Leidt de verdeling van het onderwijsgeld tot de eerste echte regeringscrisis? Het antwoord moet van de VU komen.

Van politieke vernieuwing gaf het regeringsbeleid van premier Guy Verhofstadt (VLD) vorige week niet veel blijk. Het akkoord over het geld voor het Franstalige onderwijs had namelijk alles van een ouderwets Belgisch compromis. In één nachtelijke onderhandeling van acht uur op het kabinet van vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) werd een communautair akkoord uitgewerkt. Dat was tijdens de regeringsvorming deze zomer nog onmogelijk.

In feite hadden de Vlaamse liberalen, socialisten en groenen hun Waalse geestesgenoten al tijdens de regeringsonderhandelingen 2,4 miljard frank toegezegd. Mondeling en dus geheim, want niet terug te vinden in het regeerakkoord. Met het Sint-Elooisakkoord van 1 december verzilverden de Franstaligen die zomerse afspraak.

Daarna volgden de ontkenningen van premier Guy Verhofstadt. Nee, er was zeker geen geheim akkoord – en dat zowat elke Franstalige regeringsonderhandelaar het tegendeel beweerde, deed niet terzake. En nee, de financiering van het noodlijdende Franstalige onderwijs was helemaal niet gekoppeld aan de andere communautaire dossiers waarover de meerderheidspartijen het die nacht eens waren geworden.

Het was gewoon toeval dat de gewesten meer trekkingsrechten voor de werkgelegenheidsprogramma’s verwierven of dat de Vlaamse overheid straks toch afcentiemen mag geven op de personenbelasting. Dat waren uitgerekend dossiers waarop de vorige Vlaamse regering op een Franstalig “non” was gebotst. Voor de Walen is het heffen van afcentiemen in Vlaanderen vooral psychologisch belangrijk. Het bevestigt het beeld van het rijke Vlaanderen en het armlastige Wallonië. In het dossier van de trekkingsrechten kwamen de Walen over de brug omdat de Waalse minister-president Elio di Rupo (PS) ook wat geld kan gebruiken voor een of ander Waals banenplan.

Maar goed, wie dacht dat alle dossiers weer in één zak waren gestopt, sloeg de bal volgens Verhofstadt dus compleet mis. Zo’n voorstelling van zaken was achterhaald, aldus de premier. Dat was het verleden. Reacties van die strekking waren overblijfsels uit een oude politieke cultuur. Sinds de verkiezingen is het weer allemaal peis en vree in dit land. Alle Belgen zijn weer vrienden en niet het minst de Belgen in het kabinet-Verhofstadt. De tijden zijn veranderd, vond de premier.

De Franstalige politici spraken hem niet tegen. Zij hadden hun geld op zak. Ook de Vlaamse regeringspartijen VLD, SP en Agalev waren tevreden. De communautaire vrede was hersteld en de regering had geen schipbreuk geleden. En in het verslag van het overlegcomité (1 december) tussen de federale en de gewest- en gemeenschapsregeringen kreeg elke taalgroep gelijk. Ook dat is een goede Belgische traditie. Het comité nam akte van de verklaring van de Vlaamse minister-president Patrick Dewael (VLD). Volgens hem heeft de financiering een tijdelijk karakter. Het nam onmiddellijk daarop ook akte van de verklaring van Elio di Rupo, Dewaels tegenhanger in Wallonië. Uit die verklaring blijkt volgens het verslag van Luc Coene (kabinetschef van Verhofstadt) “dat moet worden vermeden de indruk te geven dat dit akkoord een tijdelijk karakter heeft en dat het daarentegen om een basisakkoord gaat waaraan andere elementen kunnen worden toegevoegd”. Zo heeft iedereen dus gelijk. Met dat verschil dat de Walen een zet voor staan.

De oppositie brieste dat het een kaakslag voor Vlaanderen was. In het Vlaams parlement grossierde CVP-fractieleider Eric Van Rompuy in recente uitspraken van de collega’s Robert Voorhamme (SP), Ludo Sannen (Agalev) en Kris Van Dijck (VU). Op 27 oktober vonden deze parlementsleden van de meerderheid nog dat het bevolkingscijfer het beste criterium was voor de berekening van de financiële noden van het onderwijs. Volgens Van Rompuy heeft Vlaanderen op die basis recht op 6,6 miljard frank extra middelen. Maar de norm die zowat heel politiek Vlaanderen wou hanteren, haalde het niet.

De Franstaligen mogen dus de leerlingencijfers blijven gebruiken – zoals het overigens in de financieringswet staat. Maar de Vlamingen beweren dat die leerlingencijfers in Wallonië nogal verdacht afwijken van de bevolkingscijfers – of ze in Vlaanderen altijd even secuur zijn, is evenmin geweten. Hoe dan ook, op basis van deze cijfers weten de Walen dat ze extra middelen van de federale overheid kunnen ontvangen.

Het Rekenhof, eigenlijk een instrument van het parlement, moet die leerlingencijfers controleren. Hoe dat moet gebeuren, weten ze bij het Rekenhof zelf niet zo best. Dat zijn zorgen voor morgen. De regering-Verhofstadt was tevreden. “Wat vier jaar geblokkeerd zat, is in acht uur onderhandelen opgelost”, zei de premier. CVP-voorzitter Stefaan De Clerck maakte daarvan, verwijzend naar de vorige regeerperiode met de christen-democraten: “Na acht uur onderhandelen hebben de Franstaligen hun buit binnen, waarop in vier jaar niet werd toegegeven.”

GEHEIM AKKOORD

Het federale akkoord zorgde merkwaardig genoeg voor problemen binnen de Vlaamse regering. Daarvoor was de Volksunie verantwoordelijk. De partij van voorzitter Patrik Vankrunkelsven maakt in het Belgische parlement deel uit van de oppositie en in het Vlaamse parlement van de meerderheid. Omdat de VU op Vlaams niveau nodig was om een regering zonder CVP tot stand te brengen, eiste de partij dat de andere Vlaamse regeringspartijen de communautaire standpunten van de Vlaamse regering ook op federaal vlak zouden verdedigen. Zo wil de VU een heruitgave van de vorige regeerperiode beletten. Toen sprak de CVP op Vlaams niveau een heel andere taal dan op de federale tribune.

Eigenlijk wilde de VU aanvankelijk alleen aan een regering deelnemen als er ook een stevige stap voorwaarts werd gezet inzake de staatshervorming. Uiteindelijk namen de democratische Vlaams-nationalisten vrede met een Conferentie voor de staatshervorming (Costa), voorgezeten door Vankrunkelsven en Philippe Moureaux (PS). De conferentie is intussen met haar werkzaamheden begonnen, maar medevoorzitter Moureaux daagt al niet meer altijd op de afspraak op. Hij heeft geen haast.

In het onderwijsdossier voelt Patrik Vankrunkelsven zich bedrogen door onder meer Johan Vande Lanotte (SP) en Jos Geysels (Agalev). Zij onderhandelden op de twee niveaus en moesten volgens de VU dus weet hebben van het geheim akkoord. Maar de VU voelt zich vooral gerold door de VLD en Guy Verhofstadt. Niet zolang geleden droomde Verhofstadt van toenadering tot de VU en Vankrunkelsven, die hij in de Octopusonderhandelingen had leren waarderen.

Toen het onderwijsdossier door de federale regering was afgehandeld, stelde de VU opnieuw een ultimatum. Eerder had Vlaams minister Bert Anciaux (VU) in het overleg tussen de verschillende regeringen het akkoord niet goed- en niet afgekeurd. Maar iedereen aan de tafel zag dat hij ongelukkig was, zegt een collega-minister. De andere VU-minister, Johan Sauwens, mengde zich niet in het debat en is een stevig pleitbezorger van regeringsdeelname geworden.

Op een inderhaast bijeengeroepen partijbestuur volgde de VU vorige week vrijdag nog maar eens de raad van minister van staat Hugo Schiltz. De Antwerpse schepen zag deze zomer meer Vlaamse mogelijkheden in een regering VLD-CVP-VU en adviseerde zijn partij nu om de Vlaamse begroting niet goed te keuren. Daarover stemt het Vlaams parlement normaal midden december. Probleem: de VU staat inhoudelijk achter de begroting.

Een gesprek met de partijvoorzitters van de meerderheid in het kabinet van Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) bracht maandagnamiddag geen soelaas. Vankrunkelsven bleef bij zijn eis. De VU wil in de wet zien staan dat de regeling voor het Franstalige onderwijs slechts geldig is tot eind 2000. Op zich laat die eis overigens nog wat deuren open: niets belet dat een meerderheid in het federale parlement, zonder de VU, de wet volgend jaar verlengt.

Met de beperking in de tijd hoopt de VU de Walen onder druk te kunnen zetten om sneller werk te maken van een grotere fiscale autonomie voor gewesten en gemeenschappen. De andere Vlaamse regeringspartijen denken dat de Franstaligen hoe dan ook binnenkort weer aankloppen voor meer Belgisch geld en zo zelf het gesprek over fiscale autonomie nieuw leven inblazen. De drie andere partijen willen de VU-eis op de Costa bespreken en daar werken aan een snellere afwerking van de agenda. Ook dan moeten de Franstaligen over de brug komen.

Als de VU het been stijf houdt, kan het tot een crisis komen. Een minderheidskabinet zonder de VU heeft immers niet alleen mathematische problemen. In zo’n Vlaamse regering zou geen Vlaamse Brusselaar zitten en dat kan wettelijk niet. Op CVP, Blok en VU hoeven de VLD, SP en Agalev voor de aanwijzing van een andere Brusselse excellentie dan niet te rekenen.

De andere meerderheidspartijen rekenen erop dat de VU het niet tot een crisis op Vlaams niveau laat komen. In dat geval zal de VU in progressieve hoek het brandmerk krijgen van de partij die het veelkleurige politieke experiment zonder de CVP de grond inboorde.

Als de Vlaamse partijen de VU wel volgen, kan dat op federaal vlak voor een crisissfeer zorgen. Tenminste als dat betekent dat de Franstaligen het geld niet krijgen dat de Vlaamse onderhandelaars van VLD, SP en Agalev hen deze zomer hebben toegezegd. Het wordt misschien toch nog warm voor Verhofstadt, die echt afwijkt van het beleid van zijn voorganger Jean-Luc Dehaene. Die had veel oog voor de politieke gevoeligheden van de coalitiepartners en weinig aandacht voor het imago. Bij Verhofstadt is dat net andersom.

P.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content