Bart Cornand

Er is iets rot in de Gentse boekentoren, en het is niet alleen het beton. Na decennialange verwaarlozing stevent het kroonjuweel van Henry Van de Velde af op een ‘point of no return’.

De toren van de Gentse universiteitsbibliotheek, gemeenzaam bekend als de boekentoren, is ziek. Het drama is dat je er op het eerste gezicht weinig van merkt. Hij is geen schandvlek in de studentenwijk waar de duiven elkaar het hof maken, en gevaarlijk overhellen doet hij ook al niet – anders waren binnen- en buitenlandse actiegroepen allang in stoet naar de ‘vierde toren’ van de stad getrokken. Toch staat het gebouw sinds begin de jaren zestig te verkommeren, en een grondige renovatie is noodzakelijk. Zo niet wordt de schade onomkeerbaar.

Onlangs organiseerde de bibliotheek een colloquium over de architectonische merites van dit werkstuk van Henry Van de Velde en de waarde van de collectie die het huisvest. Uiteindelijk bleek het vooral om een noodkreet te gaan: de manier waarop de universiteit al jaren met dit stuk cultureel erfgoed omspringt, klinkt als een histoire belge.

Van de Velde kreeg in 1933, ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag, de opdracht om een bibliotheek te ontwerpen voor de vernederlandste universiteit van Gent. Negen jaar later, in volle Tweede Wereldoorlog, werd ze in gebruik genomen; in 1946 werd de bovenste verdieping van de toren, de zogenaamde belvédère, opgeleverd. De heldere lijn van Van de Velde was zichtbaar tot in de kleinste details. Niet alleen tekende hij de plannen en koos hij voor vernieuwende materialen als gewapend beton en staal, hij ontwierp ook het meubilair en de afwerking, tot de deurkrukken toe. Nog geen twintig jaar later kwamen de eerste stukken van de gevel naar beneden. Het hele gebouw werd bezet met een mortel van zand en epoxyhars, waardoor de oorspronkelijke uitstraling van het zichtbeton verloren ging. Het was het begin van een reeks flaters die het werk van Van de Velde zouden beschadigen. Raamprofielen die doorgaans worden gebruikt in Vlaamse veranda’s, boorgaten door marmeren vloeren, hoekige ramen in afgeronde muren, de sloop van een betonnen pergola op het dakterras, een antigraffitilaag die de mortel van de gevel weer vloeibaar maakte, het zijn maar enkele voorbeelden van ingrepen die werden uitgevoerd met de bricolagedrift van ‘een doe-het-zelver uit de Gamma’, zoals eregouverneur Herman Balthazar het noemt. Uit alles sprak een onverschilligheid voor het werk van Henry Van de Velde. Maar de malaise zit ook dieper: betonrot vreet de bibliotheek en de toren aan.

De noodkreet vanuit de bibliotheek komt niets te vroeg. Sinds eind 2003 is er al een studie voorhanden die alle mankementen van het gebouw in kaart brengt én de factuur van de renovatie voorrekent. Slotsom: 41 miljoen euro, waarvan 14 miljoen euro door de overheid kan worden gesubsidieerd. Het initiatief kwam van André Singer, president-directeur (CEO) van de Antwerpse projectontwikkelaar Project2 en een man die de media doorgaans schuwt. ‘In 2001 werden de archieven van Henry Van de Velde in Brussel geveild, en er bestond grote commotie over dat ze naar het buitenland zouden verhuizen’, aldus Singer. ‘Met ons kantoor besloten we om de archieven te kopen en ze in bruikleen te geven aan de Vlaamse Gemeenschap. Ik heb de toren toen bezocht om te zien of het een geschikte locatie voor een Van de Velde-archief zou zijn. Nog nooit had ik zo’n discrepantie gezien tussen de architecturale kwaliteit van een gebouw, de staat ervan en de manier waarop het wordt onderhouden. We hebben toen beslist om een studie te maken voor een grondige renovatie.’

Het visitekaartje van een projectontwikkelaar boezemt al snel argwaan in. Doembeelden van een trendy loftproject staken op het rectoraat de kop op, maar ondertussen heeft Singer duidelijk weten te maken dat hij geen hidden agenda heeft. Hij pleit voor een respectvolle restauratie, maar bekijkt de zaken niet dogmatisch. ‘Dit gebouw heeft één grondige onderhoudsbeurt nodig. Veel van de ingrepen moeten tenietgedaan worden en tegelijk moet het gebouw gemoderniseerd worden volgens de noden van vandaag. Er moet klimaatregeling komen – zowel voor de studenten die er werken, als omwille van de boeken – en de uitgewoonde auditoria moeten onder handen worden genomen. In dat laatste geval heb ik er geen problemen mee als er iets heel hedendaags mee wordt gedaan.’

Geen tijd te verliezen

Veel tijd om te dralen is er niet meer. Zonder dringende ingrepen stevent de bibliotheek binnen de vijf à zeven jaar af op een point of no return. Door het oprukkende betonrot dreigt er op korte termijn zware vochtinsijpeling en zou de toren waterdicht moeten worden gemaakt. Maar een stelling plaatsen rond een gebouw van 65 meter hoog, kost hopen geld. ‘Als je dan geen kunsthistorisch masterplan hebt, kom je terecht bij een gewone aannemer die de schade uit puur bouwtechnisch oogpunt oplapt. Kostprijs: vijf tot acht miljoen euro. Een pak geld voor een catastrofaal resultaat’, zegt Singer. Een ander scenario is dat de schade blijft toenemen, de kosten om flaters ongedaan te maken blijven stijgen en de rekening zo hoog oploopt dat de universiteit een respectvolle renovatie niet langer de moeite waard vindt. Singer: ‘Als men er nú aan begint, kan men tegen een redelijke prijs 95 procent van de kwaliteit van het oorspronkelijke gebouw handhaven.’

De achteruitgang van de infrastructuur heeft ook een ernstige weerslag op de waardevolle collectie van de bibliotheek. ‘De voorbije tientallen jaren werden de 23 verdiepingen van het magazijn niet behoorlijk schoongemaakt. Bij frees- en boorwerken werd het stof gewoon achtergelaten’, zegt Sylvia Van Peteghem, hoofd van de universiteitsbibliotheek. Deze maand wordt voor het eerst in jaren een moedige poetsvrouw in dienst genomen. ‘Daarnaast zijn de grote temperatuurschommelingen, die onder meer worden veroorzaakt door al het glas dat in de toren is verwerkt, nefast voor de boeken. Nergens is klimaatregeling voorhanden.’ Dat in de handschriftenzaal van de bibliotheek, waar onder andere manuscripten van Hadewijch en Ruusbroec worden bewaard, niet de minste temperatuur- en vochtcontrole bestaat, is onbegrijpelijk.

De vraag is waarom de restauratie al die jaren op zich heeft laten wachten. ‘Opeenvolgende generaties rectoren en decanen, ikzelf incluis, dragen hierin een grote verantwoordelijkheid’, geeft eregouverneur Balthazar toe. Zelfs met de studie van Singer werd anderhalf jaar lang niets aangevangen. Dat heeft mede te maken met de ongerustheid van verschillende faculteiten, die vrezen dat hun beloofde bouwprojecten zouden worden uitgesteld. In enkele jaren tijd is het studentenaantal van de Universiteit Gent verdubbeld, met alle logistieke problemen van dien. Bovendien zit het investeringsplan van de universiteit volgeboekt tot 2009, wat een onaangekondigde extra investering van 27 miljoen euro niet evident maakt.

Maar er blijken ook andere motieven mee te spelen. ‘De centrale bibliotheek is een centrale dienst, geen faculteit’, zegt Sylvia Van Peteghem. ‘Het zijn de faculteiten die de rector verkiezen, wij hebben geen stem. Hoeft het gezegd dat de rectoren in eerste instantie projecten steunen die hun electoraat tevredenstellen, zoals met de renovatie van auditoria en werkplekken voor onderzoekers? En de bibliotheek? Ach, die zal wel draaien, zeker.’

Insiders gaan ervan uit dat rector Andreas De Leenheer, die op 30 september met pensioen gaat, het dossier van de boekentoren wel genegen was maar jarenlang werd afgeremd door zijn rivaal Marc De Clercq, die als vice-rector verantwoordelijk was voor de gebouwen van de universiteit. Nu De Clercq tegen alle verwachtingen in niet tot nieuwe rector is verkozen, zou het dossier wel eens in een stroomversnelling kunnen komen. De Leenheer onderzoekt momenteel de mogelijkheid van een banklening. Er loopt ook een tegenexpertise die de kostenberekening van André Singer tegen het licht houdt, en Vlaams minister van Economie en Wetenschap Fientje Moerman (VLD) heeft zich geëngageerd om het dossier bij de Europese Unie en Unesco aan te kaarten. Ook het Gentse stadsbestuur neemt de zaak ter harte. Voor schepen van Cultuur Sas van Rouveroij is de openstelling van de belvédère dé inzet van de restauratiecampagne. De bovenste verdieping is momenteel in deplorabele staat door waterinsijpeling. Een grondige renovatie, waarbij misschien een grotere lift wordt geplaatst, moet het mogelijk maken om er concerten te organiseren. Of, zo merkt Van Rouveroij op, om er recepties voor 50 tot 150 man te houden. Een histoire belge, we zeiden het al.

Bart Cornand

Als de boekentoren niet snel wordt gerestaureerd, is de schade onomkeerbaar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content