Vlaanderen had niet meteen in de gaten dat met het ontstaan van VTM een nieuw mediatijdperk aanbrak. Mike Verdrengh en Guido Depraetere groeiden uit tot de onwaarschijnlijke architecten van de commerciële cultuur.

Weinig voorspelde dat de Bruggeling Guido Depraetere en de Brabander Maurice ‘Mike’ Verdrengh ooit zouden pieken op de power list van de Vlaamse media. De laatste had zijn sporen verdiend in het jeugdige, lichtere genre van radio, tv en grammofoonplaten, de eerste was een bescheiden producer bij wat toen nog de BRT heette, ex-leraar, een talentenjacht gewonnen, CVP-politicusje geworden, niks spectaculairs. Maar zij bleken, dankzij een combinatie van commerciële gewiekstheid en volks buikgevoel, de juiste mensen op het juiste moment te zijn toen Vlaanderen aan commerciële televisie toe was. En dat moest, nu twee decennia geleden, op bevel van de politiek. ‘De tweeling’, zoals Mike & Guido algauw werden genoemd, zag het als een opportuniteit, ‘een uitdaging’ – o, dat taaltje waaraan Vlaanderen van toen af zou moeten wennen!

Vandaag gaat zowat 40 procent van alle reclame-uitgaven in het land naar de televisie. Er gaat dus veel geld om in de commerciële tv. Toch bestaat ze in Vlaanderen – officieel – nog maar dertien jaar. Het zat de adverteerders begrijpelijkerwijs al lang dwars dat tevoren niet mogelijk was wat in veel Europese landen wel al kon: reclame op tv. En toch was het niet de economische lobbying die daarin verandering bracht, wel het politieke eigenbelang.

Reclame was voor de politieke partijen het instrument waarmee ze een – achteraf bekeken zeer naïeve – poging ondernamen om de journalistiek onder controle te houden. Want de reclame zou worden gedragen door een commercieel tv-station en dat kwam neer op het ‘doorbreken van het monopolie van de openbare omroep’. Daar was het net om te doen. Want, zo luidde de redenering, via een concurrerend station zou de kijker ook andere journaals te zien krijgen, met, dat was de bedoeling, ‘objectief’ nieuws. Want de journaals op de BRT heetten te kritisch, ja te ‘links’ te zijn. En dat werkte danig op de zenuwen, want de spektakelmaatschappij leefde toen nog in het primitieve stadium waarin politici dachten dat de media slechts dienden om hun uitspraken op te tekenen.

EEN GOUDEN RECEPT

Het gebeurde in de sombere, licht autoritaire sfeer van de vroege jaren tachtig. De christen-democratische premier Wilfried Martens had zich met de socialisten in een impasse geregeerd en hoopte vervolgens in een coalitie met de liberalen toch nog het ‘licht aan het eind van de tunnel’ te vinden. Bij dat project hoorde ook het invoeren van commerciële televisie, wat Martens gewichtig genoeg achtte om ze tijdens de regeringsformatie zelf te beklinken.

Het was een politieke beslissing om een met tv-reclame gefinancierde privé-omroep het evenwicht in de informatie te laten herstellen. Dat was de theorie. De privésector had dit nu in de praktijk te brengen, maar geloofde amper in de haalbaarheid ervan. Zo duurde het tot 1 februari 1989 vooraleer met VTM dan toch ‘nieuw leven op de buis’ kwam. Wie er wel in geloofde, was ‘de tweeling’. Mike & Guido hadden een gouden recept bedacht voor wat een populair station diende te worden. Van de politieke opdracht lagen zij niet wakker; zij streefden naar rendabiliteit en dus naar zo hoog mogelijke kijkcijfers. Ze gaven de kijker wat die wou: sympathieke familieprogramma’s, gezellige spelletjes, soaps van eigen bodem, kakelshows allerlei, human interest, veel dialect en journaals waarin over de prijs van het witlof werd bericht. Zij waren professionals; ze introduceerden de format en vooral de multi-inzetbare vedette, de zogeheten BV.

Veel politici schrokken zich een hoedje. Nee, dit hadden zij niet gewild. Van VTM verwachtten ze iets volksaardgetrouw, regeringsvriendelijk of dociel – al rijst de vraag wat hun concrete voorstelling daarvan was. Wat ze zagen, was volwassen, een op een zo groot mogelijk publiek gerichte commerciële televisie. Tal van cultuurpessimisten gruwden van zoveel vulgariteit en oppervlakkigheid en hadden er moeite mee dat zij niet langer als een elite de grenzen van de cultuur bepaalden. Televisie was niet langer het dingetje van schoolmeesters die hun ‘venster op de wereld’ als een middel tot volksopvoeding beschouwden. Met Mike en Guido hadden de vrije jongens de tent van de cultuur overgenomen. Ze riepen de kijker uit tot de consument die altijd gelijk had. Met het commerciële succes kregen ze het gelijk aan hun kant. Een nieuwe norm was gesteld.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content