amerikanen. Ook de Russen verzetten zich tegen een herhaling van wat in Libië is gebeurd. Maar het besef dat Assad een minder slecht alternatief is dan de jihadi’s, speelde zeker mee. Vandaar dat de VS een compromis nastreefden: geen aanval, maar de vernietiging van de chemische wapens. Het presidentieel paleis van Assad werd niet gebombardeerd, zoals dat wel gebeurde met dat van Khaddafi. Dat toont aan dat de VS Assad als gesprekspartner aanvaarden. Dat akkoord vergemakkelijkte op zijn beurt het akkoord tussen het Westen en Iran over het nucleaire programma van het land.

Wordt de vredesconferentie in Genève, die eind januari doorgaat, een maat voor niets?

Atrissi: Wellicht. Het is niet duidelijk met wie men kan onderhandelen. De jihadi’s zullen niet deelnemen, en het Vrije Syrische Leger heeft geen invloed meer. De grote onbekende is Saudi-Arabië: wat zal dat land doen? De invloed van de VS op Riyad is niet onbeperkt. Vandaag hebben de VS zelf geen heldere, doordachte strategie – wat hun invloed niet ten goede komt. Ook de invloed van de Saudi’s in Syrië zelf is niet onbeperkt, want nogal wat commandanten gedragen zich als krijgsheren. De Saudi’s hebben ook geen vat op Al-Qaeda, dat grote invloed heeft op ISIS. Al-Qaeda zelf is echter geen strak geleide organisatie meer, maar eerder een nevelvlek van diverse groepen.

De interventie van Hezbollah in Syrië heeft het conflict in Libanon geïmporteerd.

Atrissi: Dat is waar, maar dat was al langer gaande. Een van de gevolgen van het conflict is dat de grenzen van Syrië zijn weggesmolten. Het Syrische leger controleert de grenzen niet meer. De jihadi’s gaan voor een kalifaat dat de landsgrenzen overstijgt. Hezbollah had de keuze: afwachten, met het risico dat de jihadi’s het regime omverwerpen en de sjiieten in Syrië en Libanon aanpakken – want zij beschouwen sjiieten als ongelovigen – ofwel verhinderen dat het regime in Damascus valt en de dreiging van de jihadi’s op de regio wegnemen.

U zegt dus eigenlijk dat Hezbollah de keuze had tussen afwachten tot de oorlog naar Libanon kwam, of de oorlog in Syrië uitvechten.

Atrissi: Inderdaad. De eerste operaties waren relatief eenvoudig uit te leggen: Hezbollah beschermde in het grensgebied van Syrië en Libanon de sjiieten tegen de jihadi’s. De tweede stap was moeilijker: een grootschalige interventie, aan de zijde van Damascus.

Zal de instabiliteit in Libanon in 2014 nog toenemen?

Atrissi: Ja. De Syrische vluchtelingen zorgen voor grote problemen. Op het vlak van de veiligheid, maar ook economisch: zij zijn bereid om tegen een hongerloon te werken, wat sociale spanningen veroorzaakt. Zij zijn overal, niet enkel in het noorden en de Bekaavallei, aan de Syrische grens, maar ook in het zuiden. In en rond Sour en Saida zouden er 100.000 zijn. Mensen waren bereid hen op te vangen, voor twee of drie maanden. Maar inmiddels zijn ze hier al meer dan twee jaar, en dat begint te wegen.

Jihadi’s belagen de achterban van Hezbollah met bomauto’s en zelfmoordaanslagen. Wat doet Hezbollah?

Atrissi: Hezbollah legt een hoge mate van terughoudendheid aan de dag. Als Hezbollah zou interveniëren en er breken gevechten uit met soennitische milities, dan staan we dicht bij een nieuwe burgeroorlog, en dat wil eigenlijk niemand. Hezbollah vecht in Syrië tegen jihadi’s. De organisatie verdedigt voorts de Libanese grenzen tegen infiltraties van die extremisten. Maar Hezbollah komt in Libanon zelf niet tussen, hoewel het militair elke kracht in het land aankan. De organisatie rekent op het leger om de veiligheid te waarborgen. Hezbollah heeft steeds gezegd dat haar wapens dienen om Libanon te verdedigen tegen Israël, dat het land al vijf keer heeft aangevallen.

Hoe staan de sjiieten tegenover Hezbollah, sinds de organisatie in Syrië vecht?

Atrissi: Sjiieten voelen zich natuurlijk bedreigd door de jihadi’s. Als die Assad ten val kunnen brengen, wenden ze hun steven ongetwijfeld naar Irak, Jordanië of Libanon, en daar worden de sjiieten dan de eerste slachtoffers. Videobeelden van onthoofdingen missen hun effect op de sjiitische publieke opinie niet. Hezbollah wordt meer dan ooit als een levensverzekering voor sjiieten beschouwd. De solidariteit onder sjiieten is groter dan ooit. Zij verenigen zich rond Hezbollah. Het aantal vrijwilligers dat in Syrië wil gaan vechten, neemt toe.

Hoe staan de soennieten tegenover Hezbollah, nu de organisatie in Syrië vecht aan de zijde van een regime dat wordt gedomineerd door alawieten, een tak van het sjiisme?

Atrissi: Nadat Hezbollah in 2000 Israël had gedwongen de bezetting van Zuid-Libanon op te geven, werd de organisatie erg populair in de moslimwereld, ook onder soennieten. In 2006, toen de organisatie in de oorlog tegen Israël standhield, piekte de populariteit. Er verschenen zelfs posters van leider Hassan Nasrallah in Al Azhar, de grote moslimuniversiteit van Caïro, dat een bolwerk van de Saudische school is. Tegelijk pookte Saudi-Arabië de anti-sjiitische sentimenten op. Toen na de val van Saddam in Irak (2003) een door sjiieten gedomineerd regime in Bagdad aan de macht kwam, mobiliseerde Saudi-Arabië via zijn tv-zenders en zijn honderden journalisten soennieten tegen ‘het sjiitische gevaar’. De moord op de Libanese soennitische premier Rafiq Hariri, in 2005, was een nieuwe gelegenheid om de sjiitische dreiging in de verf te zetten. Met de Syrische crisis nemen de confessionele tegenstellingen nog meer toe.

Hezbollah beschouwt de Iraanse grootayatollah Ali Khamenei als de geestelijke leider van de partij. Geen wonder dat soennieten de organisatie zien als een instrument van sjiitische overheersing.

Atrissi: Hezbollah steekt niet weg dat Teheran de organisatie financieel en militair ondersteunt. Hezbollah accepteert ook de velayat-e faqih of ‘de voogdij van de wetsgeleerden’: strategische beslissingen worden genomen door een raad van islamitische wetsgeleerden rond ayatollah Khamenei. Tussen haakjes: ook de strategie van de prowesterse, soennitisch-Libanese Beweging van de Toekomst wordt in het buitenland, in Saudi-Arabië, uitgetekend. De chef van de beweging, Saad Hariri, resideert niet voor niets in dat land. Khamenei neemt de strategische langetermijnbeslissingen, zoals de houding tegenover Israël, maar Hezbollah beslist over haar engagement in Libanon zelf. Zo heeft Hassan Nasrallah geen akkoord van Teheran nodig om bijvoorbeeld een alliantie met de christelijke leider Michel Aoun aan te gaan.

DOOR LUDO DE WITTE

‘Alleen islamitische scholen worden getolereerd. Cafés worden gesloten. Lijfstraffen en boekverbrandingen zijn aan de orde van de dag.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content