De Belgische selectie voor de Open karatewedstrijd op 23 en 24 januari in Parijs verloopt andermaal niet zonder krakeel.

Het probleem is niet nieuw en valt ook nu weer te herleiden tot het niet selecteren van Lefevre junior, zoals de Brusselaar Gustave Lefevre (20) wordt genoemd. Deze karateka is om meerdere redenen een fenomeen. Hij was pas acht toen hij in 1986 met karate begon. Niet zomaar in een club. Eminente senseï (meesters) mochten hem privé de nodige techniek en kata’s (gecodifieerde oefeningen) aanleren. Vader vond dat zoonlief gedrild moest worden voor er sprake kon zijn van kumité (vechten). Zo werd Lefevre junior van meet af aan een buitenbeentje en bewees Lefevre senior dat jong talent ook zonder karateverenigingen kan. Tot ergernis van velen.

Toen Lefevre junior twaalf was en naar de Vlaamse Karate Associatie (VKA) overstapte, kwam Freddy Lefevre – als vader, coach en manager tegelijk – algauw in conflict met de nationale trainer Frans Van de Vel. Zo liet de vader zijn zoon wel aantreden in een oudere categorie, maar toen junior binnen de nationale selectie niet voor kata- maar wél voor kumité-trainingen werd geselecteerd, was het weer boel. De vader wou niet dat de zoon “als kanonnenvlees zou dienen voor ouderen”. Intussen liet hij, met de chrono en de videocamera in de hand, junior klaarstomen. Het gekrakeel laaide in die jaren herhaaldelijk op, maar belette niet dat Lefevre junior de ene titel na de andere behaalde. Hij ging er almaar harder tegenaan: met de blessures maar ook de selectieproblemen van dien voor internationale wedstrijden. In april 1998 ging Freddy Lefevre de selectie van zijn zoon zelfs juridisch afdwingen. Eerst voor het Arbitragehof van het BOIC, zodat hij op het Europees kampioenschap voor senioren in Belgrado wel degelijk in de categorieën kon aantreden waarvoor hij, maar niet de Belgische Karate Federatie onder leiding van Jacques Van Lerberghe gekozen had. Zo werd Lefevre junior, als eerste Belg, toch Europees kampioen bij de senioren in kumité en finalist in kata. Vijf maanden later dwong hij zijn deelname aan het wereldkampioenschap voor senioren in Brazilië zelfs af in kort geding voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. De Belgische Karate Federatie, versta coach Van de Vel, verweet Lefevre junior dat hij weggebleven was op twee nationale trainingen. De eerste was echter op hetzelfde uur als een VKA-training waar Lefevre junior was heengestuurd. De tweede toen junior het European Samourai Tournament (kata en kumité) won dat zijn vader in september 1998 – tot grote ergernis van enkele Belgische karate-officials – in Leuven organiseerde. Op de valreep mocht Lefevre junior toch naar Brazilië. Hij moest er echter kampen in omstandigheden die elke sport en elke coach onwaardig zijn. Enkele landen, zoals Kroatië, stellenLefevre junior een naturalisatie en de materiële middelen voor, die hem zouden toelaten voor de titels te gaan die hij verdient. Intussen worden diegenen die hem bijtreden door BKF-voorzitter Van Lerberghe afgeschilderd als “un groupe dissident flamand”. Het Belgische karatewereldje lijkt soms forser op papier dan op de mat.

F.D.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content