Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het reinigen van met olie vervuilde zeevogels is ecologisch zinloos.

De Franse en Belgische centra waar met olie besmeurde zeevogels werden opgevangen, dienden in de kerstvakantie vrijwilligers te weigeren. Mensen stonden in de rij om vogels te redden. Lovenswaardig. Elk signaal dat de bevolking bezorgd is om het leefmilieu is belangrijk. Helaas is de behandeling voor de getroffen vogels hopeloos. Zelfs als zij de stress en de detergenten overleven, is de kans miniem dat ze ooit nog een nuttige rol in hun ecosysteem spelen.

Het vakblad Marine Pollution Bulletin meldde enkele jaren geleden dat amper tien procent van met olie besmeurde pelikanen die ‘gered’ werden en weer losgelaten, na twee jaar nog in leven was. Van niet-besmeurde vogels overleefde 55 procent. De behandelde vogels gedroegen zich normaal, maar hun immuunsysteem bleek aangetast, zodat ze een verminderde weerstand tegen ziekten hadden. Het vakblad The Ibis rapporteerde dat zeekoeten en zee-eenden na behandeling amper zes tot elf dagen overleefden, tegen gemiddeld tweehonderd dagen voor niet-besmeurde dieren.

Studies in de Baltische Zee wezen uit dat na een olieramp tot veertigduizend dode vogels gevonden kunnen worden, maar dat dit voor de meeste populaties geen gevolgen heeft: er is een reserve. Rampen zoals die met de Exxon Valdez in 1989 waren een catastrofe voor het milieu, maar tien jaar na de feiten leken zeehonden, zeeotters en zeevogels van de klap hersteld. De vogel- en schildpadpopulaties in de Perzische Golf leden niet lang onder de olievervuiling die het gevolg was van de Golfoorlog. Waarnemingen wezen zelfs uit dat de oorlog vrij gunstig was voor het milieu, omdat het normale tankerverkeer stilgevallen was. Minder routinevervuiling dus.

Ondertussen doen wetenschappers hun best om de technieken voor de reiniging van besmeurde vogels te verbeteren. In Australië wordt een behandeling met een ijzerpoeder voorgesteld, dat de olie zou absorberen die vervolgens met een speciale kam uit de veren wordt getrokken. Na tien kambeurten zou 97 procent van de olie verdwenen zijn. Dwergpinguïns in Nieuw-Zeeland krijgen na behandeling een jasje om dat moet voorkomen dat ze door het prenen giftige stoffen uit de olie en de detergenten binnenkrijgen, wat hun afweersysteem aantast.

De vrijwilligers die zich voor de diertjes inzetten, zouden zich overigens veel nuttiger maken voor het milieu door energievriendelijker te leven, zodat op termijn het transport van olie over zee drastisch vermindert.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content