Maar doordat vrouwen vaker roken dan vroeger, verlaagt hun levensduur.

‘Wanneer ik van iemand de levensverwachting wil bepalen, is het eerste dat ik vraag altijd: “Hoe is uw vader gestorven?”‘ zegt de Gentse geriater Lucien De Cock. ‘Hoe lang iemand leeft, heeft immers voor een groot deel te maken met zijn genetische aanleg. Dat kan hard klinken, want aan je erfelijke kwaliteiten kun je natuurlijk weinig veranderen. Maar als kanker, hart- en vaatziekten of dementie in de familie zitten, loop je er zelf nu eenmaal meer risico op, dat is gewoon een statistisch feit. Zelfs voor depressies en zelfmoord vermoedt men een zekere erfelijke factor. Het is niet voor niets dat verzekeringsmaatschappijen steeds vragen of bepaalde ziektes in de familie aanwezig zijn.’

‘Maar ook met de best mogelijke genetische kaarten kan men natuurlijk nog altijd zeer vroeg sterven’, erkent Lucien De Cock. ‘Wie vanuit zijn familie aanleg heeft voor obesitas maar wel heel zijn leven goed op zijn eten let, voorspel ik nog steeds een langer leven dan een verstokte roker. Als je een goede genetische aanleg door een onvoorzichtige levensstijl aan je laars lapt, is de kans groot dat je daar vroeg of laat de rekening voor betaalt. Want de levensdraad wordt niet door een genetisch proces doorgeknipt, of anders gezegd: men sterft nooit van de ouderdom. Er is altijd een doodsoorzaak, een of andere ziekte die uiteindelijk iemand velt, en hoe meer risicofactoren men zich door zijn levensstijl op de hals haalt, hoe vroeger dat statistisch gezien zal gebeuren.’

‘Dus toen vrouwen vaker gingen roken, zware arbeid gingen presteren en meer buiten kwamen, dacht men dat de gemiddelde leeftijd van de mannen op gelijke hoogte zou komen. In de praktijk zagen we de bestaande kloof evenwel oplopen van vier tot bijna zeven jaar, met een mannelijke gemiddelde levensduur van 75 en een vrouwelijke van 82. Wat is nu de verklaring? Wellicht toch het belang van de genetische aanleg, waardoor we nu uiteindelijk zijn gaan inzien dat de vrouw gewoon het sterke geslacht is. Waar de vrouwen precies hun voorsprong uit halen, hebben we nog niet helemaal ontrafeld. Misschien is het een hormonaal gegeven. En wellicht merken we de grootste resultaten van het gestegen vrouwelijke risicogedrag pas over twintig jaar. Vooral van het vrouwelijke rookgedrag, dat toch onmiskenbaar op de levensverwachting inwerkt, hebben we de laatste effecten nog niet gezien, al moet men altijd oppassen om een daling van de gemiddelde leeftijd te eenduidig te interpreteren. Als een hele bevolkingsgroep minder lang leeft, heeft dat zelden met slechts één factor te maken.’

Als de levensverwachting steeds maar blijft stijgen, wordt de Belg binnen afzienbare tijd dan 150? Lucien De Cock denkt van niet: ‘100 jaar worden is tegenwoordig inderdaad niet zo uitzonderlijk meer, maar we mogen niet vergeten dat de maximale leeftijd, geschat tussen de 120 en 125 jaar, nauwelijks opschuift. Het 114e levensjaar blijkt nog steeds voor veel ouderen onoverbrugbaar, en zo oud werd de oudste mens ter wereld van veertig jaar geleden ook al. We zien zelfs dat België momenteel geen enkele 110-jarige, een zogenaamde supercentenarian, meer telt. Moeten we ons niet stilaan afvragen of de sterkste generatie al niet gepasseerd is?’

Volgens Lucien De Cock is het zelfs best mogelijk dat de gemiddelde levensduur nog zal dalen. ‘De uitbraak van een massale infectieziekte, zoals de Spaanse Griep die in 1918 meer slachtoffers maakte dan heel de Eerste Wereldoorlog, valt nooit uit te sluiten. En wie weet evolueert deze maatschappij wel zo dat zelfmoord de belangrijkste doodsoorzaak wordt. De gemiddelde leeftijd is overigens op zich een heel twijfelachtig begrip om mee te werken’ vindt De Cock, ‘want dat getal heeft hoe dan ook de beperking dat het slechts een gemiddelde is, terwijl volgens mij de levensverwachting op een bepaalde leeftijd een nuttiger instrument vormt. Tweehonderd jaar geleden, toen op zijn knieën bidden voor Gods gratie het enige was wat een mens deed om lang te leven, werd de gemiddelde levensduur natuurlijk sterk naar beneden getrokken door de grote kindersterfte. Dat hebben we later kunnen opvangen door een verbeterde hygiëne, geneeskundige vooruitgang en ons sociaal bestel. En tegenwoordig denkt men weleens verkeerdelijk dat een vrouw die tachtig wordt, gemiddeld nog twee jaar te leven heeft. Niet waar, eens men tachtig wordt, is zowel voor mannen als voor vrouwen de kans vrij groot dat men het nog enkele jaren uitzingt.’

Toch kan de gemiddelde levensverwachting volgens Lucien De Cock zeker nog opgedreven worden. ‘Ik denk dan vooral aan een wapen in de strijd tegen hart- en vaatziekten, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van een potente aspirine tegen trombose. Dat zou, net als een remedie voor kanker, onze gemiddelde levensduur aanzienlijk lengen. Al is de vraag of we dat wel zullen wíllen: van de ziekte dementie, volgens mij dé schrik van de toekomst, sterft men niet, maar het tast wel de levenskwaliteit aan.’

G.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content