De late jaren negentig, door de ogen van Engelands meest geliefde dagboekschrijver.

Het is altijd een beetje bang afwachten, als weer eens een nieuwe Mole verschijnt. Zal hij zo goed zijn als de vorige, zal Adrian nog met voldoende vrolijkheid tegen zijn eigen treurigheid aankijken, heeft Sue Townsend de voeling met de lower middle class uit de Midlands niet verloren? Iedere keer blijkt die vrees ongegrond en kunnen miljoenen lezers wereldwijd zich verder verlustigen in de doffe ellende die de eigengereide Adrian Mole over zich blijft brengen.

Sue Townsend is er in 1982 mee begonnen, met The Secret Diary of Adrian Mole Aged 13, en ze heeft er meteen het hart van vele lezers mee gestolen: het intieme dagboek van een wat ongelukkig, wereldwijs jongetje dat met een ontwapenende argeloosheid kijkt naar zijn gekke familie en naar de gekke wereld. Geplaagd door acne, een bazige moeder, een slappe vader, een onoverkomelijke liefde voor de mooie Pandora en een intellectueel complex – dat hem een bestaan als beroemde schrijver doet ambiëren – worstelt deze vroegwijze puber zich door het troosteloze leven op school, waar hij wordt geterroriseerd door de bruut Barry Kent. De manier waarop Adrian over de kleine en grote gebeurtenissen uit zijn treurig bestaan vertelt, is onweerstaanbaar.

Het is enorm geestig en grappig, bijna ondanks of zelfs ten koste van Adrian, die zelf over weinig gevoel voor humor beschikt. Hij is de parmantige observator van het krankzinnige gewoel om zich heen, de chroniqueur van de huwelijksmoeilijkheden van zijn licht gestoorde ouders en van de familiale malversaties die elk kerstfeest meebrengt.

In 1984 vervolgt Sue Townsend het dagboek van Adrian, onder de titel The Growing Pains of Adrian Mole, waarin Adrian de volle zwaarte van de puberteit en van de adolescentie in al hun glorie mag beleven, nog altijd verblind door zijn eeuwige liefde voor Pandora en gekoeioneerd door de bruut Barry Kent, die het nog gaat maken als dichter. Zelf probeert Adrian enige naam te krijgen als politieke dichter, met gedichten tegen Margaret Thatcher, die hij naar de BBC stuurt. Het zal een constante blijven in zijn leven, de manuscripten die worden afgewezen.

Aangezien de lezers er maar niet genoeg van kunnen krijgen en de formule een eindeloos potentieel bevat en tot de dood van Adrian kan doorgaan, trekt Townsend onverstoorbaar verder. True Confessions of Adrian Albert Mole verschijnt in 1989, met het bekend voorspelbaar succes. Mole is een huishoudnaam geworden in Groot-Britannië, een onderdeel van het nationale erfgoed, en voer voor psychologen en sociologen, die hier een levendige case van lower middle class family life naar hartenlust kunnen bestuderen. Adrians literaire ambities worden telkens hilarischer, de brieven die hij schrijft om toch maar enige bijval te krijgen, worden tragikomischer, de liefde voor Pandora onherroepelijker, maar hij verliest er zijn naïef goed humeur niet bij. Ook niet door het succes dat Barry Kent te beurt valt, de moeilijkheden om zijn rijbewijs te halen of het drankprobleem van zijn moeder. Hij blijft elk nieuwjaar lijstjes opstellen met voornemens en leurt onvermoeibaar met zijn manuscript Lo!the Flat Hills of My Homeland .

TRAGIKOMISCHE ANTIHELD

Wanneer hij 23 is, acht Townsend de tijd rijp om Adrian het begin van de nineties te laten becommentariëren. Het is de periode van The Wilderness Years; de eigenhandig geschreven roman-fleuve van zijn leven laat hem het moment van volwassenheid bereiken, en dat brengt weining soelaas, laat staan literair of sociaal succes. Ondanks de grote voorspelbaarheid en de geconditioneerdheid van zijn miezerige levensloop willen we absoluut weten hoe het met deze tragikomische antiheld verder gaat, of het iets wordt met Pandora, of zijn moeder weer op het rechte pad raakt, of zijn vrijpartij met Sharon Bott hem een ongewenste zoon heeft opgeleverd, welke voornemens hij voor het volgend jaar gaat maken. Het is precies die herkenbaarheid en die uitzichtloosheid die Adrians verhaal zo onweerstaanbaar maken. Nooit heeft hij een extra aanzet nodig, ook in de diepste momenten van wanhoop is er zijn illusie dat het beter zal gaan, dat hij aan zijn onhandig narcisme zal kunnen ontstijgen. De Nigeriaanse Jo Jo houdt de belofte in van een ommekeer in zijn leven.

En dan is er nu The Capuccino Years. We zijn opnieuw vier jaar verder, Adrian is dertig en heeft nog altijd niets van zijn leven terechtgebracht. Hij woont in Londen en werkt in het groezelige restaurant Hoi Polloi, waar hij voor een incrowd-publiek de meest degoutante gerechten bereidt. Zijn moeder is een buitenechtelijke relatie begonnen met de vader van Pandora, zijn vader ligt met een depressie – wegens impotentie – in bed. Pandora is parlementslid voor Tony Blairs New Labour geworden, Lady Di is gestorven, en Adrian heeft een zoon William, van Jo Jo die hem heeft verlaten omdat ze zijn tics niet langer verdroeg. Hij krijgt er een tweede zoon bij, nu uit een bloedtest gebleken is dat Glenn, de kaalgeschoren en analfabetische zoon van Sharon Bott, de vrucht van zijn lenden is.

Adrian is er nu wel dertig, maar nog altijd dezelfde kluns en loser. Hij neemt zichzelf nog altijd even au sérieux en hij bereikt zijn hoogste humorgehalte opnieuw ondanks zichzelf. De verhalen die hij vertelt, het beeld van Engeland op het einde van de twintigste eeuw, geregeerd door de wufte Blair, de esbattementen van zijn gestoorde ouders, het is allemaal even hilarisch en plezierig om te lezen.

Toch is er een toon van ernst ingeslopen, en lijkt Townsend aan te geven dat met een mislukt leven niet echt meer te lachen valt. Zeker niet als er kinderen zijn, en als je huis door een nymfomane lerares in de fik is gestoken. Adrian lijkt nu gedreven door de liefde voor zijn zonen, voor wie hij alléén moet zorgen. En zo komt hij in een nieuwe levensfase terecht. In het puin van zijn afgebrande huis vindt hij onder de matras van zijn inmiddels dertienjarige zoon Glenn een schriftje met de volgende woorden op het kaft: The Top Secret Diary of Glenn Mole (13). De eerste zin luidt als volgt: “When I grow up I wood like to be my dad.” Sue Townsend kan weer een tijdje verder. Tot grote vreugde van heel veel lezers.

Sue Townsend, “Adrian Mole. The Capuccino Years”, 391 blz., 9,9 £.

Jan Flamend

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content