Minister van Landbouw Jaak Gabriëls (VLD) wil de veestapel in ons land met twintig procent inkrimpen, en dit over een periode van zes maanden. De maatregel moet het vertrouwen van Europa terugwinnen. Gabriëls vraagt een inspanning van de sector in ruil voor de inspanningen van de overheid.

Jaak Gabriëls

“De inkrimping van de veestapel is bedoeld om verantwoording af te leggen tegenover Europa. En dat lukt. We hebben de relaties met Europa hersteld, maar het was ook dringend nodig, want de verwarring was algemeen. De Europese Commissie geeft ons opnieuw vertrouwen, terwijl dat vertrouwen gedurende maanden zoek was.

Waarom twintig procent? Als we nu minder inkrimpen, dan krijgen we over enkele maanden opnieuw overvolle varkensstallen en staan we geen stap verder. Tien procent is niet voldoende om zeker te zijn dat het circuit opnieuw vlot kan draaien. Eens het evenwicht hersteld is, kunnen we de maatregelen opheffen.

Ik heb eerlijk gezegd moeite met de varkenshouders die beweren dat twintig procent overdreven is. Ik wil er op wijzen dat zij in een nota zelf zeggen dat tien procent van de veestapel sowieso verdwenen is. Bovendien blijkt uit statistieken van de Europese Commissie dat we volgend jaar ook zonder dioxinecrisis een vermindering van 3,2 procent zouden noteren. De varkenshouders proberen het voor elkaar te krijgen dat zij niets tegenover de forse injectie van de overheid moeten stellen. Sorry, maar zo gemakkelijk gaat het niet.

Nu, ik denk dat je sommige reacties moet zien tegen het licht van de regering die nu aan het bewind is gekomen. Ik bedoel: het christelijk gezinde NCMV wil een procedure starten tegen de regering, terwijl wij inspanningen doen die de vorige regering met de christen-democraten niet gedaan heeft. Ik denk dat de lezer wel slim genoeg is om de link te leggen, neen? Met de nieuwe maatregelen behalen we twee doelstellingen tegelijk: we halen de nitraatnorm van 2003 en we doen iets aan de overcapaciteit. De varkenshouders zeggen: als wij inkrimpen, verlaagt ons marktaandeel in de export. Best mogelijk, maar wij kunnen niet toelaten dat ons milieu de dupe wordt van de overproductie in België. We moeten de evenwichten herstellen, zonder daarbij de landbouwsector te diaboliseren. Zowel voor de sector als voor het milieu bieden we een goede oplossing.”

André Bracke

Een inkrimping van de veestapel met twintig procent is voor de Vereniging van Varkenshouders (Veva) onaanvaardbaar. Die maatregel is een kaakslag voor de export en bovendien dreigt het gevaar van een permanente afbouw, aldus Veva- voorzitter André Bracke. Hij vraagt begrip voor de sector.

“Europa maakt zijn goedkeuring voor de Belgische overheidssteun aan getroffen bedrijven niet afhankelijk van een inkrimping van de veestapel. Het klopt dat Europa zou weigeren dat de overheid drie keer de veestocks opkoopt, maar het idee van de inkrimping komt enkel van de Belgische overheid. Een verkeerd spoor, vinden wij. Het aanbod van vee en vlees vermindert door de crisis automatisch. In de besmette varkensbedrijven is vijf à zes procent van de dieren afgeslacht. Als gevolg van de economische crisis zullen de eerstkomende zes maanden bovendien minder zeugen worden bevrucht. Een aantal bedrijven vermindert de varkensstapel of stopt zelfs. Er worden ook geen biggen meer ingevoerd, wegens plaatsgebrek in de stallen en de grote prijsverschillen ten opzichte van het buitenland. Een big in het buitenland kost veel meer dan bij ons, dus waarom invoeren? Afijn, alles samen gaat het om een productievermindering van zowat achttien procent. We voldoen dus aan de vraag naar inkrimping. Daarom begrijp ik niet waarom er nog een bijkomende inkrimping moet gebeuren. En die wordt wel degelijk gevraagd.

Verder inkrimpen omwille van de milieuzorg, terwijl de rest van Europa blijft uitbreiden, is zinloos. Milieuzorg houdt niet op aan de landsgrenzen. Wij pleiten voor een uniforme regeling voor heel Europa. Die is er nog niet. De regeling die de overheid voor ogen heeft, betekent een kaakslag voor onze export. We vrezen bovendien dat een tijdelijke inkrimping zal leiden tot een permanente afbouw. Met zware gevolgen voor de tewerkstelling. Het overaanbod van Belgische varkens heeft trouwens niet te maken met overproductie, wel met de instorting van de export als gevolg van de crisis.

Als bedrijven willen stoppen en ze krijgen een gouden handdruk, zijn we tevreden. Maar de bedrijven die goed draaien, moeten hun productie volledig kunnen behouden. Dan garandeer je zowel het milieubewustzijn en het dierenwelzijn als het economisch behoud.”

Opgetekend door Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content