Twee weken geleden werd Robert Beyer vrijgelaten. Deze week is het de beurt aan Michel Nihoul. Beide rechtszaken vertonen opmerkelijke overeenkomsten.

Dat uitgerekend het comité “Julie et Mélissa” als restant van de Witte Beweging aandringt op de verdere uitvoering van de hervormingen van justitie maar tegelijk protesteert tegen de voorwaardelijke invrijheidstelling van Michel Nihoul, is maar een van de tegenstrijdige effecten van die justitiehervorming. Voortaan beslist immers niet langer de minister van Justitie over de vrijlating van een gevangene maar wel de Commissie voor Voorwaardelijke Invrijheidstelling (CVI). En daarin hebben experts zitting die “veel onafhankelijker van de publieke opinie” zijn, zoals professor criminologie Sonja Snacken (VUB) vorig weekend nog verklaarde.

De rede kan echter niet beletten dat de ouders van de vermoorde kinderen en hun medestanders blijven insinueren dat ook Jean-Michel Nihoul schuld heeft aan die moorden. Want, zegt Jean-Denis Lejeune, “Nihoul heeft een verleden. Ik zeg niet dat hij een pedofiel is, maar stel dat zou blijken dat hij de leider is van een pedofiel netwerk…” Pol Marchal, de vader van de medio 1995 eveneens ontvoerde en vermoorde An, heeft zelfs “een heel sterk vermoeden dat Nihoul medeplichtig is.” En verder in Het Nieuwsblad verklaarde hij vorige week zelfs dat pedofilienetwerken “bestaan, ik weet het wel zeker. En deze keer heb ik wel bewijzen voor mijn uitspraak (…) Maar voorlopig hou ik alles nog voor mij en tracht ik zelf de puzzel te leggen.”

Hoe schadelijk dergelijke uitspraken voor een rechtstaat zijn, zal geen zinnig mens ontgaan. Maar hoe moeilijk het is voor minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) om de Witte Beweging niet al te dikwijls naar de mond te praten, bleek vorige zondag nog eens in het VRT-programma De Zevende Dag. De minister vroeg er nochtans dat “als justitie zijn beslissingen duidelijk motiveert, de burgers zich dan ook zouden neerleggen bij die beslissingen. Dit lijkt mij de enige mogelijkheid om vertrouwen tot stand te brengen.”

Want er is nu niet alleen de Commissie voor Voorwaardelijke Invrijheidstelling van 8 december. De Kamer van Inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep in Luik besliste Michel Nihoul reeds op 22 januari 1997, na ruim vijf maanden voorhechtenis, vrij te laten omdat er te weinig bewijzen tegen hem waren. Hij bleef echter in de cel wegens een paar veroordelingen voor financieel gesjoemel. Intussen bleef het Dutroux-onderzoek lopen en werd Jean-Michel Nihoul gebrandmerkt voor het leven. Zonder dat zijn schuld is bewezen. Dit overkwam ook Robert Beyer.

ONOPGELOSTE VRAGEN

Robert “Bob” Beyer werd op 13 februari 1995 door het Brabantse Hof van Assisen veroordeeld tot 14 jaar effectieve gevangenisstraf. Op 3 december liet de Commissie voor de Voorwaardelijke Invrijheidstellingen hem vrij. De man zat, mede door zijn uitzonderlijk lange voorhechtenis, bijna zeven jaar in de gevangenis. Al die tijd werd hij, samen met zijn eveneens veroordeelde compaan Madani “Dany” Bouhouche beschuldigd van de moord op een Libanees op 2 februari 1989 in Antwerpen, waarvoor Beyer 14 en Bouhouche 20 jaar celstraf kregen. Beiden worden er bovendien al jaren openlijk van verdacht een hand te hebben gehad in de moorddadige raids van de jaren tachtig, toegeschreven aan de zogeheten Bende(n) van Nijvel. Noch het gerecht noch de twee parlementaire onderzoekscommissies brachten enig uitsluitsel. Laat staan dat tegen Bouhouche en Beyer afdoende bewijzen werden aangevoerd.

Beiden geven nochtans te verstaan dat zij omtrent de Bende(n) meer kunnen vertellen. Precies daarom gingen drie speurders van de Brusselse Gerechtelijke Politie in 1996 herhaaldelijk met Bob Beyer praten, in en buiten de gevangenis. Er werd zelfs een akkoord in het vooruitzicht gesteld: Beyer zou, via een genademaatregel of de Wet-Lejeune, vrijgelaten worden en discreet naar Thailand vertrekken – waar vrouw en kind op hem wachten. Op voorwaarde dat hij eerst de door hem beloofde aanwijzingen zou geven omtrent enkele opslagplaatsen van wapens en materieel. Die houden, naar hij zegt, geen verband met de Bende-overvallen maar zouden wel enkele denksporen definitief kunnen ontkrachten. Noch toenmalig justitieminister Stefaan De Clerck (CVP) noch zijn opvolgers hebben dergelijke deal durven goed te keuren. Intussen hoefde het ook niet meer. De Cel Waals-Brabant doorkruiste de moeizame contacten van de Brusselse GPP met Beyer en die klapte bijgevolg dicht. Beyer, gewezen rijkswachter, had van meet af aan gezegd dat hij met dat korps niets meer uit te staan wou hebben. Volgende week vertrekt Bob Beyer als een vrij man naar Thailand. En ook in dit dossier blijven tal van vragen onbeantwoord.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content