Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

2004 vormde het vijfde jaar op rij dat onze overheden hun rekeningen konden afsluiten zonder deficits, een unicum in de Belgische budgettaire geschiedenis van de voorbije halve eeuw. Die prestatie is zonder meer lovenswaardig. Maar ze vraagt niet het respect dat de voorstelling van de Belgische overheidsfinanciën voor 2004 door de federale ministers Johan Vande Lanotte (Begroting) en Didier Reynders (Financiën) zou kunnen afdwingen.

Hoewel dat ook zijn voorgangers goed afging, perfectioneerde begrotingsminister Vande Lanotte zich in de kunst van het misleiden. Hij hanteerde daarbij duidelijk vier wetten.

Eerste wet: maak de begrotingscijfers zo ondoorzichtig mogelijk. Wie de begrotingsdocumenten van bijvoorbeeld drie jaar naast elkaar legt, krijgt een punthoofd als gevolg van het cijfergegoochel. Het jongleren met bijvoorbeeld voorlopige, herziene en definitieve getallen maakt elke ernstige vergelijking bijna onmogelijk. Dankzij dergelijke praktijken kan de minister echter wel steevast zijn gelijk ‘aantonen’. Het wekt bijgevolg weinig verbazing dat België bij de Europese instanties geen al te beste reputatie geniet inzake de degelijkheid van het afgeleverde begrotingsmateriaal.

Tweede wet: maak vergelijkingen die even opvallend als onzinnig zijn. Johan Vande Lanotte bedacht er wel meer, maar met zijn recente uitspraak ‘Alleen Finland doet beter’ schoot hij toch wel de hoofdvogel af. De minister reduceerde het hele gebeuren van de publieke financiën zomaar even tot het deficit op de lopende begroting. Alsof het niveau van de overheidsschuld daarbij niet meetelt. België combineerde eind 2004 een begroting in evenwicht – dankzij eenmalige ingrepen – met een staatsschuld naar rato van 96 % van het bruto binnenlands product. Oogt dat aantrekkelijker dan de volgende combinaties? Spanje: 0,4 % overschot, 48 % schuld; Ierland: 0,8 % deficit, 32 % schuld; Oostenrijk: 1 % deficit, 65 % schuld. Inzake structurele gezondheid van de publieke financiën staat zelfs Nederland – 3,5 % deficit, 56 % schuld – er nog een stuk beter voor dan wij. En dan zwijgen we nog over landen buiten de eurozone als Denemarken (1 % overschot, 42 % schuld) en Zweden (0,2 % overschot, 52 % schuld).

Derde wet: kies steeds uw eigen waarheid. De voorbije jaren argumenteerde Vande Lanotte dat de mindere economische groei het gebruik van eenmalige maatregelen om tot een begrotingsevenwicht te komen, rechtvaardigde. In 2004 groeide de Belgische economie met 2,7 %: een cijfer dat een stuk boven het langetermijn-groeigemiddelde van 2 à 2,25 % ligt. Toch gaat de regering over tot eenmalige ingrepen. En Vande Lanotte zwijgt over de sterke groei. De Belgische overheid kon de voorbije jaren ook genieten van de internationale daling van de rentevoeten. Meer nog, zonder dat rentevoordeel was de begrotingstoestand spectaculair verslechterd (de verschrompeling van het primaire surplus). Dat thema raakt onze minister van Begroting in zijn commentaren echter nauwelijks aan.

Vierde wet: over echt kiese ingrepen, vertel je een hocus-pocus-verhaal of zwijg je. Twee jaar terug plunderde de regering schaamteloos het pensioenfonds van Belgacom. Verhofstadt en Vande Lanotte vertelden daar hilarische verhalen over. In 2004 werd het pensioenfonds van BIAC leeggeroofd. Ook daar praatte Johan Vande Lanotte bij de voorstelling van de jongste begrotingscijfers behendig omheen. Zoals altijd.

info: De auteur is directeur van de VKW Denktank.

Johan Van Overtveldt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content