Aanslagen op Amerikaanse patrouilles of Iraakse politieagenten komen al maandenlang uitgebreid aan bod in de media. Veel minder aandacht is er voor een andere terreurcampagne die in volle hevigheid woedt in het bevrijde Irak: die tegen moderne, geëmancipeerde vrouwen die opkomen voor hun rechten.

Toen de ontvoerders haar kwamen halen, was Zeena Al-Qushtaini gekleed naar de laatste mode. Ze droeg een horloge van 5000 dollar, had gemanicuurde handen en highlights in de haren om haar blauwe ogen te accentueren. Onder haar vriendinnen waren veel vrouwenrechtenactivisten, maar haast niemand van hen liep er zo opvallend modern bij als zij. Zeena Qushtaini was een gescheiden, alleenstaande moeder van achteraan in de dertig, met twee kinderen en een voltijdse kantoorbaan. Met haar zakenpartner Ziad Baho hield ze ook nog een apotheek open. Het was kort voor sluitingstijd toen zes mannen in maatpak zwaaiend met automatische wapens de apotheek binnenstormden. Ze plakten Qushtaini en Baho tape over hun mond en reden met hen weg in een paar SUV’s.

Tien dagen later werden de lijken gevonden aan de kant van een autoweg ten zuiden van Irak: Baho was onthoofd, Qushtaini had het lange zwarte kleed aan dat populair is in fundamentalistische kringen. Ze had een hoofddoek om – die had ze tijdens haar leven nooit gedragen. Er zat een bloedvlek op van de kogel in de zijkant van haar hoofd.

Zeena Qushtaini is maar een van de vele in het oog lopende Iraakse vrouwen die de laatste tijd door islamitische extremisten zijn omgebracht. In Mosul zijn twintig vrouwen vermoord, in Bagdad nog een tiental meer. Veel Iraakse vrouwen kijken uit naar de vrijheid die het democratisch experiment in Irak hen belooft. En veel fundamentalisten zijn kennelijk bereid hen daarvoor te doden.

Afgelopen week nog werd het lichaam gevonden van een televisiepresentatrice met een schotwonde in het hoofd. Raiedah Mohammed Wageh Wazan was op 20 februari door gewapende mannen ontvoerd in Mosul. Haar echtgenoot besloot geen begrafenisprocessie te houden, na waarschuwingen van opstandelingen.

De terroristen vormen een kleine minderheid, maar ze zijn niet het enige waar niet-religieuze Irakezen zich zorgen over moeten maken. Terwijl het gekibbel over de vorming van een nieuwe regering voortgaat, vrezen vooraanstaande Iraakse vrouwen dat zij uiteindelijk de grote verliezers zullen zijn. Op het eerste gezicht hebben ze nochtans reden tot tevredenheid: bijna eenderde van de nieuwe parlementsleden zijn vrouwen. Dat is niet eerder gezien in de regio – in het naburige Saudi-Arabië mogen vrouwen niet eens stemmen. De Iraakse politici hebben bovendien ingestemd met een overgangswet die aanstuurt op gelijke rechten voor de vrouw in de nieuwe grondwet. Maar de samenstelling van het parlement was het resultaat van een quotum opgelegd door de vroegere Amerikaanse bestuurder van Irak, Paul Bremer. Het was enkel en alleen zijn veto dat de vorige Iraakse regering ervan weerhield om de islamitische sharia op te leggen inzake familiekwesties. En een dergelijke vetomacht hebben de Amerikanen nu niet meer.

Voor de oorlog was Irak een brutale dictatuur, maar het land had een goede reputatie op het gebied van vrouwenrechten. De Baath-partij van Saddam Hoessein predikte gelijkheid en paste die in veel sociale kwesties ook toe. Vrouwen konden van hun man scheiden, erven en het hoederecht behouden na een echtelijke breuk. Ze gingen werken, waren soms zelfs hooggeplaatst, en hadden gelijke kansen in het onderwijs. En in de steden droegen ze zelden hoofddoeken. Maar de Baath-partij was overwegend soennitisch, en in de sjiitische gebieden genoten vrouwen verre van dezelfde progressieve status. De sjiieten waren onder Saddam, hoewel ze in de meerderheid waren, grotendeels buitenspel gezet. In de nieuwe regering zullen ze overheersen. ‘Ondanks de verschrikkingen en gewelddaden was het Baath-regime goed voor vrouwen’, zegt de Iraaks-Amerikaanse Amal Rassam van Freedom House, een actiegroep in de Verenigde Staten.

T-shirt en jeans

Vrouwenrechtenactivisten hebben nu al veranderingen gezien die ze niet voor mogelijk hielden. Volgens een rapport van Freedom House dat in mei zal worden vrijgegeven, daalt de aanwezigheid van vrouwelijke studenten in scholen en universiteiten. ‘Vrouwen die ik in Bagdad heb ontmoet, vertellen me dat ze nu de higab (een islamitische hoofddoek) moeten dragen wanneer ze buiten willen komen’, zegt Rassam, die in het rapport het hoofdstuk over Irak schreef. Dalia, een gehuwde 28-jarige vrouw, beschrijft hoe ze ongeveer een half jaar geleden in Bagdad naar huis liep toen drie mannen naast haar kwamen rijden. Ze berispten haar omdat ze een T-shirt en jeans droeg. ‘Ik ben christelijk en geen moslim’, zei ze tegen hen. Een van de mannen sprong uit de wagen, probeerde het T-shirt van haar lijf te rukken en schreeuwde: ‘De tijd van Saddam is voorbij. Iedereen moet de islam eerbiedigen.’ Gelukkig kwamen enkele voorbijgangers tussenbeide. ‘In Irak hebben wij meer dan een halve eeuw een modern leven geleid,’ zegt Yannar Mohammed, hoofd van de Organisatie voor de Vrijheid van Vrouwen in Irak, ‘dit is geen conservatieve islamitische maatschappij zoals het Westen ons afbeeldt. Wij zijn verrast door de opkomst van de politieke islam.’

De vrees voor terroristische aanvallen door islamitische fundamentalisten heeft veel vrouwen ertoe aangezet om eenvoudigweg thuis te blijven. Women for Women International (WFWI) schat dat miljoenen vrouwen binnenshuis blijven uit vrees voor geweld. ‘Dit is een kritieke periode’, zegt activiste Naba al Barak, een biologieprofessor aan de universiteit van Bagdad. ‘Maar zelfs nu is veiligheid het allerbelangrijkst. Vrouwenrechten zullen op de tweede plaats moeten komen. Als er geen veiligheid is, kunnen we zelfs niet op straat komen om te protesteren tegen de schending van onze rechten.’ Toen de overgangsregering in december 2003 probeerde om de sharia-wetgeving in te voeren, protesteerden vrouwengroepen op straat en overtuigden ze Bremer om tussenbeide te komen en de toepassing van die wet te blokkeren. Zulke demonstraties zouden nu makkelijke doelwitten vormen voor de opstandelingen.

De vermoorde apothekeres was zo’n makkelijk doelwit. ‘Zeena Qushtaini woonde al haar hele leven in Bagdad. Ze was actief en onafhankelijk en ze was gewoon om in westerse kleren buiten te komen,’ zegt Manar Omar die aan het hoofd staat van het WFWI in Irak, ‘ze realiseerde zich niet hoezeer Bagdad was veranderd.’ Zainab Salbi, een Iraaks-Amerikaanse die met Qushtaini bevriend was en het WFWI in Washington oprichtte, zegt: ‘Vrouwen worden op een systematische manier het doelwit van aanslagen in Irak. Ze hebben allemaal hetzelfde profiel: ze zijn goed opgeleid, ze werken, ze komen op voor hun rechten en hebben hun oude levensstijl behouden.’

Twee andere moorden op vrouwelijke activisten joegen de goedgeorganiseerde feministische gemeenschap in Bagdad de stuipen op het lijf. Twee weken voor de moord op Qushtaini werd de activiste Alham (haar familieleden verzochten haar familienaam niet te gebruiken) ontvoerd nabij het verzetsbolwerk Abu Ghraib, de buitenwijk van Bagdad die bekend is vanwege de beruchte gevangenis. Alham had een aktetas bij zich met folders over een vrouwencongres en een adresboek met de namen van andere activisten. Er werd niets meer van haar vernomen en haar familie neemt aan dat ze dood is. Een week later verdween een van de contactpersonen van Alham. Sindsdien zijn sommige activisten ondergedoken, anderen hebben wapens aangeschaft en dragen kogelvrije vesten. ‘Het is beangstigend om in een tijd te leven waarin vrouwelijke activisten elkaar ’s nachts bellen om er zeker van te zijn dat iedereen nog leeft’, verklaart Omar.

Tegen de traditie

Veel van de aanvallen op vrouwenrechtenactivisten waren opmerkelijk gewelddadig, zelfs naar Iraakse normen. Amal Mamalchi werkte nog maar twee maanden op het ministerie van Openbare Werken toen er op 20 november vorig jaar een aanslag op haar werd gepleegd. Mamalchi stond bekend als een prominent lid van het Iraaks Netwerk voor Vrouwen, een overkoepelende organisatie voor tachtig andere actiegroepen. Vier mannen, elk gewapend met een AK-47, omsingelden haar wagen in de straten van Bagdad en doorzeefden de auto met 160 kogels. Volgens de politie werd ze minstens tien keer geraakt. ‘Dit gaat in tegen een oude traditie van eer en cultuur waarin vrouwen immuun waren voor dit soort geweld’, zegt Salbi. ‘Vrouwen horen niet het slachtoffer te worden van ontvoeringen en moordaanslagen.’

De moordcampagne wordt geleid door soennitische extremisten, die nu het actieve verzet vormen in Irak. Maar er zijn ook al bedreigingen geuit door radicale sjiieten. De twintigjarige Fulla Khalil merkte hoe haar buurt in het centrum van Bagdad veranderde, toen volgelingen van de religieuze leider Moqtada al-Sadr daar een sjiitische moskee overnamen. ‘De manier waarop de mensen naar me keken veranderde’ zegt Khalil, die voor de Organisatie voor de Vrijheid van Vrouwen in Irak werkt. ‘Ik voelde me alsof ik in de gaten werd gehouden.’ De jonge mannen in haar appartementsblok praatten niet meer met haar, een oudere bewaker begeleidde haar niet langer naar haar appartement. Drie maanden geleden begonnen de bedreigingen.

De eerste waarschuwing kwam van een jonge man die ze kende in het gebouw: draag geen strakke broek en laat je haar niet onbedekt. Khalil negeerde hem. Ongeveer een maand later werd een tweede waarschuwing gegeven, nu aan haar vader: laat je dochter geen bloezen dragen. Twee weken geleden werd de laatste waarschuwing rechtstreeks aan Khalil geuit: stop je werk voor de vrouwenorganisatie of we zullen je doden. Ze heeft geprobeerd te praten met de mannen in haar blok die nu en dan naar de militante moskee gaan, in de hoop de doodsbedreiging te laten intrekken. Ze weigerden elk gesprek met haar. ‘Die mensen hebben een conservatief beeld,’ zegt Khalil terwijl ze nerveus haar vingerkootjes kraakt, ‘je kan niet op een normale manier met hen praten.’ Khalil hangt nu zo weinig mogelijk rond in het gebouw en probeert naar haar werk te gaan zonder te worden opgemerkt.

Vrouwen als Khalil maken zich grote zorgen over de richting waarin de nieuwe regering hen zal leiden. De verkozen regeringsleden zullen een nieuwe grondwet opstellen: de meest controversiële kwestie zal het familierecht zijn en de mate waarin dat door islamitische voorschriften wordt gedicteerd. In de overgangswet waarmee de Iraakse leiders akkoord gingen, staat dat de islam ‘een bron van wet’ is voor Irak. Seculiere Irakezen zien de islam als een van de bronnen, de sjiieten als de belangrijkste bron voor de wetgeving. De verwoording hiervan in de grondwet zal de basis vormen van de vrouwenrechten: of vrouwen het recht hebben te gaan werken als hun echtgenoot zich daartegen verzet (wat conservatieve religieuze leiders veroordelen), of een echtgenoot het recht heeft meer dan één vrouw te hebben… Het gevaar bestaat dat religieuze leiders een eigen oordeel gaan vellen over die zaken. Of zoals de Organisatie voor de Vrijheid van Vrouwen in Irak het stelt: ‘De sharia betekent een georganiseerde discriminatie van vrouwen, en berooft hen van de weinige rechten die zij onder het vorige Baath-regime hadden.’

De grondwet moet worden goedgekeurd door tweederde van het parlement, dus zal het dominante sjiitische blok coalities moeten vormen met seculiere groepen. Die hebben hun eigen agenda’s, maar sommige hoofdrolspelers zijn van plan om van de vrouwenrechten een van de belangrijkste kwesties te maken. De Koerden bijvoorbeeld hebben hun zinnen gezet op grotere autonomie in de noordelijke gebieden, maar zij willen ook sociale kwesties gewaarborgd zien, met inbegrip van de vrouwenrechten. ‘We zullen onder geen enkele voorwaarde accepteren dat een fundamentalistisch regime in Bagdad de prijs is voor meer autonomie,’ zegt een hoge Koerdische ambtenaar.

‘In het sjiitische zuiden van Irak wordt de sharia routinematig toegepast in de rechtspraak, ondanks de wetten uit het Saddam-tijdperk die vrouwen grotere rechten geven,’ zegt Aseel Abdul Khaleq, een advocate die familiezaken behandelt, ‘ze zijn gebonden aan dezelfde wetten als Bagdad, maar gebruiken de sharia-wetgeving. De volgende regering zal de sharia zoveel mogelijk overal toepassen.’ Zelfs in Kirkuk, een op godsdienstig gebied heterogene gemeenschap in het noorden van Irak, zijn vrouwen met zuur bespoten omdat ze zich niet behoorlijk hadden bedekt, zegt Songul Chapook, een plaatselijke politica die verscheidene moordpogingen heeft overleefd. Uiteindelijk zwichtte ze en nu draagt ze een hoofddoek, een felroze. ‘We moeten de religieuze leiders uit de regering zetten’ zegt ze,’want als we nu geen actie ondernemen, kunnen we onze rechten voor altijd verliezen.’

Voor de vrouwen van Irak die ijveren voor emancipatie en die gekneld zitten tussen soennitische terroristen en sjiitische fundamentalisten, kan de strijd nog generaties duren.

© Newsweek

Copyright Newsweek

‘Het is beangstigend om in een tijd te leven waarin vrouwelijke activisten elkaar ’s nachts bellen om er zeker van te zijn dat iedereen nog leeft.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content