Alleen zware internationale druk kon Hamid Karzai ervan overtuigen om een tweede ronde in de presidentsverkiezingen te aanvaarden. De Amerikaanse diplomaat Peter Galbraith beschrijft de fraude in de eerste ronde. Zijn boodschap: onze soldaten vechten in Afghanistan voor een corrupt regime.

‘De vervalste presidentsverkiezingen van 20 augustus in Afghanistan hebben alsnog maar aan één persoon zijn baan gekost: aan mij.’ Met die bittere vaststelling begint Peter Galbraith zijn verhaal in het Duitse weekblad Der Spiegel over wat er de voorbije maanden in Afghanistan misliep. Galbraith is een Amerikaanse diplomaat met een lange ervaring in conflictgebieden. Hij was de tweede in bevel van de missie van de Verenigde Naties in Kabul, en zijn klacht tot bij secretaris-generaal Ban Ki-moon leidde tot zijn ontslag. Galbraith klaagde erover dat de VN de verkiezingsfraude toedekten, zodat zittend president Hamid Karzai in de eerste ronde al meer dan 50 procent van de stemmen zou halen en een tweede ronde werd vermeden. Vorige week overtuigde de internationale gemeenschap Karzai ervan om toch een tweede ronde te aanvaarden tegen zijn belangrijkste uitdager, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Abdullah. Tenzij Karzai en Abdullah het voordien onder elkaar eens worden over een verdeling van de macht, wordt die tweede ronde op 7 november gehouden.

Galbraith is intussen overigens niet meer de enige die zijn baan aan de fraude verloor. Ban Ki-moon liet weten dat tientallen verantwoordelijken voor de verkiezingen van 20 augustus op verzoek van de VN worden vervangen. Hij geeft daarmee impliciet toe dat Galbraith gelijk had, en dus eigenlijk onterecht werd weggestuurd. De fraude was ook bijzonder grof. Waarnemers van de Europese Unie kwamen tot de conclusie dat meer dan een miljoen stemmen als verdacht moesten worden beschouwd. In stemlokalen die alleen op papier bestonden, werden zogezegd honderdduizenden stemmen uitgebracht die voor het overgrote deel naar Hamid Karzai gingen. De ‘onafhankelijke’ Kiescommissie zag er geen graten in en liet midden september uitschijnen dat Karzai een tweede ronde kon vermijden.

Maar die ‘onafhankelijke’ Kiescommissie bleek niet zo onafhankelijk als haar naam doet vermoeden. De zeven leden van de commissie werden alle zeven door Karzai persoonlijk uitgekozen en benoemd. ‘Alle beslissingen die ze in de loop van het verkiezingsproces namen, vielen in het voordeel van Karzai uit’, schrijft Galbraith. ‘Medewerkers van de Kiescommissie hebben met de bedriegers samengewerkt, of ze wisten van de manipulatie en hebben ze niet gemeld.’

Gelukkig spreekt de Kiescommissie in Afghanistan bij verkiezingen niet het laatste woord. Dat doet de Klachtencommissie, waarin ook internationale experts zitten die door de Verenigde Naties zijn aangesteld. Ze kreeg in enkele weken tijd niet minder dan 600 klachten over verkiezingsbedrog te verwerken, van Afghanen die het zaakje niet vertrouwden.

In veel gevallen was het gemakkelijk om vast te stellen dat er met de stemmen was geknoeid, weet Galbraith. Zo werden in veel kieslokalen alleen de stemmen voor Karzai geteld. In andere kieslokalen kwamen er zodanig ronde cijfers uit de bus dat ze volstrekt ongeloofwaardig waren. In een district van de stad Kandahar bleken in 8 van de 16 kieslokalen precies 500 mensen voor Karzai te hebben gestemd. Alles samen kreeg de president in dat district meer dan 8000 stemmen, tegen geen enkele voor een van de 40 andere kandidaten.

Galbraith is hard: de verkiezingen die een mijlpaal moesten zijn op de weg van Afghanistan naar democratie en stabiliteit hebben niet alleen de geloofwaardigheid van president Karzai thuis en in het buitenland ondermijnd. Ze hebben ook het vertrouwen van de Afghanen in een democratisch proces ondergraven. ‘Deze verkiezingen zijn de belangrijkste strategische overwinning van de taliban in acht jaar oorlog. De internationale gemeenschap zet in Afghanistan meer dan 100.000 soldaten in. Deze verkiezingen moesten voor stabiliteit zorgen en ze moesten de autoriteit van de Afghaanse regering versterken. Het tegenovergestelde is gebeurd. Een president die de verkiezingen naar zijn hand zet, kan niet de geloofwaardige partner zijn die de internationale gemeenschap nodig heeft.’

300 miljoen dollar

Omdat deze verkiezingen zo belangrijk waren, vroeg de Veiligheidsraad de VN-missie in Kabul om de Kiescommissie en de Klachtencommissie waar mogelijk te steunen. Ze moesten er mee voor zorgen dat het hele proces eerlijk en transparant zou verlopen. ‘Ik ben ontslagen omdat ik te vaak heb gezegd dat mijn chef, de Noorse diplomaat Kai Eide, zijn werk niet deed’, schrijft Peter Galbraith. ‘Omdat hij vaak het land uit was, was ik dikwijls verantwoordelijk voor het hele proces. In juli probeerde ik er de Kiescommissie van te overtuigen kieslokalen te sluiten die toch niet zouden opengaan omdat ze in gebied liggen dat door de taliban wordt gecontroleerd. In september smeekte ik de Kiescommissie om hun eigen regels na te leven om de manipulatie bij de verkiezingen aan het licht te brengen. Karzai en zijn mensen waren woedend omdat ik daarmee zijn verkiezing in de eerste ronde in het gedrang bracht.’

In de twee gevallen koos Eide de kant van de Afghaanse president, tegen zijn adjunct. ‘Zijn partijdigheid stak de ogen uit’, stelt Galbraith. ‘De VN-delegatie en de Af-ghaanse Mensenrechtencommissie hadden een rapport klaar met kritiek op de Af-ghaanse radio en televisie omdat die duidelijk de kant van Karzai kozen. Uit onafhankelijk onderzoek bleek dat Karzai op televisie zes keer zoveel zendtijd kreeg als zijn rivaal Abdullah. Op de radio ging 91 procent van de tijd die voor de verkiezingen werd uitgetrokken naar Karzai. Eide liet een deel van het rapport schrappen.’

De Noor gaf pas twee weken geleden toe dat er op grote schaal bedrog werd gepleegd. Op 29 september veegde hij de fraude voor de Veiligheidsraad nog onder de mat. Hij legde in New York vooral de nadruk op de positieve kanten van het hele verkiezingsproces. ‘Sinds ik ben weggestuurd, vertellen de VN aan iedereen die wil luisteren dat de organisatie alleen een mandaat heeft om Afghaanse instellingen bij de organisatie van de verkiezingen te steunen’, schrijft Peter Galbraith in Der Spiegel. ‘Toen ik probeerde om het bedrog te verhinderen en aan te klagen, zou ik te ver zijn gegaan. Dat is onzin. De internationale gemeenschap legde het overgrote deel van de 300 miljoen dollar op tafel die voor de verkiezingen nodig waren. De internationale belastingbetaler verwacht dan dat de verkiezingen die met zijn centen worden georganiseerd correct verlopen.’

Kan de aangerichte schade worden hersteld? Eide zei vorige week al dat hij niet kan garanderen dat de tweede ronde helemaal zuiver verloopt. De taliban zullen hoe dan ook proberen om een stok in het wiel te steken, terwijl de intredende winter in november in Afghanistan voor problemen kan zorgen. Toch moeten de VN erop toezien dat de Kiescommissie haar werk dit keer wel goed doet. Als het weer fout gaat, vreest Galbraith voor het verdere internationale engagement in Afghanistan.

‘Maar ook als Karzai straks min of meer zuiver wint, blijft de argwaan’, weet de Amerikaan. ‘Die komt boven op jaren van inefficiënt en corrupt bestuur. De Ver-enigde Staten en hun geallieerden moeten zich daarom op een hervorming van het hele Afghaanse bestel richten. Er moet voor worden gezorgd dat de etnische groepen en de belangrijkste politieke partijen aan de macht deelnemen. De Afghanen moeten zeker lokaal het gevoel krijgen dat ze op een fatsoenlijke manier worden bestuurd.’

Alleen zo kan de regering tonen dat ze voor de internationale gemeenschap een geloofwaardige partner kan zijn, besluit Galbraith. En alleen dan kunnen de VS en de NAVO overwegen om hun aanwezigheid in Afghanistan te versterken.

DOOR HUBERT VAN HUMBEECK

‘Deze verkiezingen zijn de belangrijkste strategische overwinning van de talibanin acht jaar oorlog.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content