De christelijke conservatieven van de CSU behielden de meerderheid in Beieren, terwijl de SPD verloor. Voor het eerst voelt Gerhard Schröder de hete adem van Helmut Kohl.

Hij is geen conservatief, kent Duitsland heel goed en hij bezit de gave van de puntige en controversiële formulering. Toch hulde Cees Nooteboom zich in verband met de Duitse verkiezingen in een veelzeggend zwijgen. “In feite hebben we er ons als buitenlanders niet mee te moeien”, omzeilde hij de vraag om commentaar van Die Woche. Nooteboom hield het dan maar bij een cartoon van honderd jaar geleden: Otto von Bismarck die het schip van staat verlaat, terwijl keizer Wilhelm II over de reling tevreden toekijkt. “Verander”, zo vroeg Nooteboom de redactie, “de keizer door het Duitse volk en Bismarck door Helmut Kohl. Ik heb gemengde gevoelens. We weten dat een groot Europees staatsman vertrekt, terwijl we er het raden naar hebben wat er na hem komt.”

Over de identiteit van de opvolger bestaat nochtans weinig twijfel. Zonder catastrofe of mirakel wordt de 54-jarige Gerhard Schröder op 27 september kanselier en van hem is zowat alles geweten. Terwijl zijn weg aan de top nog moet beginnen, is hij al plat geïnterviewd, want Schröder is het lieverdje van de media. Elk moment in zijn leven kwam uitvergroot in de pers en als dat niet volstond, daagde er wel een ex op die een indiscreet boekje opendeed.

Ondanks die veelheid aan feiten en opinies blijft het een open vraag wat Schröder met de macht zal aanvangen. Nooteboom weet het niet en dat zegt meer over Schröder dan over de Nederlandse auteur. De uitdager wordt immers gekenmerkt door een grote inhoudelijke mobiliteit. Of het nu over kernenergie, de euro of asielzoekers gaat, Schröder komt nooit met één standpunt toe. Hij evolueert voortdurend en de vluchtige sfeer bij de publieke opinie geeft hem meer houvast dan onwrikbare principes.

Als de peilingen kloppen, krijgt de Bondsrepubliek voor de derde keer in haar vijftigjarige geschiedenis een sociaal-democraat aan het hoofd. Geen ziener zoals Willy Brandt, geen arrogante koppigaard als Helmut Schmidt, maar een wendbaar politicus zonder uitgesproken overtuiging. Als hij al een politieke doctrine aankleeft, dan is het een zeer pragmatische. “We moeten het onmogelijke nastreven om het haalbare te bereiken.” Brandt zei dat ooit, maar dat krijgt Schröder nooit over zijn lippen. Hij houdt het bij: “Laten we eerst het mogelijke realiseren en dan kunnen we verder zien.” Het is niet hoog gegrepen, maar wel geruststellend, want iedereen heeft stilaan zijn bekomst van visionaire Duitse politici. Schröder wordt niet door de grote ideeën bewogen en onder zijn leiding gaat Duitsland geen opwindende tijden tegemoet en nog minder dan onder zestien jaar Kohl zal de verbeelding aan de macht zijn. Het wordt prozaïsch knokken voor jobs, afzetmarkten en Standort Deutschland en meer dan vroeger zal er gecijferd worden. Een halve eeuw na Stunde Null durft de generatie-Schröder opnieuw voor het eigenbelang van het “vaderland” opkomen.

WIE DRIE KEER LIEGT…

De linkse intelligentsia houdt niet van Schröder. Als hij het tot kanselierskandidaat bracht, dan is dat ondanks haar. Zij verkoos SPD-voorzitter Oscar Lafontaine, want radicaler en minder met uiterlijkheden en schone schijn begaan. Spijts die bezwaren voert intellectueel links opnieuw campagne voor de SPD en Schröder. Met honderden kwamen ze naar Berlijn om er in aanwezigheid van Jacques Lang, Jorge Semprun en andere veteranen van de linkse haute couture, het proces van een systeem te maken, waarin alleen rentabiliteit telt. Schröder heeft het moeilijk met zo’n benadering, maar hij gaf geen krimp, sprak niemand tegen, herhaalde nog eens dat hij als arbeiderskind veel te laat de schone kunsten ontdekte en telde op het einde van de dag zijn winst uit.

De SPD-kopman mag dan balen van intellectuelen, grote theorieën en ideologie, hij slaagde er wel in om de artistieke scène te charmeren en de opiniemakers een kluif te geven. Weliswaar middels een tussenpersoon, de New Yorkse uitgever Michael Naumann. Schröder benoemde hem tot minister van Cultuur in zijn schaduwkabinet en dat was groot nieuws. Cultuur is echter geen federale materie, bijgevolg brak meteen een polemiek uit of de Berliner Republik die volgend jaar van start gaat, een culturele staatsgreep overwoog en de Länder ging voorschrijven wat mocht en moest. Schröder relativeerde onmiddellijk: “Er is geen sprake van een breuk, wel komt er een nieuwe stijl. Cultuur moet uitdagingen formuleren, ook aan de politiek en de hele samenleving – niet alleen de elite – moet aan het debat deelnemen.”

Naumann zelf zorgde ook voor nieuws. In zijn eerste interview kantte hij zich tegen een gedenkteken voor de holocaust en bepleitte hij de wederopbouw van het oude Berlijnse Stadtschloss van de Hohenzollern. “De feodale cultuur rukt weer op. Dit is het tegendeel van wat ik onder sociaal-democratische politiek versta”, klonk de ontgoochelde reactie van Hilmar Hoffmann, een man met een linkse reputatie en voorzitter van het Goethe-instituut.

De kritiek stoorde Schröder niet. Dit zijn modieuze thema’s die het in de salons van de happy few doen, maar die nooit de kolommen van Bild halen. Kortom, veel rumoer en weinig risico’s, dus een lonende pr-operatie. Ook Günther Grass had het zo begrepen en was een van de opvallendste afwezigen op de hoogmis met Lang en Semprun. Die lege stoel riep des te meer vragen op omdat Grass voor het eerst sinds 25 jaar, toen hij voor Brandt campagne voerde, opnieuw op verkiezingstournee is. Deze keer voor rood-groen. Ruim vijf jaar terug zei de auteur van “Die Blechtrommel” zijn SPD-lidmaatschap op, omdat hij het totaal oneens was met de houding van de partij over de asielwet.

In het vroegere Oost-Duitsland spreekt Grass voor volle zalen en ook in Weimar blijken er in het Volkshuis veel te weinig zitjes. De 71-jarige begeeft zich nog eens op pad, omdat hij de vele leugens van de kanselier beu was. “Wie drie keer liegt…”, luidt de titel van zijn referaat, waarin hij de lakse omgang van Kohl met de waarheid stigmatiseert. De schone kunsten komen in zijn betoog niet aan bod, Grass is het om de geladen politieke dossiers te doen. De grondwet moet veranderen en het Oosten moet er deze keer zijn zeg over hebben, er moet een burgerlijk leger komen waar extreem rechts geen voet aan de grond krijgt en tenslotte moet Duitsland opnieuw een gastvrij land worden. De “democratisch goedgekeurde barbarij”, zoals hij de asielwet noemt, moet ongedaan worden gemaakt. Of hij gelooft dat een SPD-regering daar werk zal van maken? “Niet als ze met de CDU eencoalitie vormt, dan zou het alleen maar erger worden. De enige hoop is een rood-groen kabinet, want dat is de combinatie van de toekomst. Ook een 100-procent-overwinning van de SPD biedt geen perspectief. Laten we de heer bidden dat ons dat tenminste bespaart blijft.” Zulke grapjes savoureren ze in de vroegere DDR.

NIEUW LEVEN IN EEN OUDE MOORD

Op de vraag waarom hij weer de boer optrekt, heeft Grass een dubbel antwoord klaar. “Schrijvers kunnen mensen zonder stem aan het woord laten, zodat de geschiedenis iets evenwichtiger in de boeken komt. En dan is er de asielwet. Wie maakt er zich nog druk over, tenzij gekken als ik?”

De waarheid ligt genuanceerder. In de kiesstrijd is de migrantenproblematiek een gevoelig thema en CDU-CSU bepleiten nog meer beperkingen. Duitsland is, zo luidt de conservatieve kreet, geen Einwanderungsland en volgens de demograaf Herwig Birg van de universiteit van Bielefeld is hier vrijwel zeker een uitzonderlijk scherp conflict in de maak. “Met de huidige geboortecijfers zullen de oude deelstaten in 2050 slechts 39 miljoen inwoners tellen, tegen 64 vandaag. In de nieuwe Länder is de situatie nog dramatischer en zal de bevolking van 16 op 9 miljoen terugvallen. Het geboortedeficit is zo ernstig dat we zelfs geen keuze meer hebben: we kunnen niet zonder de vreemdelingen. Kreten en plechtige verklaringen kunnen we nu missen. Er zijn daden nodig, zoniet dreigt een onvoorstelbare chaos en komen we in een echte Kulturkampf terecht. De 7,4 miljoen vreemdelingen zijn immers niet gelijk gespreid, in sommige steden maken ze 60 procent van de bevolking uit. Dit is onhoudbaar.”

Alleen de groenen durven de confrontatie over het asiel- en het migrantenbeleid aan. Terwijl de dubbele nationaliteit voor vele Duitsers een absoluut taboe is, vinden de groenen het een goed idee. Het heeft hen punten in de peilingen gekost, net zoals hun pleidooi voor een verdubbeling van de benzineprijs, de ecoheffing en de vlugge afbouw van de kernenergie. In het begin van het jaar haalden ze nog tien procent, nu geraken ze met moeite over de kiesdrempel. Toch hoopt boegbeeld Joschka Fischer, de waarschijnlijke minister van Buitenlandse Zaken in een rood-groene regering, dat de Groenen opnieuw de 7,3 procent van 1994 kunnen halen. “De stemming wordt elke dag beter.”

Ondertussen is Fischer wel in een bizarre controverse beland. De CDU wil een nieuw onderzoek over de in 1981 vermoorde Hessische minister Heinz Herbert Karry. De aanslag werd nooit opgehelderd, maar het is wel bekend dat het moordwapen zich ooit in de auto van Fischer bevond. De wagen had hij voor reparatie toevertrouwd aan Hans-Joachim Klein, een vroegere vriend en een handige Harry, maar ook een gewezen terrorist. Met Carlos nam hij deel aan de gijzeling van de Opec-ministers in Wenen. Vele jaren bleef hij spoorloos, maar vorige week werd Klein – puur toeval? – door de Franse politie geklist en zeer binnenkort wordt hij uitgeleverd. Dat interesseert Bild wel: frontpaginanieuws en een vervolgverhaal op de binnenbladzijden.

DE SPD IN DE LEER BIJ TOBBACK

Zo’n georchestreerde rel waarbij Fischer in het karretje van de terroristen wordt getild, kan de groenen onder de vijf procent, dus uit de coalitie duwen. Het valt trouwens op dat Schröder zich steeds harder tegen hen opstelt en voortdurend nieuwe breukpunten signaleert. Electorale tactiek natuurlijk, maar er is meer. Schröder was altijd een buitenbeentje in de SPD en droomde hardop van het nieuwe centrum. De controversiële thema’s van de groenen zijn evenveel hinderpalen op weg naar die neue Mitte en het vermoeden is groot dat Schröder rood-groen al voor de verkiezingen wil hypothekeren, zoniet opblazen. Aangezien hij met de PDS van Gregor Gysi, de vroegere communisten uit Oost-Duitsland, evenmin tot zaken kan komen, wordt een grote coalitie steeds waarschijnlijker.

Tot voor kort werd Schröder een “Genosse der Bosse” genoemd, omdat hij meer in patronale kringen dan in SPD-middens vertoefde en vooral standpunten verdedigde die op veel sympathie van de bedrijfswereld konden rekenen. Hij kwam op voor flexibiliteit, innovatie en degelijk onderwijs en beloofde bovendien een harde aanpak van de criminaliteit. Ook om die reden werd Schröder met Tony Blair vergeleken en kreeg hij steeds meer schouderklopjes van de Duitse werkgevers. Maar de liefde lijkt nu al voorbij. Vorige week veegden de voorzitters van de drie grote werkgeversorganisaties de vloer aan met het verkiezingsprogramma van de SPD. “Als de sociaal-democraten aan de macht komen, is het economisch herstel in honderd dagen kapot”, bazuinden ze met grote stelligheid uit. Op een moment dat beleggers, ondernemers en bonden zich bang afvragen hoe het nu verder met de beurs en de financiële crisis moet, doet zo’n vonnis pijn. Angst voor de toekomst kan de kiezer weer naar de vertrouwde regeerformule en de “eeuwige kanselier” drijven.

Tijdens de kiescampagne heeft Schröder veel concessies aan het partijapparaat moeten doen. Prioritair was de lieve vrede in het SPD-huishouden en vooral met voorzitter Lafontaine. Die hield de pen vast als de sociaal-economische krachtlijnen op papier werden gezet en daarin zitten nogal wat harde, syndicale eisen over verworven rechten. Zo belooft de SPD – en een welbespraakte Lafontaine heeft er op talloze meetings de achterban voor gesensibiliseerd – om vele hervormingen van de regering-Kohl terug te draaien. Onder meer in de gezondheidszorg, de ziekteverzekering en het pensioenstelsel. Daarbovenop zwoer de SPD nog dat ze een belastinghervorming zal doorvoeren, die de lagere en modale inkomens zal ontzien. “Wij zullen de rekening moeten betalen”, concludeert nu Hans-Olaf Henkel, de woordvoerder van de Duitse industrie. Een mening die Fred Erwin van de Amerikaanse Kamer van Koophandel volledig deelt. “Met het rood-groene programma hebben wij niets te winnen. Een regeringswissel zal zeker buitenlands kapitaal doen vertrekken.”

Tot in de jaren tachtig stond Duitsland model voor economische groei en sociale vrede. Vandaag telt het land nog altijd meer dan vier miljoen werklozen en wordt er vol bewondering over het Poldermodel gesproken. Duitsland is geen voorbeeld meer en heeft het bijzonder moeilijk om zich aan te passen aan de globale economie. Bij het economisch en financieel establishment wekte Schröder de hoop dat hij het immobilisme of de Reformstau die de laatste jaren van het tijdperk-Kohl kenmerkten, kon doorbreken. De kiescampagne werd echter een ontnuchtering. De praatjes van Schröder over innovatie en de kwaliteit van het onderwijs worden nauwelijks nog gehoord, zijn “njets” tegen de besparingen des te meer. Onder druk van Lafontaine en de bonden, die zich vierkant achter de SPD zetten, voerde de sociaal-democraten een heel voorspelbare, traditionele kiesstrijd. Niet Blair en zijn New Labour stonden model, wel Louis Tobback en zijn slogan “uw sociale zekerheid”.

Wolfgang Thierse is een oudgediende van de SPD. Hij is vice-voorzitter van de partij en hoopt rechtstreeks verkozen te worden in Wahlkreis 249, het rumoerige Prenzlauer Berg in hartje Berlijn, waar de PDS het vier jaar terug haalde. Toen werd Thierse verrassend door de Oost-Duitse auteur Stefan Heim geklopt, die ondertussen zijn mandaat neerlegde. Op de zeventiende verdieping van het Axel Springer-gebouw, dat dertig jaar geleden als een uitdagend statement door de uitgever pal aan de Muur werd neergezet, gaat Thierse nu in discussie met zijn concurrenten. Zijn sociaal-economische diagnose en recepten sluiten naadloos aan bij die van Petra Pau, de jonge PDS-vertegenwoordigster. Thierse komt niet uit de stal van Schröder, kreeg geen plaatsje in het schaduwkabinet en spant zich in om zich ver van die Neue Mitte te positioneren.

Ook na het succes van christen-conservatieven in Beieren heeft Schröder goede hoop dat hij de federale verkiezingen wint. In de eigen partij moetde strijd nog beginnen en de kans dathij daar de duimen moet leggen, isgroot.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content