De communautaire “ruzie” in de CVP werpt haar vruchten af. Voor de Franstaligen wordt een staatshervorming aanvaardbaar, zolang Herman Van Rompuy aan zet blijft.

Normaal gesproken zal koning Albert binnen enkele weken op een of andere uitgelezen plek, Châteauneuf-de-Grasse bijvoorbeeld, zijn handtekening zetten onder het lijstje van grondwetsartikelen die door de regering Dehaene II voor “open” worden verklaard. Die artikelen kunnen dan door de nieuwe bewindsploeg na de verkiezingen worden herschreven. De redactie van zo’n lijstje, of “verklaring tot herziening van de grondwet”, is een vaste geplogenheid op het einde van een regeerperiode.

Als het van de huidige premier afhangt, en van vice-premier Herman Van Rompuy (CVP) en de Franstalige coalitiepartners, zal dat lijstje dit jaar nauwelijks afwijken van de lijst die op 12 april 1995 in het Staatsblad verscheen. Een pak grondwetsartikelen werd toentertijd al voor herziening vatbaar verklaard, maar naderhand nooit herzien. Dat is onder meer het geval met de regionalisering van de organieke wet inzake provincies en gemeenten.

De enige nieuwe grondwetsartikelen die tot nader order aan het lijstje van 1995 zullen worden toegevoegd, hebben betrekking op politie en justitie. De Belgische wetgeving is zo ingewikkeld dat zelfs de acht Octopus-partners tijdens hun onderhandelingen er hun jongen niet in vonden. Zo gingen ze er met z’n allen van uit dat een aantal artikelen al herzien was en dat met name de oprichting van de eengemaakte federale politie of de hervorming van Cassatie maar één pennentrek behoefden. Quod non. De rijkswacht schaf je niet zomaar af.

INTER-VLAAMSE STELLINGENOORLOG

Natuurlijk is het niet dààrom dat er in vele partijen elke keer weer zo reikhalzend wordt uitgekeken naar de verklaring tot herziening van de grondwet. Wel omwille van de perspectieven die dat kan openen (of net niet) om communautaire dromen om te zetten in daden. En het is tegen die achtergrond dat er de afgelopen dagen een inter-Vlaamse stellingenoorlog is losgebarsten, het meest manifest in de CVP.

Als de wisselmeerderheid CVP-VLD-VU, die zich in de Commissie Staatshervorming van het Vlaams Parlement aftekende, haar zin wil krijgen, dan moet het straks mogelijk worden om aan enkele cruciale grondwetsartikelen te sleutelen. De Commissie wil een ander grondplan voor het Belgisch huis: de drie gewesten en drie gemeenschappen moeten worden hertekend tot een som van twee deelstaten (Vlaanderen en Franstalig België) met aparte statuten voor Brussel en de Oostkantons. Commissievoorzitter Johan Sauwens (VU), en met hem de Vlaamse CVP-fractie en minister-president Luc Van den Brande (CVP), willen dat de twee deelstaten Brussel samen gaan bestieren.

Dit alles vergt een herziening van de eerste artikelen van de grondwet waarin de grondvesten van de “federale Staat” België worden beschreven. Ook voor de afschaffing van de huidige Senaat – de Commissie Sauwens wil die vervangen door een Senaat van de Gemeenschappen – moet er geschrapt en herschreven worden in onder meer artikel 143.

Zoveel voortvarendheid leidde tot gemor in de CVP. Die partij pleegde vorige week in een persmededeling bijna een karikatuur van zichzelf. Het heette dat de CVP in het Vlaams Parlement zich had laten “inspireren” door de zogenaamde vijfpuntennota die in het partijbureau en -bestuur eind vorig jaar werd goedgekeurd. Pro memorie: meer fiscale autonomie, defederalisering van gezondheidszorg en kinderbijslag, regionalisering van gemeente- en provinciewet, gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlamingen in de Brusselse instellingen en homogene bevoegdheidspakketten. Omgekeerd heette in die persmededeling de tekst van de Commissie Sauwens “inspirerend” voor de partij.

Alleen officieus werd in federale CVP-kringen, op kabinetten en in de Kamer, gretig voedsel gegeven aan de vermeende bagarre tussen Vlaamse confederalisten en Belgische federalisten in de partij. Eén goed geplaatste bron meende zelfs te weten dat Dehaene zijn Vlaamse collega bijna woordelijk zou hebben verweten zich weer te hebben laten opjutten door de VU én het Vlaams Blok.

Maar achter de schermen gaat het er nog altijd minzamer en vooral beredeneerder toe in “het huis met vele kamers”. Voor elk van de vijf punten sleutelt de christen-democratische studiedienst Cepess aan technische nota’s, waarin de concrete opties niet noodzakelijk minder ver zullen gaan dan wat de Commissie Sauwens voorstelt. Het verschil is dat de CVP-nota’s alleen maar boven water zullen komen aan de onderhandelingstafel met de Franstaligen, en niet vooraf op het publieke forum worden gegooid. Een kwestie van tactiek.

Opmerkelijk is dat zowel op de federale CVP-kabinetten als in de Kamerfractie van Paul Tant (CVP) de overtuiging groeit dat voor de realisatie van de vijf punten géén extra grondwetsartikelen moeten worden herzien. Zelfs fiscale autonomie kan na 13 juni zonder dat er aan de grondwet als dusdanig moet worden gesleuteld. Meer nog, ook op het VLD-kwartier in de Melsensstraat zijn ze voorlopig en na een eerste studie van de grondwet tot die bevinding gekomen.

CHAPEAU, LA WALLONIE!

Je kunt je afvragen in hoeverre de vlucht vooruit van Van den Brande en consorten de “federale” CVP werkelijk in verlegenheid brengt. Want ook Dehaene en Van Rompuy willen een staatshervorming. Als er derhalve in hun partij confederale stemmen zijn die de Franstaligen de gordijnen kunnen injagen met het schrikbeeld van een “grote” staatshervorming, wordt een “kleine” makkelijker aanvaardbaar.

Leerzaam is in dit opzicht de wijze waarop de Franstalige pers de jongste dagen het discours van Herman Van Rompuy verwelkomde. Hij kreeg applaus voor woorden die vorig jaar nog in diezelfde Franstalige pers blasfemisch zouden hebben geklonken. De vice-premier heeft het over “fiscale verantwoordelijkheden” in plaats van “autonomie”, en “homogene bevoegdheidspakketten” worden bij hem “een verdieping van het federalisme wat betreft de bevoegdheden”. La Libre Belgique noteert dat deze visie op de staatshervorming, en de vijf punten van de CVP, “op zich, al zeer ver gaan”.

Maar de krant, en naar we mogen aannemen menig vooraanstaand Franstalig politicus, is dan weer zichtbaar geflatteerd door de loftuitingen aan het adres van Wallonië die Van Rompuy moeiteloos koppelt aan zijn institutionele “Vlaamse” agenda. “Chapeau, la Wallonie!”, parafraseerde de krant de vice-premier. Ook Wallonië werkt, is Van Rompuys boodschap, en een grotere vorm van eigen fiscale verantwoordelijkheid of meer armslag inzake bevoegdheden, komt ook de Franstaligen ten goede.

Als de vice-premier applaus krijgt, is dat mede dankzij de lange schaduw van Van den Brande. Ruzie in de CVP? Enige strubbelingen, ja. Was het niet Van den Brande zelf die enkele weken geleden in dit blad over zijn collega zei: “Herman heeft vier keer mee een staatshervorming onderhandeld. Hij is behoedzamer, akkoord, maar hij heeft mee grote stappen gezet. Ik geloof dus niet dat dit het proces in een andere richting zou sturen of dat het minder ingrijpend zou worden. Ik moet het niet in zijn plaats doen natuurlijk, maar ik kan gerust zeggen dat Herman niet tot de minste toegeving bereid is als het gaat over taalkwesties, over de homogeniteit van Vlaanderen als Nederlandstalig gebied. Hij zal misschien een wat andere benadering hebben inzake fiscale autonomie, maar dat is logisch.”

De vlucht vooruit helpt dus wel. Terwijl de Franstaligen zich blindstaren op loper Van den Brande, wordt er achterin zeer bedachtzaam geschaakt. Wie de politieke geschiedenis van België bekijkt, stelt vast dat elke staatshervorming er kwam dankzij “ruzie” in de CVP.

FOEFJES OM TIJD TE WINNEN

Dat ook Dehaene een staatshervorming wil, daaraan twijfelen de Franstaligen niet langer. Philippe Busquin (PS), Louis Michel (PRL-FDF-MCC) en Philippe Maystadt (PSC) weten net zo goed als Van Rompuy dat er na 13 juni een compromis zal moeten worden gevonden met de Vlamingen. Ze bereiden er hun achterban geleidelijk op voor. De tijd dat er aan de andere kant van de taalgrens alleen een muur van refus stond, is al lang voorbij.

Kenmerkend voor de evolutie in het communautaire denken in Franstalig België is het vorige week verschenen boek van journalist Philippe Engels over PSC-voorzitter Philippe Maystadt. Daarin komt de auteur, op gezag van Maystadt, tot de verrassende bevinding dat Van den Brande en Dehaene “tout simplement interchangeables” zijn. Maystadt, en met hem Busquin, zijn al zeer lang over de illusie – en de krenking – heen dat Dehaene en Van Rompuy in 1993 met het Sint-Michielsakkoord ook geloofd zouden hebben dat dit de finale staatshervorming was. Alleen Maystadts voorganger, Charles-Ferdinand Nothomb, bleef die illusie ook het voorbije jaar nog koesteren en weigerde samen met zijn collega’s de communautaire ronde offensief voor te bereiden. Niet zo Maystadt. In zijn eigen partij zette hij technici en de stafgroep van de “nouveau PSC” prompt aan het werk om alle mogelijke scenario’s uit te testen, om potentiële Franstalige eisen te verfijnen én om “desnoods zelfs foefjes te verzinnen om tijd te winnen”, schrijft Engels.

Maystadts offensief voor de positie van de Franstaligen in de Brusselse rand mag gerust worden beschouwd als een variant van de Vlaamse vlucht vooruit. Het valt te voorspellen dat de Franstaligen de komende maanden nog meer zulke zetten zullen doen. Het spel begint eindelijk een beetje los te lopen.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content