Ann Peuteman

Voormalig diplomaat en SP.A-lijsttrekker Saïd El Khadraoui over oorlog, verkiezingen en stemrecht.

‘Ik ben een heel gewone jongen’, zegt Saïd El Khadraoui (SP.A). ‘Mijn Marokkaanse vader werkt in een chocoladefabriek en mijn Belgische moeder is hoofdverpleegster in Gasthuisberg. Politiek kwam thuis amper aan bod. Hoogstens werd er eens commentaar gegeven bij het journaal.’ Zoveel bescheidenheid over zijn afkomst, Steve Stevaert had het niet beter kunnen verwoorden. ‘Er zijn inderdaad gelijkenissen tussen ons’, zegt de Leuvense schepen. ‘We komen allebei uit een milieu waar we niet aangemoedigd werden om aan politiek te doen. Wij hebben er zélf voor gekozen.’

Aangemoedigd of niet, El Khadraoui kan op zijn zevenentwintigste op een behoorlijk indrukwekkend cv bogen. Amper van de schoolbanken af zat hij al in de Leuvense gemeenteraad, tussendoor deed hij diplomatenwerk bij de Verenigde Naties en twee jaar geleden werd hij in Leuven schepen van Cultuur, Onderwijs, Inburgering, Ontwikkelingssamenwerking en Studentenaangelegenheden. Begin deze maand hielp het Arbitragehof zijn lot nog een handje door de nieuwe kieswet te schorsen: minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke koos voor Brussel-Halle-Vilvoorde en El Khadraoui werd in Leuven tot lijsttrekker gebombardeerd.

SAÏD EL KHADRAOUI: In Leuven staat er volgens Frank Vandenbroucke en de rest van de partij een nieuwe generatie klaar met mij en mijn collega-schepen Karin Jiroflée. Dat is veel minder het geval in Brussel-Halle-Vilvoorde, waar de partij het bovendien niet zo goed doet. Daarom gaat Frank daar de lijst trekken en krijgen wij in Leuven een kans om te bewijzen dat we zijn vertrouwen waard zijn.

Als jonge schepen kreeg u twee jaar geleden een loodzware portefeuille. Waaraan had u die te danken?

EL KHADRAOUI: In de eerste plaats aan de kiezers die me 1306 voorkeurstemmen hebben gegeven. Mentaal had ik eigenlijk al afscheid genomen van de binnenlandse politiek. Ik was geslaagd voor het diplomatiek examen en liep stage bij de Belgische delegatie bij de Verenigde Naties in New York. Toch wist burgemeester Louis Tobback me over te halen om nog één keer op de lijst te staan. Toen ik – op basis van mijn voorkeurstemmen – het aanbod kreeg om schepen te worden, heb ik daar twee weken over moeten nadenken. Uiteindelijk heb ik toegezegd omdat ik inzag dat ik op jonge leeftijd een grote kans kreeg én omdat het om zo’n belangrijke portefeuille ging.

U bent onder meer bevoegd voor studentenaangelegenheden. Waarom staat u niet achter het voorstel van de plaatselijke VLD-jongeren om kotstudenten de mogelijkheid te bieden om in Leuven hun stem uit te brengen?

EL KHADRAOUI: Voor mij kan het niet dat die 30.000 studenten zomaar aan de Leuvense gemeenteraadsverkiezingen mogen deelnemen omdat ze hier nu eenmaal op kot zitten. Dat brengt veel te veel problemen met zich. Om er maar één te noemen: wat doe je met eerstejaarsstudenten die hier bij de verkiezingen in oktober nog maar een maand zitten? Die kennen onze stad helemaal niet! Studenten die al een aantal jaren in Leuven op kot zitten en eigenlijk met de stad vergroeid zijn, moeten volgens mij wél de mogelijkheid krijgen om zich in het bevolkingsregister in te schrijven zodat ze hier automatisch mogen stemmen.

Dat zal het OCMW leuk vinden: honderden studenten die officieel ‘alleenstaanden’ worden en bij gebrek aan een inkomen recht hebben op een leefloon.

EL KHADRAOUI: Dat zou inderdaad onbetaalbaar zijn. Daarom wil ik een oud voorstel van de studentenbeweging bovenhalen: een studieloon waarop elke student recht heeft. Dat ‘loon’ zou worden gefinancierd met de middelen die nu naar kindergeld voor studerende kinderen en naar de bestaande studiebeurzen gaan. Daarnaast kunnen studenten nog bijklussen of een renteloze lening aangaan die na hun studie terugbetaald moet worden.

Op die manier is het niet langer een probleem om studenten in de stad in te schrijven: door dat studieloon hebben ze geen recht meer op een leefloon. En wie in Leuven ingeschreven is, mag in Leuven stemmen. Opgelost.

Nu het migrantenstemrecht nog.

EL KHADRAOUI: In dat verband volg ik dezelfde redenering: mensen die hier wonen en een band met de stad hebben, moeten de kans krijgen om mee te beslissen. Natuurlijk slaat het nergens op om iemand die twee maanden in een huisje in het centrum van Leuven woont, meteen het recht te geven om onze gemeenteraad te verkiezen. Daar moet een beetje tijd over gaan zodat ze de stad kunnen leren kennen. Of dat nu drie jaar of vijf jaar is, daar kan over gediscussieerd worden. Het belangrijkste is dat het migrantenstemrecht er eindelijk komt.

Als het aan u ligt, wordt het in het volgende regeerakkoord opgenomen?

EL KHADRAOUI: Een regeerakkoord moet niet vastleggen dat de regering gemeentelijk stemrecht voor migranten zal invoeren. Maar het moet wel garanderen dat het parlement in alle vrijheid een voorstel kan uitwerken en dat daarover gestemd kan worden, zonder dat de een of andere regeringspartij nog eens aan de handrem kan trekken.

Sinds vorig jaar bent u ondervoorzitter van de raad van bestuur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Zit u daar door uw allochtone afkomst of omdat u schepen van Inburgering bent?

EL KHADRAOUI: Dat zal allebei wel hebben meegespeeld. Ik ben door het kabinet-Vande Lanotte gevraagd om in naam van de federale regering in die raad te zitten. Maar erg lang zal dat waarschijnlijk niet meer duren, want ik mag dat niet met een kamerzetel combineren.

Vindt u dat het centrum-Leman…

EL KHADRAOUI: Het heet ‘Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding’. De benaming Centrum-Leman is veel te beperkend en wordt vaak door vijanden van het centrum misbruikt. Op dit moment is Johan Leman directeur, maar over twee jaar loopt zijn mandaat af en zal iemand anders de leiding overnemen.

U kunt toch niet ontkennen dat Leman al jaren het gezicht van het centrum is?

EL KHADRAOUI: Dat heeft met zijn persoonlijkheid te maken, en met het feit dat hij als woordvoerder optreedt. Ik denk dat er nood is aan een interne discussie over dat woordvoerderschap. Om met gezag te kunnen spreken en gerespecteerd te worden, moet het centrum een neutrale positie innemen boven het partijpolitieke gewoel.

Hoe kan het centrum uit politiek vaarwater blijven als het drie vzw’s van het Vlaams Blok voor de rechtbank daagt wegens vermeende inbreuken op de anti-racismewet?

EL KHADRAOUI: Die beslissing, die door de vorige raad van bestuur is genomen, past perfect in de opdracht van het centrum: toezien op de toepassing van de anti-racismewet. We ondernemen juridische stappen als iemand bijvoorbeeld de Hitlergroet heeft gebracht, dus moeten we dat ook doen als er aanwijzingen zijn dat die vzw’s de wet hebben overtreden. Het is dan onze opdracht om op juridische gronden een oordeel te vragen van de rechtbank. In dit geval heeft het hof van beroep zich vorige maand onbevoegd verklaard en hebben wij het advies van onze advocaten gevolgd om naar Cassatie te gaan. Want we willen graag weten wie dan wél bevoegd is.

Internationaal wordt de agenda dezer dagen helemaal overheerst door de Verenigde Staten, die zonder mandaat van de Verenigde Naties Irak aanvallen.

EL KHADRAOUI: Ik vrees dat de gevolgen niet te overzien zullen zijn. Dat Amerikaanse initiatief geeft andere landen argumenten om ook op eigen houtje ‘preventieve aanvallen’ uit te voeren. Pakistan kan bijvoorbeeld India binnenvallen omdat dat land een potentieel gevaar zou inhouden. Bovendien zullen de Al-Qaeda’s van deze wereld alleen maar versterkt uit de oorlog komen.

Tekenen de Verenigde Staten het doodvonnis van de VN door zonder resolutie ten strijde te trekken?

EL KHADRAOUI: De VN – en dat is meer dan de Veiligheidsraad alleen – zijn vandaag nog altijd levensnoodzakelijk. Het is een instantie waar wordt gepraat, waar vertegenwoordigers van verschillende staten hun argumenten naar voren schuiven. Zonder de VN zou iedereen gewoon zijn ding doen zonder overleg.

Natuurlijk betekent de Amerikaanse aanval een kaakslag voor de Verenigde Naties. De Amerikanen waren de oorlog graag ingegaan met de goedkeuring van de VN. Maar nu ze dat niet krijgen, doen ze het gewoon alleen. Ik heb geen idee hoe de geloofwaardigheid van de VN hersteld kan worden. De VS sancties opleggen, is onmogelijk omdat die zelf vetorecht hebben in de Veiligheidsraad. We kunnen alleen hopen dat George W. Bush, net als zijn vader na de eerste Golfoorlog, niet herverkozen wordt en dat er daarna een beleidsploeg aan de macht komt die wél belang hecht aan internationale uitspraken.

Is het vetorecht van de permanente leden van de Veiligheidsraad achterhaald?

EL KHADRAOUI: Eén ding staat vast: het afschaffen ervan is voor de grote landen onbespreekbaar. In elk geval is de hervorming van de Veiligheidsraad dringend gewenst. Het kan bijvoorbeeld toch niet dat er zich onder de permanente leden geen enkel Afrikaans land bevindt? Dat clubje van China en een handvol westerse landen is geen afspiegeling meer van de wereld na de dekolonisatie. Volgens mij moet de vertegenwoordiging in de Veiligheidsraad regionaal gestructureerd worden. Hoe die regio’s – zoals de EU of de Unie van Afrikaanse Staten – zich intern organiseren, is dan hun zaak.

Nog nooit was de onenigheid binnen de Europese Unie zo duidelijk als tijdens de Irak-crisis. Moet ook de EU hervormd worden?

EL KHADRAOUI: Het is veelbetekenend dat een man als de Britse premier Tony Blair, die tot een paar jaar geleden de verpersoonlijking was van progressiviteit en vernieuwing, ten koste van zijn eigen principes vasthoudt aan het bondgenootschap met de VS. Het lijkt me logisch dat aan zulke landen, die duidelijk de Amerikaanse kant kiezen, wordt gevraagd of ze al dan niet een gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid willen. Is het antwoord negatief – wat nu al uit de feiten blijkt – dan kunnen we beter een kleiner Europa uitbouwen met de landen die wél vooruit willen. Zo zou Europa op termijn een sterke, eendrachtige stem kunnen hebben. Vandaag is dat niet het geval en dat is een van de redenen dat er een oorlog aan de gang is. Want ik ben er allesbehalve zeker van dat de VS de aanval helemaal alleen, zonder de steun van onder meer het Verenigd Koninkrijk en Spanje, hadden ingezet.

In België vinden sommigen dat Amerikaanse legertransporten over ons grondgebied niet meer kunnen. Hoe staat u daartegenover?

EL KHADRAOUI: De vraag is eigenlijk of we de verdragen nog naleven die we te midden van de Koude Oorlog hebben afgesloten. En het antwoord moet volgens mij ‘ja’ zijn. Als wij die verdragen niet naleven, hoe kunnen we de VS dan veroordelen omdat zij ertegenin gaan? Het is nu aan de minister van Buitenlandse Zaken om te laten onderzoeken of die transporten juridisch gezien al dan niet kunnen worden tegengehouden. Maar of dat nu mogelijk is of niet, het lijkt me belangrijk dat we een gemeenschappelijk standpunt formuleren met bondgenoten zoals Frankrijk en Duitsland.

Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat we al die verdragen en akkoorden dringend eens moeten bestuderen, screenen en eventueel actualiseren. Er moet een aantal elementaire voorwaarden in worden opgenomen. Zo kunnen wapentransporten over ons grondgebied volgens mij maar in drie gevallen: in vredestijd, bij de verdediging van Europa in NAVO-verband, of met een VN-mandaat tijdens conflicten.

Ondertussen vindt haast onopgemerkt de 59e zitting plaats van de mensenrechtencommissie van de VN, waar u zelf nog voor de Belgische delegatie hebt gewerkt. Er is nogal wat commotie rond het feit dat Libië dit jaar de commissie voorzit.

EL KHADRAOUI: Libië is inderdaad niet bepaald een geloofwaardige voorzitter. Een commissie die mensenrechtenrapporten aflevert die tussen die van Human Rights Watch en Amnesty International thuishoren, verliest een groot stuk van haar geloofwaardigheid als sommige leden het zelf niet zo nauw nemen met die mensenrechten.

In die commissies heeft elk land één stem en zijn de derdewereldlanden in de meerderheid. Elk jaar mag een andere zogenaamde landengroep de voorzitter naar voren schuiven, en dit jaar kozen de Afrikaanse landen voor Libië.

Nadat de VS een stemming afdwongen, stemden verder alleen Canada en Guatemala tegen het voorzitterschap van Libië.

EL KHADRAOUI: Tja, de andere leden zullen denken: ‘Ach, het is maar voor een jaar. Het waait wel over.’ De Europese Unie vond dat de keuze van de Afrikaanse landen gerespecteerd moest worden. Wie weet wat daar nog allemaal achter zit? Mogelijk zijn er afspraken gemaakt en zou een tegenstem van een bepaald land tegenacties van Libië hebben uitgelokt. Het kluwen van de diplomatie is soms ondoorgrondelijk.

Ann Peuteman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content