Vanuit de Vlaamse oppositie pleiten Sven Gatz en Luckas Vander Taelen voor een University of Brussels, een samenwerkingsverband van internationale allure tussen de VUB en de ULB. Een formule ook die de VUB in het gewijzigde Vlaamse onderwijslandschap nieuwe groeikansen moet geven.

Ze zeggen dat ze niet de spreekbuis van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) willen zijn, maar veeleer de bezorgde politieke medestanders van de universiteit die door de hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen in de verdrukking dreigt te komen.

Luckas Vander Taelen, behalve Vlaams Parlementslid en gemeenschapssenator voor Groen! ook acteur en reportagemaker, studeerde geschiedenis aan de VUB. Hij is afkomstig uit Aalst maar bleef, mede dankzij de VUB, in Brussel hangen. Open VLD-fractieleider in het Vlaams Parlement Sven Gatz is een geboren Brusselaar die rechten studeerde aan de K.U.Leuven en de Université Libre de Bruxelles (ULB), de Franstalige tegenhanger van de VUB. Maar sinds een jaar of vijf zit hij wel in de raad van bestuur van de VUB. Hij geeft er ook gastcolleges in de faculteit politieke wetenschappen.

Vander Taelen en Gatz geloven écht in het idee van een internationale University of Brussels, het geesteskind van vorig VUB-rector Ben Van Camp, dat intussen met groot enthousiasme wordt verdedigd door diens opvolger Paul De Knop. Het is de bedoeling dat de VUB en de ULB, met behoud van de eigen identiteit maar onder een gemeenschappelijke paraplu, internationale en meertalige universitaire opleidingen zouden aanbieden. Het doelpubliek zijn op de eerste plaats buitenlandse studenten, zowel uit de internationale gemeenschap in Brussel als uit de rest van de wereld.

De Bolognahervorming, die één Europese onderwijsruimte wil creëren waarin studenten en professoren vrij kunnen bewegen, heeft ook in Vlaanderen grote veranderingen teweeggebracht. Kandidaturen en licenties werden bachelors en masters, en heel wat hogeschoolopleidingen werden ‘geacademiseerd’ – op universitair niveau gebracht. In die operatie hebben de associaties, de samenwerkingsverbanden tussen universiteiten en hogescholen, een voorname rol gespeeld. Maar wat op het eerste gezicht een louter technische aangelegenheid leek, is uitgedraaid op een academische machtsstrijd. De grote associaties rond de K.U.Leuven en de Universiteit Gent, voorgezeten door invloedrijke heren als André Oosterlinck en Luc Van den Bossche, kwamen als winnaars uit het spel, ten koste van met name de VUB.

In deze Vlaamse regeerperiode moet minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) de hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen in principe afronden. ‘Bepaalde hogeschoolopleidingen moeten nog landen in de universiteiten, en vervolgens moet heel dat proces wettelijk zijn beslag krijgen in een bijzonder decreet’, zegt Sven Gatz. ‘Maar het lijkt erop – ook CD&V heeft trouwens die indruk – dat Pascal Smet geen haast maakt met de voltooiing van de onderwijshervorming. Waarom precies, is me niet duidelijk. Christendemocratische politici en ook André Oosterlinck, voorzitter van de associatie K.U.Leuven, willen tempo maken en ook voor ons mag het snel gaan. Intussen is in het Vlaams Parlement een speciale commissie hoger onderwijs van start gegaan, die eind juni haar werkzaamheden zou moeten afronden. Het parlement wil zo het initiatief wat naar zich toe trekken.’

U maakt zich zorgen over de toekomst van de VUB in dat hervormde onderwijslandschap. Hoe liggen vandaag de kaarten van de VUB?

SVEN GATZ: De associaties rond de K.U.Leuven en de UGent hebben de koek grotendeels onder elkaar verdeeld, en hebben daarnaast een begerig oog laten vallen op het merk Brussel. Leuven heeft nu met de HUB (de Hogeschool-Universiteit Brussel, met onder andere de Katholieke Universiteit Brussel, nvdr) een mooi verlengstuk in de hoofdstad van Europa, en Gent denkt in dat verband kennelijk aan de VUB. De Universiteit Gent en de VUB hebben weliswaar een samenwerkingsakkoord, maar Gent lijkt er toch vooral op uit de VUB als een soort Brusselse onderaannemer te domineren. Dat maakt, om het positief uit te drukken, dat we met de VUB voor een uitdaging staan. (lacht)

LUCKAS VANDER TAELEN: Een argument dat vaak in deze discussie opduikt, is dat we moeten rationaliseren. ‘Je beseft toch hoe absurd het is om kleine opleidingen te blijven aanbieden?’ zegt men. Maar als je het hoger onderwijs dan toch doelmatiger wilt organiseren, bezuinig dan eerst in Diepenbeek of Kortrijk. De bijzondere positie van de Vlamingen in de hoofdstad vraagt bijzondere inspanningen. Het zou doodjammer zijn en bij mijn weten uniek dat een gemeenschap in haar eigen hoofdstad geen volwaardige universiteit meer zou hebben. Zoals de zaken nu liggen, mag je daar terecht voor vrezen. Het zwaartepunt lijkt te worden verlegd naar Leuven en Gent, twee universiteiten die graag een Brusselse etalage willen. De belangen van de VUB zijn daaraan ondergeschikt. Die zou in het beste geval nog master-na-masteropleidingen mogen aanbieden, maar niet langer het Nederlandstalige baken in Brussel vormen dat velen, mezelf inbegrepen, naar deze stad heeft gelokt.

De VUB heeft zich 40 jaar geleden na een moeilijke ontvoogdingsstrijd van de ULB losgemaakt. Die universiteit kun je niet zomaar reduceren tot een bijhuis van Gent. De toekomst van de VUB ligt niet aan de Leie. Daar mag Vlaanderen weleens bij stilstaan.

Maar in weerwil van die ontvoogdingsstrijd wil de VUB toch opnieuw met de Franstalige tegenhanger aan de slag?

VANDER TAELEN: Om op voet van gelijkheid met de ULB te kunnen samenwerken, moest de VUB eerst op eigen benen staan. Maar als zelfstandige universiteiten kunnen de VUB en de ULB, gelegen op dezelfde campus, wel op een volwassen manier met elkaar praten. Wij geloven sterk in samenwerking van de twee in een internationale University of Brussels.

Die University of Brussels lijkt politiek moeilijk verkoopbaar in Vlaanderen.

GATZ: Dat klopt.

VANDER TAELEN: Misschien. Maar als dat klopt, dan betekent dat ook dat we goed op weg zijn een bekrompen, provincialistisch gewest te worden. We mogen de kans niet laten liggen om in de hoofdstad van Europa de Vlaamse aanwezigheid te versterken. Internationaal denken is juist een van onze troeven. Gaan we de oprichting van een internationale universiteit in Brussel, met de VUB als centrale speler, ondergeschikt maken aan de belangen van een universiteit uit een provinciehoofdstad?

De University of Brussels wil meertalige en Engelstalige onderwijsprogramma’s aanbieden. Dat botst op wettelijke beperkingen, niet?

GATZ: Een aantal obstakels moet inderdaad uit de weg worden geruimd. Maar de oppositiepartijen beschikken in het Vlaams Parlement over een hefboom om de sceptici tot onderhandelingen te dwingen. Sommige aspecten van de hervormingsoperatie van het hoger onderwijs moeten namelijk per bijzonder decreet worden geregeld. Behoorlijk technisch allemaal, maar het is een materie die een tweederdemeerderheid vergt. Dat betekent dat de meerderheid op z’n minst met een van ons – maar Open VLD en Groen! zitten hier op dezelfde lijn – zal moeten praten. Ze hebben onze stemmen nodig. De onderwijshervorming terugdraaien, is zeker niet onze bedoeling, want op zich is dat een positieve ontwikkeling. Maar wij vragen wel dat er een Brussels hoofdstuk aan zou worden toegevoegd, zodat de VUB opnieuw groeikansen krijgt.

Twee zaken staan daarbij voorop. Om te beginnen moet zogenaamde bidiplomering gemakkelijker gemaakt worden. Op dit ogenblik krijg je sneller een dubbeldiploma met een buitenlandse universiteit dan met de ULB. Typisch Belgische Kafka. Daarnaast willen wij de regeling voor meertalig hoger onderwijs versoepelen. Nu mag een universiteit alleen richtingen in een andere taal aanbieden als daar een Nederlandstalig equivalent tegenover staat. In de praktijk ligt de lat daardoor zo hoog dat dit haast nooit gebeurt.

De hervorming van het hoger onderwijs is verworden tot een machtsstrijd waarin de VUB blijkbaar aan het kortste eind trekt?

VANDER TAELEN: Wij hebben de indruk dat veel van onze collega’s soms vergeten dat Brussel de hoofdstad van Vlaanderen is. Terwijl Brussel Vlaanderen heel wat kansen biedt. Dit dossier is daar een goed voorbeeld van.

GATZ: Het gaat inderdaad om macht en om niets anders – maar dat is nu eenmaal een feit. Wij willen op de eerste plaats een constructief pleidooi houden voor een gezamenlijk platform van VUB en ULB. Vergeet ook niet dat de VUB 10.000 studenten telt en de ULB 17.000. Zo groot is dat verschil dus niet. Met zo’n krachtverhouding kun je makkelijk tot werkbare afspraken komen. En Vlamingen beseffen dat niet altijd, maar Brussel telt in totaal 75.000 hogeschoolstudenten, Vlamingen en Franstaligen samen, en is daarmee de grootste studentenstad van het land.

Heeft de VUB in het verleden haar eieren te veel in de mand van Gent gestopt?

GATZ: Nee, want de samenwerking met Gent is van recente datum. De VUB wilde aanvankelijk met de KUB een Brusselse universiteit maken, maar daar wilde de KUB niet van weten. Op zulke momenten neemt de verzuiling het jammer genoeg nog altijd over. Vervolgens heeft de VUB naar Antwerpen gekeken, maar ook Antwerpen voelde niets voor samenwerken. En daar sta je dan. Ga je alleen door, of zoek je alsnog andere partners? Twee jaar geleden is er dan toch een overeenkomst met Gent uit de bus gekomen. Maar de eerste tekenen zijn niet goed, het loopt niet lekker. Als puntje bij paaltje komt, zijn het de Brusselse studenten die naar Gent moeten, zelfs voor richtingen waar de VUB sterker staat. In geval van bidiplomering wil Gent niet eens de briefhoofden van beide universiteiten boven aan het diploma. Dat is nogal kras. Ook een recent interview van Pascal Smet, waarin hij zijn visie gaf op het Nederlandstalige onderwijs in Brussel, heeft mij verontrust. Over het hoger onderwijs zei hij dat de VUB in de richting van Gent moest kijken. En dat het vooral master-na-masteropleidingen zouden worden. Heel onaangenaam. Want dan zou de VUB er alleen nog zijn voor studenten van 23 jaar die nog iets bij willen studeren. Dat is te weinig voor ons.

VANDER TAELEN: Het is wezenlijk voor het voortbestaan van de VUB dat ze ook aantrekkelijk blijft voor jongeren van 18 jaar.

Heeft die samenwerking met de ULB al concreet vorm gekregen?

GATZ: Stapsgewijs. Binnen elke faculteit wordt nu gewerkt aan gemeenschappelijke opleidingen. In feite wil men naar een gezamenlijk tweetalig – Nederlands en Frans – curriculum, met ook vakken in het Engels, en dat allemaal onder de confederale koepel University of Brussels. De VUB heeft daarvoor trouwens al een gebouw gekocht, omdat ze vindt dat die University of Brussels een fysieke locatie moet hebben: een deur waardoor je naar binnen stapt. Maar het is wel de bedoeling dat de VUB ook een Vlaamse trekpleister in de hoofdstad blijft. Studenten die uitsluitend in het Nederlands willen studeren, zullen dat nog altijd kunnen.

Is de ULB, die in een sterkere positie staat dan de VUB, wel zo happig op samenwerking?

VANDER TAELEN: Ook de ULB heeft veel te winnen bij een associatie. Omdat zij dan mee kan profiteren van de dynamiek en de internationale contacten van de VUB, en ook van het feit dat Vlaanderen op het vlak van onderwijs over meer middelen beschikt. Bovendien zijn ook aan de ULB de geesten geëvolueerd. Vroeger dachten de Franstaligen dat de hele wereld Frans sprak en dat het volstond om naar de Sorbonne te gaan om een internationaal netwerk te hebben, maar dat is veranderd.

Het momentum zit ook goed voor een University of Brussels. Binnen Brussel groeit het besef dat de gemeenschappen moeten samenwerken om bepaalde problemen het hoofd te bieden. Wij pleiten er dan ook voor dat Vlaanderen juist sterk zou inzetten op een internationale universiteit, aangepast aan het soort stad dat Brussel aan het worden is.

Maar hangt er voor de VUB niet veel meer van af dan voor de ULB?

GATZ: Dat klopt, en ik sluit ook niet uit dat de VUB met de University of Brussels doorgaat zelfs als de ULB zou afhaken. Maar de ULB zit ook niet meer in dezelfde ongenaakbare positie als vroeger en de contacten tussen de twee universiteiten verlopen tot dusver goed. Bovendien moeten Belgische onderwijsinstellingen er rekening mee houden dat ook internationale spelers zich op de Brusselse onderwijsmarkt beginnen te begeven. Zo is de universiteit van Maastricht sinds dit academiejaar in Brussel actief. Ze mikt op de echte toplaag van studenten, zowel qua resultaten als qua financiële middelen, met een Engelstalige master-na-master over de Europese Unie. Het is ver gekomen als anderen dat hier in onze plaats komen doen! Als VUB zijn wij daar misschien te klein voor, maar samen met de ULB kan dat wel lukken.

Maar om van de University of Brussels iets te maken, zullen er meer middelen nodig zijn voor het Brusselse hoger onderwijs?

GATZ: Gelukkig staan wij met die vraag niet alleen. Er is onlangs een brief vertrokken van alle Vlaamse rectoren naar Pascal Smet om te vragen wat hij nu eigenlijk van plan is met het Brusselfonds voor het hoger onderwijs.

VANDER TAELEN: Het is ook een kwestie van politieke keuzes maken. Dit is het uitgelezen moment om in actie te komen. Vlaanderen moet kleur durven te bekennen. Wat is Vlaanderen van plan met Brussel? Bestaat er nog de wil om in het Brusselse onderwijs te investeren? Dat is een terechte zorg. Neem nu de demografische groei in Brussel: hoe zal Vlaanderen daarmee omgaan? Volgens Smet is er niets aan de hand. Maar gouverner c’est prévoir. Willen we ons terugtrekken uit Brussel, en Brussel alleen nog als visitekaartje gebruiken, of willen we hier echt iets nieuws op gang brengen?

Deze minister van Onderwijs heeft zich in het recente verleden in Brussel laten kennen als ambitieus…

GATZ:… kosmopolitisch…

VANDERTAELEN:… en als een echte Brusselaar. En nu zegt hij: laat Gent het maar overnemen, de VUB moet maar wat master-na-masters organiseren. Wat is dat nu voor een mentaliteit? Dat vind ik abdiceren.

GATZ: We zouden het leuk vinden als er uit de SP.A opnieuw wat warme beleidsaandacht zou komen voor de VUB. Gewezen minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke, dat wordt soms vergeten, komt weliswaar uit Leuven maar geeft ook les aan de VUB. Maar daar heeft de VUB bitter weinig aan gehad. Terwijl Leuven en Gent er met Vandenbroucke zeker niet bekaaid zijn afgekomen.

Maar van Pascal Smet begrijpen we die houding niet. Hij doet zich voor als op en top Brusselaar. Waarom trekt hij dan niet de kaart van de VUB? Het enige wat hij tot nu toe in de commissie onderwijs over de University of Brussels heeft gezegd, is dat hij weinig geloof hecht aan samenwerking met de ULB.

VANDER TAELEN: Alsof hij niet weet dat er in Brussel soms wordt samengewerkt met Franstaligen. Met zulke verdachtmakingen – met de Franstaligen lukt het tóch nooit – vergiftigt hij het debat. Maar zelf sprak hij op een gegeven moment wel over de uitbreiding van Brussel – iets waarover wij dan weer verontwaardigd waren. Dat was wel heel expliciet toegeven aan de Franstalige zienswijze. Maar wat nu dan? Heeft hij zijn kar gekeerd?

GATZ: Je mag als minister van Onderwijs en Brussel niet al te opzichtig je eigen stad voortrekken. Maar hij doet precies het omgekeerde. Dat baart ons zorgen, want hij beschikt over de instrumenten om bepaalde dingen mogelijk te maken. In plaats van te zeggen: ‘Ik geloof niet in dat project met de Franstali- gen’, zou hij juist het voortouw moeten nemen.

Jullie breken nu een lans voor de VUB, maar opiniestukken waarin Luckas Vander Taelen Brussel neerzet als een levensgevaarlijk oord zullen de zaak van de VUB allicht niet dienen.

VANDER TAELEN: Een terechte vraag. Béatrice Delvaux, hoofdredactrice van Le Soir, zei in het Canvasprogramma Phara dat haar krant liefs niet te veel over onveiligheid in Brussel bericht omdat anderen daar naderhand misbruik van maken. Dat vind ik gevaarlijk. Ik woon hier al 30 jaar en ken de stad door en door. Als er dan problemen opduiken, kun je twee houdingen aannemen. Of je doet wat politiek correcte mensen doen en spreekt er niet over, omdat anders het imago van Brussel in Vlaanderen nog verslechtert. Of je probeert ervoor te zorgen dat de situatie niet verder uit de hand loopt. Want wie problemen doodzwijgt, maakt ze alleen maar erger. Zeker als politicus moet je bij maatschappelijke onrust aan de alarmbel durven te trekken.

DOOR HAN RENARD / foto’s dimitri van zeebroeck

‘Ik sluit niet uit dat de VUB met de University of Brussels doorgaat zelfs als de ULB zou afhaken.’ (Sven Gatz)

‘Met zijn verdachtmakingen – met de Franstaligen lukt het tóch nooit – vergiftigt Pascal Smet het debat.’ (Luckas Vander Taelen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content