In Magny-Cours en Silverstone, de vorige twee F1-manches, deemsterde de Pool wat weg. Anoniem meegedraaid in Frankrijk, uit de drijfnatte race gewalst in Engeland. En toch staat Robert Kubica in het klassement op amper twee puntjes van het trio HamiltonRäikkönen-Massa, die de eerste plaats in de WK-tussenstand delen.

Na Montreal, waar hij zijn eerste overwinning pakte, stond hij zelfs even aan de leiding. Toegegeven, de kans is klein dat de 23-jarige Kubica straks wereldkam-pioen wordt. Daarvoor is zijn BMW in reguliere wedstrijdomstandigheden nog een maatje te klein voor de Ferrari en de McLaren. Maar dat hij nog vaker kan toeslaan als de andere drie het laten afweten, daar twijfelt niemand aan. Over een ding is de voltallige paddock het immers eens: Robert Kubica is uit het beste hout gesneden. Maar hij is ook een verhaal op zich. U herinnert het zich ongetwijfeld: de doodsklap die hij in Montreal 2007 overleefde. Bij 278 per uur vol in de muur, en dan een paar honderd meter rollen en tollen. Een kwaaie tik op de verkeerde plek en hij kon het vandaag niet meer navertellen. Maar Kubica hield er een gebroken enkel en wat hoofdpijn aan over. “Ik vond het vooral erg dat ik de volgende race langs de kant moest blijven van de dokter”, is zijn manier om te relativeren. Want koersen, dat is wat hij wil.

Als adolescent ging hij karten in Italië, het mekka voor jonge coureurs die hun talent willen etaleren. Met de auto van vader en de kart op een aanhangwagentje pendelden ze tussen Polen en Italië. Een half jaar lang met een kapotte zijruit, want geld om die te herstellen, bleef er nooit over. Geld was trouwens niet de enige hindernis op weg naar de F1. In 2003, hij was negentien, vond hij sponsors om F3 te rijden, de kans van zijn leven. Tot een verkeersongeval in het tussenseizoen zijn rechterarm op vijf plaatsen verbrijzelde. “Drie maanden langs de kant”, zeiden de artsen. “Aan elkaar schroeven, dat bot”, reageerde Kubica. Amper zes weken later zat hij achter het stuur en won met een brace en achttien titaniumschroeven in de bovenarm. Hij kon de beker niet eens tillen van de pijn, maar de weg naar de F1 was al half geplaveid. Met een zelden geziene gedrevenheid die hij nog altijd heeft. De BMW-ingenieurs zeiden hem in januari dat ze graag wat meer ruimte hadden om met ballast te schuiven in zijn auto. Geen probleem: even wat harder getraind in de winter en er gingen zeven kilo af. Klaar.

Na zijn crash in Silverstone, die hem puntenloos naar huis stuurde, was er even kritiek op zijn rijstijl. Kubica legt immers een zelden geziene agressiviteit in zijn stuurslag. Met wat meer reserve onder de rechtervoet had hij Engeland misschien als WK-leider kunnen verlaten. Maar de Pool is helemaal niet van plan om bij te sturen. “Ik ben zoals ik ben en ik race zoals ik dat gewoon ben: ik ga altijd voor het uiterste, probeer zoveel mogelijk uit de auto te halen. Iedere race opnieuw.” Komende zondag, in Hockenheim, dus ook.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content