Ondanks de kwalificatie voor de tweede ronde van het WK zijn er heel wat vragen te stellen over de mentale ingesteldheid van de nationale ploeg. Vooral Romelu Lukaku maakte met zijn wegwerpgebaar geen goede beurt. ‘Bij een goeie acteur is de plankenkoorts na het debuut voorbij. Blijf je twijfelen, dan mag je spreken over koorts zonder meer.’

Het was een onverwachte vijand waarmee de Rode Duivels kampten in hun openingsmatch tegen Algerije, een waar niemand echt rekening mee had gehouden: de nervositeit. Jongens die Champions Leaguefinales speelden, de Premier League wonnen en genoeg Gouden Schoenen verzamelden om een stevige vitrinekast mee te vullen, stonden plots op hun benen te trillen. In de tweede wedstrijd tegen Rusland was het niet veel beter. Na een sterk eerste kwartier – waarin het gameplan duidelijk was: vroeg scoren – zakte de ploeg als een pudding in elkaar. Axel Witsel staarde naar Kevin De Bruyne en Kevin De Bruyne tuurde naar Axel Witsel: ‘Oei, wat nu kameraad? Heel de wereld kijkt toe en wij hebben geen oplossing.’

Of psychologiseren we nu te veel en was er alleen maar sprake van slap voetbal? Jef Brouwers meent van niet. ‘De Rode Duivels wáren zenuwachtig, je zag het in iedere baltoets’, zegt de bekende sportpsycholoog, nu actief bij Club Brugge en bij de Red Lions, de nationale hockeymannenploeg.

Brouwers vindt dat de communicatie vooraf niet al te verstandig was. De o zo coole Duivels verklaarden dat ze het niet eens zo bijzonder vonden, op een WK staan. Zenuwen? Nooit van gehoord. ‘Men deed alsof niks de Rode Duivels raken kon, terwijl een WK hoe dan ook een erg stresserende situatie is. Pas als je dat erkent, kun je beginnen na te denken over stressmanagement.’

De ervaring en het palmares van de Belgische internationals maken volgens de sportpsycholoog amper een verschil. ‘Wat die spelers meemaken bij de Rode Duivels is sowieso anders dan wat ze bij hun club beleven. Zo’n Jan Vertonghen speelt op het WK niet automatisch als de Jan Vertonghen van bij Tottenham. Bij de nationale ploeg heeft hij een andere rol, niet alleen op het terrein maar ook binnen zijn groep. Het is anders en daar moet je je bewust van zijn.

‘De gigantische hype rond de Rode Duivels heeft zeker ook een rol gespeeld in de zwakke prestatie tot nu toe. Iedereen verwachtte zo veel van die spelers, maar dan kom je op het veld en moet je het wel waarmaken. Algerije was een opponent waarvan iedereen zei: die moet je zo in de zak steken. En uitgerekend tegen die slappe ploeg raak je er niet door. Resultaat van al die stressverhogende factoren? Het verkrampte spel van de eerste helft tegen de Algerijnen.’

Gelukkig liep het tegen Algerije nog goed af na een doelpunt van Marouane Fellaini dat – méér dan men zich achteraf wou herinneren – uit de lucht kwam vallen. De 2-1 van Dries Mertens was bijna een gevolg van de eerste goal, want plots liep het wél bij de Belgen. ‘De dynamiek van de ploeg lag helemaal anders na die gelukkige actie van Fellaini,’ analyseert Brouwers. ‘Meeval hebben, bevrijdt een mens. Terwijl: het zijn dezelfde spelers die in principe alles even goed of even slecht konden als vijf minuten daarvoor.’

In hun tweede match, tegen de Russen, stoomden de Rode Duivels aanvankelijk door op het elan van het einde van de wedstrijd tegen Algerije. De dynamiek kwam van Dries Mertens, de man van de winning goal tegen Algerije. Toen na twintig minuten het verhoopte vroege doelpunt uitbleef, vielen de Rode Duivels opnieuw stil. Ze mogen de goden zelfs danken dat de tegenstander die lange, slappe periode niet afstrafte.

De schwung kwam er opnieuw in met de inbreng van Kevin Mirallas. ‘Het begin van de wederopstanding was niet zozeer de technische impuls van Mirallas, als wel het feit dat hij een vrije trap op de paal schoot’, zegt Brouwers. ‘Plots was er dat inzicht: hé, één goeie actie en wij kunnen hier zelfs nog winnen! Dat heeft de match op zijn kop gezet. Merk trouwens op dat Mirallas Mertens verving, de successvolle invaller van de eerste match, maar wellicht zo door de hype meegezogen dat hij te veel wilde forceren. Dat er vervangen wordt, is voor deze ploeg kennelijk belangrijker dan wie er vervangt. Eden Hazard speelt tegen Rusland een draak van een match, maar zet een kwartier voor tijd een speler naast hem die weer naar voren denkt en plots dribbelt Hazard drie Russen alsof ze er niet staan. En dáár ligt voor Wilmots de uitdaging de rest van dit toernooi. De invallers voetballen met een mentale onbevangenheid die het team voor het overige mist. Wanneer je als ploeg die drive kunt brengen zonder dat je vervangingen nodig hebt, ja, dan kunnen de Belgen nog ver raken op dit toernooi.’

Oplapwerk

België nam geen sportpsycholoog mee naar Brazilië. Marc Wilmots is niet de enige WK-trainer die liever zonder werkt, Louis van Gaal van Nederland doet het bijvoorbeeld ook zo. Andere bondscoaches, zoals Roy Hodgson van Engeland, wezen net sterk op het belang van hun sportpsychologische omkadering. De Brazilianen, die de reputatie hebben zorgeloze flierefluiters te zijn maar op een WK in eigen land natuurlijk nog meer onder druk staan, namen zelfs een team van drie mentale experts in de arm, geleid door psychologe Regina Brandao. Zij raadde coach Felipe Scolari aan om in de 24 uur voor de openingsmatch tegen Kroatië meer aandacht te besteden aan ontspanning dan aan tactische of technische trainingen. Scolari gehoorzaamde en liet zijn spelers vlak voor een van de belangrijkste matchen uit hun en zijn carrière met rust. Brazilië won met 3-1, zij het na hulp van de scheidsrechter.

Maar Wilmots zal dus op eigen houtje de mentale belasting van zijn internationals moeten managen. ‘Het Belgisch voetbal is een wereld die traag evolueert en niet zo openstaat voor vernieuwingen’, stelt Jef Brouwers vast. ‘Het is een mengeling tussen angst voor verandering en een soort machismo van: wij voetballers staan mentaal sterk, ons kun je niks leren. Wilmots had nochtans zeker baat gehad bij de hulp van een sportpsychologisch specialist. Gelukkig kan de bondscoach rekenen op Lieven Maesschalck, met wie ik zelf ook al vaak heb gewerkt. Maesschalck is een kinesist en geen psycholoog, maar hij kent wel wat van motivatietechnieken en zal ongetwijfeld ook op dit terrein zijn steentje bijdragen.’

Match één bezorgde de bondscoach meteen mentaal oplapwerk. Jan Vertonghen blunderde bij de 0-1 en schonk de Algerijnen een penalty in cadeauverpakking. Wilmots beweerde dat de fout er niks mee te maken had, maar zette Vertonghen wel aan de kant voor de wedstrijd tegen Rusland. Om hem na een half uur toch in te brengen toen vervanger Thomas Vermaelen zich blesseerde. ‘Wilmots had de blunder van Vertonghen ook kunnen negeren’, aldus Brouwers. ‘Omdat België won van Algerije, werd die namelijk een detail. Maar de bondscoach zal hebben geoordeeld dat de misser te zwaar woog om onder de mat te schuiven en daar kan ik hem in volgen. Wat trouwens ook onderhuids een item kan worden, al praat de pers er niet over: waarom startte Vermaelen aan die match? Die speler oogde niet fit. Iemand had daar moeten ingrijpen. Vermaelens uitvallen was een tegenslag die zichtbaar bijdroeg aan de vertrouwensdip van het team. Het dreigt bovendien de verhoudingen tussen de spelers onderling onderuit te halen.’

Een moment dat de analisten wel uitvoerig bespraken, was het wegwerpgebaar van Romelu Lukaku na zijn wissel. De uitgestoken hand van je coach wegslaan: het lijkt de beste manier om jezelf definitief uit de ploeg te zetten. Wilmots benadrukte op zijn persconferentie dat hij er niet al te zwaar aan tilde en daar deed de bondscoach volgens Brouwers bijzonder verstandig aan. ‘De frustratie van Lukaku is volkomen begrijpelijk. Hij heeft een fantastische voorbereiding achter de rug waarin hij scoorde met de ogen dicht. Iedereen verwachtte van hem een super WK. En dan staat Lukaku daar, niks lukt nog en een jonge vervanger gaat met de pluimen lopen. Natuurlijk is hij gefrustreerd. Lukaku haalde uit en dat is negatief, maar je moet daar als coach niet negatief op reageren. Sport is anders dan wiskunde: twee minnen maken geen plus maar een hele grote min die potentieel zelfs de hele groep kan aansteken.’ Jan Mulder noemde de fletse vorm van Lukaku ‘plankenkoorts’. Brouwers kan er zich iets bij voorstellen. ‘Alleen: bij een goeie acteur is de plankenkoorts na het debuut voorbij. Blijf je twijfelen, dan mag je spreken over koorts zonder meer’, zegt de sportpsycholoog.

De wedstrijd van donderdag, tegen Zuid-Korea, bepaalt of de Rode Duivels groepswinnaar worden en zo wellicht Duitsland vermijden in de volgende ronde. Omdat de kwalificatie binnen is, wordt het hoe dan ook een match met een andere intensiteit dan de vorige twee. Het geknipte moment om Lukaku vertrouwen te laten opdoen of een aantal jongens die nu aan de kant staan minuten te gunnen? De vraag irriteert Jef Brouwers. Vertrouwen opdoen of minuten gunnen zijn volgens hem termen die niet thuishoren in de topsport. ‘Als je wilt dat iedereen het gezellig heeft, ga dan bij de amateurs spelen. Op een wereldbeker telt maar één ding en dat is winnen’, stelt de mental coach van Club Brugge. Hij waarschuwt ervoor dat de Rode Duivels de match tegen Zuid-Korea zeker niet te licht op mogen nemen: ‘Ga tegen Zuid-Korea niet met een team spelen dat je in de tweede ronde nooit zou opstellen. Dan mis je een kans om met je beste elf samen een goeie WK-match te spelen. Niet doen.’

PlayStation

De tweede ronde was het doel waar iedereen van uitging, wat het WK nu dus al geslaagd maakt. Maar dat is een redenering die volgens Brouwers niet opgaat. We moeten zeker niet verwachten dat de Rode Duivels nu meer ontspannen en dus beter zullen gaan voetballen, want de druk zal alleen maar toenemen: vanaf zaterdag is het immers iedere match do or die.

Nu België verder doorstoomt, komen er sowieso nieuwe mentale uitdagingen. Teleurstelling hoort daar, ondanks de goede resultaten, ook bij. Sommige spelers zullen amper het veld zien en dus niet het WK spelen dat ze voor ogen hadden: Nicolas Lombaerts, Simon Mignolet en Adnan Januzaj lijken bijvoorbeeld totaal uit beeld verdwenen. Gaan die jongens lastig doen of blijken de Rode Duivels dan toch de vriendengroep waarvoor ze sinds Iedereen Duivel doorgaan? ‘Ik weet één ding: ik heb in mijn lange carrière in de sportwereld nog nooit een vriendengroep gezien’, zegt Jef Brouwers. ‘Echte vriendschap bestaat niet in de topsport. Van die 23 Rode Duivels kunnen er maar elf op het veld staan. Iedereen is elkaars concurrent. Dat hoeft niet noodzakelijk tot openlijke ruzies te leiden. Integendeel, de internationals zullen veel moeite doen om met elkaar overeen te komen: dat is ook maar professioneel. Maar de jongens die ernaast vallen, moet je wel met een zekere omzichtigheid behandelen of je vraagt om problemen.’

Een tweede mentale uitdaging is de verveling. Zoveel valt er in Mogi das Cruzes niet te beleven. De Rode Duivels mogen hun hotel uiteraard ook niet zomaar verlaten. Hoe vang je dat op? Tijdens Mexico ’86 vroeg wijlen Guy Thys Leo Van der Elst regelmatig een sportquiz op te stellen. Voor het overige doodden de Rode Duivels de tijd met kaarten, terwijl voormalig bondsvoorzitter Michel D’Hooghe evergreens speelde op de piano. De tijden zijn erg veranderd. Kaarstpelen en evergreens kunnen de huidige internationals niet boeien. Ze vullen hun vrije uren met Skype, PlayStation, naar hiphop luisteren en bij elkaar op de kamer films bekijken. De NBA-finales vormden een welkome afleiding, maar die zijn ondertussen achter de rug. Brouwers vindt het onbegrijpelijk dat er geen omkaderend programma bestaat om de Rode Duivels in hun vrije tijd wat amusement te bieden. ‘Verveling is zo gevaarlijk dat je daar als coach mee bezig móét zijn. Ik kan me haast niet indenken dat Wilmots dat veronachtzaamd heeft. De enige zinnige uitleg die ik kan geven, is dat er wel een of andere georganiseerde vorm van entertainment werd voorbereid, maar dat men die geheimhoudt omdat men er geen pers bij wil.’

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Men deed alsof niks de Rode Duivels raken kon, terwijl een WK hoe dan ook een erg stresserende situatie is.’

‘De gigantische hype rond de Rode Duivels heeft zeker ook een rol gespeeld in de zwakke prestatie tot nu toe.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content