DE STRIJD TEGEN FRITUUR GRAND PLACE

Het lokale bestuursniveau zou wel eens de achilleshiel van de N-VA kunnen zijn. Burgemeesters en schepenen met weinig ervaring en veel geldingsdrang brengen met hun partij imagoschade toe in de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar.

Sinds vorige week is Turnhout officieel onbestuurbaar. Allemaal de schuld van de plaatselijke N-VA’ers, die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Het gros van de fractie wil van haar burgemeester en tweede schepen af, de moederpartij wil de dissidente fractieleden eruit zetten en het resultaat is dat provinciegouverneur Cathy Berckx nu moet bemiddelen in wat in wezen een intern partijconflict is. Hoewel N-VA-voorzitter Bart De Wever zich zo ver mogelijk van die hele vaudeville houdt, lopen zowel hij als de rest van de partij onvermijdelijk imagoschade op. Net zoals bij de andere turbulenties die de N-VA-bestuurders het voorbije halfjaar hebben veroorzaakt.

Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 heeft de N-VA 50 burgemeesters in Vlaanderen, en ook nog eens 270 schepenen en 1700 gemeenteraadsleden. Velen van hen hebben geen enkele politieke ervaring. Zoals Jan Spooren, de N-VA-burgemeester van Tervuren, het na drie maanden in het stadhuis verwoordde: ‘Er gebeurden veel dingen waar ik niet altijd controle over had omdat ik nog niet van alles op de hoogte was. Ik herinner mij nog dat ik op een bepaald moment dacht: nu zou ik zware fouten kunnen maken zonder het zelfs te beseffen.’ Een risico waar ze zich op het Brusselse partijhoofdkwartier maar al te goed van bewust zijn. Vandaar dat ze er dertien mensen hebben aangesteld om zich met al die nieuwbakken mandatarissen bezig te houden.

Nu doet de grote meerderheid van de plaatselijke N-VA’ers zijn job wel naar behoren, maar dat wordt keer op keer overschaduwd door gênante bokkensprongen van sommigen van hun collega’s. Zoals de burgemeester van Boom die op het ongrondwettelijke idee kwam om hoofddoeken te verbieden tijdens zittingen van de gemeenteraad, of de jolige schepen uit Dilbeek die zijn broek liet zakken toen hij de naam van een Franstalige petanqueclub moest uitspreken. ‘Zulke incidenten kunnen bij alle partijen voorkomen, maar de N-VA loopt wel een groter risico’, zegt professor Lokale Politiek Herwig Reynaert (Universiteit Gent). ‘In heel korte tijd heeft die partij alle lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen vol moeten krijgen en dan is het natuurlijk onmogelijk om alle kandidaten nauwkeurig te screenen.’ Bovendien deed de N-VA het vorig jaar zo goed dat ook mensen die louter als lijstvulling waren bedoeld een mandaat kregen. ‘Iedereen die verkozen moest zijn, is verkozen. En iedereen die niet verkozen moest zijn ook’, liet Bart De Wever zich na de federale verkiezingen van 2010 ontvallen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen was dat nog veel meer het geval.

‘Ik heb een ontzettend déjà-vugevoel’, zegt LDD-voorzitter Jean-Marie Dedecker. ‘Door haar grote succes heeft de N-VA de laatste paar jaar heel veel tafelspringers aangetrokken, net zoals mijn partij destijds. In veel N-VA-afdelingen zie ik tegenwoordig mensen rondlopen die nog niet zo lang geleden bij LDD zaten.’ Of bij CD&V, Open VLD of het Vlaams Belang. ‘Een partij die snel groeit en weinig traditie heeft in de steden en gemeenten is nu eenmaal een magneet voor politieke daklozen en voor ontevreden leden van andere partijen, die graag hun carrièrekansen willen vergroten’, zegt politicoloog Johan Ackaert (Universiteit Hasselt). ‘Dat was zo bij het ontstaan van de VLD en dat hebben we later ook bij de Lijst Dedecker gezien.’

Weinig voorkeurstemmen

Dat een partij die noodgedwongen met zoveel nieuwe mensen in zee gaat geen tijd heeft om hen allemaal door te lichten, bleek al voor de verkiezingen. In Brugge, bijvoorbeeld, waar lijsttrekker Pol Van Den Driessche de handdoek in de ring moest gooien nadat hij in de media door verschillende vrouwen van ongewenste intimiteiten was beschuldigd. In Oostende werd Myriam Vyvey, die een plek hoog op de lijst zou krijgen, dan weer wandelen gestuurd ‘omdat er onvoldoende basis tot samenwerking was’, en in Alken stapten vijf kandidaten op uit protest tegen de aanpak van de plaatselijke partijleiding. En dan was er nog het tumult rond de overstap van meer dan dertig voormalige Vlaams Belangers.

Veel traditionele Vlaamsgezinden die de Volksunie nog hebben meegemaakt en de N-VA al steunden toen die nog een ten dode opgeschreven partijtje was, hadden het bijzonder moeilijk met al die nieuwe strijdmakkers. Ook in Turnhout zorgde dat voor spanningen. ‘De voorbije bestuursperiode had de N-VA hier geen enkele zetel maar toch waren er een aantal mensen die zowel voor als achter de schermen hard voor de partij werkten’, zegt Astrid Wittebolle, de frontvrouw van Groen Turnhout. ‘Eens Bart De Wever succesvol werd, dienden er zich nieuwe mensen aan – meestal niet om ideologische redenen – en die namen de boel op den duur over zonder politieke ervaring te hebben.’

De spanningen namen nog toe zodra de verkiezingsresultaten binnenliepen. Meer dan in andere partijen werden er heftige discussies gevoerd over wie naar het college van burgemeester en schepenen mocht. Zoals in Heusden-Zolder, waar zowel de lijsttrekker als de lijstduwer vond dat de burgemeesterssjerp hem toekwam. Veel had ermee te maken dat de meeste N-VA-kandidaten helemaal niet zoveel voorkeurstemmen hadden behaald. ‘Veel van hen zijn verkozen in de slipstream van het succes van de N-VA’, legt Herwig Reynaert uit. ‘Het is geen toeval dat de burgemeesters van de N-VA gemiddeld veel minder voorkeurstemmen kregen dan burgemeesters van andere partijen: mensen stemden niet op hen maar op de lijst van de partij van Bart De Wever.’ Wie zo verkozen raakt, heeft natuurlijk een pak minder autoriteit dan een groot stemmenkanon. Zowel in zijn eigen partij als daarbuiten.

Bovendien zitten veel lokale N-VA’ers inhoudelijk allesbehalve op dezelfde golflengte. Zolang het over de corebusiness van de partij gaat, lukt het nog wel, maar over thema’s als mobiliteit, veiligheid of sociale zaken lopen de meningen wel erg ver uiteen.

Leeuwen en vlaggen

Wel lijkt er een behoorlijke eensgezindheid te zijn als er wordt gepleit voor meer Vlaamse symboliek: Vlaamse vlaggen aan openbare gebouwen, leeuwtjes op straatnaamborden of meer middelen voor de 11 juliviering bijvoorbeeld. ‘Daarmee voeren ze natuurlijk een achterhoedegevecht’, zegt Herwig Reynaert. ‘Neem nu het voorstel van die N-VA-schepen in Kortrijk om frituur Grand Place een Vlaamse naam te geven. Zoiets is echt een cadeau voor de oppositie. De partij had haar mandatarissen beter de raad gegeven om dat soort ideeën voor zichzelf te houden.’

Nogal wat N-VA’ers zien al die leeuwen en vlaggen als een manier om zowel hun kiezers als hun tegenstanders te tonen dat er wel degelijk grote veranderingen op til zijn. En vooral: dat het ancien régime niet meer terugkomt. Dat ondervond Jean-Jacques De Gucht, die vorig jaar de Open VLD-lijst in Aalst aanvoerde, al voor de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Op vraag van mijn partij had ik ook een verkennend gesprek met de plaatselijke N-VA’, zegt hij. ‘Ik vroeg hen wat zij zeker wilden kunnen realiseren als ze in een coalitie zouden stappen en meteen begonnen ze over allerlei manieren om de Vlaamse identiteit van de stad te benadrukken. Ik wist niet wat ik hoorde. En als ik dan nu bij de herdenking van de bevrijding van Aalst geen enkele vertegenwoordiger zie van de N-VA, toch de grootste meerderheidspartij, heb ik daar echt wel vragen bij.’

Niet alleen in Aalst willen de N-VA’ers de kracht van verandering zo veel mogelijk demonstreren. Overal in Vlaanderen staan burgemeesters en schepenen op met een meer dan gemiddelde geldingsdrang. Sommigen gaan dan ook echt voor een radicale breuk met het verleden. ‘Bij ons in Boom wordt alles teruggedraaid wat het vorige bestuur op poten heeft gezet’, zegt voormalig burgemeester Patrick Marnef (SP.A). ‘Koning auto regeert weer in straten die autoluw waren, het containerpark is niet langer gratis, en ga zo maar door. Mijn opvolger, een N-VA’er die vroeger bij CD&V zat, wil snel en vaak ondoordacht een stempel op onze gemeente drukken om toch maar de kracht van verandering te illustreren.’ Dat is ook het gevoel dat Jean-Jacques De Gucht in Aalst heeft. ‘Hier wil de N-VA vooral laten zien dat zij kan wat anderen in het verleden niet is gelukt, en dat heeft vaak verstrekkende gevolgen voor de financiën van de stad’, zegt hij.

Nu zijn de verwachtingen ook bijzonder hooggespannen, want in de campagne hebben de N-VA’ers hun kiezers niets meer of minder dan een grote veranderingsgolf beloofd. ‘Dat zou wel eens als een boemerang in het gezicht van de lokale mandatarissen terug kunnen keren’, zegt Reynaert. ‘Het zal niet lang meer duren voor de mensen ongeduldig worden en zich hardop gaan afvragen waar die verandering blijft.’

Imagoschade

Het is Vlaams Parlementslid Kris Van Dijck die geacht wordt problemen zoals in Turnhout te sussen. ‘Ik had natuurlijk wel wat moeilijkheden verwacht’, zegt hij. ‘Dat kan niet anders als je zo veel mandatarissen hebt. Al die mensen zijn vanuit een andere invalshoek, met andere ambities en drijfveren bij ons gekomen en moeten nu leren samenwerken. Wij investeren wel veel in hun begeleiding maar we kunnen natuurlijk niet overal zijn.’

Tot nu toe heeft het N-VA-hoofdkwartier er ook alles aan gedaan om al die strubbelingen en incidenten plaatselijk te houden. Eind augustus jogde Bart De Wever wel even Dwars door Turnhout, maar in de buurt van de burgemeester of andere partijgenoten liet hij zich niet zien. ‘Bij de N-VA hebben ze tussenschotten opgetrokken waardoor zulke problemen niet meteen op het bord van de voorzitter terechtkomen’, zegt Jean-Marie Dedecker. ‘Wij hebben dat destijds ook geprobeerd met onze Raad van het Gezond Verstand, waar afdelingen met interne conflicten terechtkonden. Maar uiteindelijk belandden die toch bij mij. Geloof me: je kunt onmogelijk verhinderen dat lokale imagoschade op den duur op de hele partij afstraalt. En dus ook op de voorzitter.’

Wat het voor de N-VA extra precair maakt, is dat ze nog meer dan de andere partijen in de gaten wordt gehouden. Uitschuivers van lokale debutanten worden meteen nationaal nieuws, waardoor die soms wel erg veel leergeld moeten betalen. Veel tijd om hun vak onder de knie te krijgen, hebben ze ook niet meer, want tegen de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen van 2014 moet hun partij bewezen hebben dat ze wel degelijk in staat is om te besturen. En dat is vooralsnog niet helemaal gelukt. ‘De situatie in Turnhout is natuurlijk heel pijnlijk. Zelfs de interventie van Kris Van Dijck, die toch geen lichtgewicht is in zijn partij, heeft niets uitgehaald’, zegt professor Reynaert. ‘Dat toont duidelijk aan dat er een paar ongeleide projectielen in de N-VA zitten. Ik vrees dan ook dat we de komende maanden nog met een paar van die situaties zullen worden geconfronteerd.’

De vraag is of dat soort incidenten alleen maar groeipijnen zijn. ‘Ze zouden natuurlijk ook de voorbode van grote miserie kunnen zijn’, aldus Ackaert. ‘De laatste weken komen er toch wel wat deuken in het beeld van de slagkrachtige machine. Door de toestand in Turnhout maar bijvoorbeeld ook door de uitspraken van Siegfried Bracke over de prioriteiten van de partij. Ja, het komende halfjaar wordt echt nog wel cruciaal voor de N-VA.’

DOOR ANN PEUTEMAN

Ook mensen die louter als lijstvulling bedoeld waren, hebben een mandaat gekregen.

Veel lokale N-VA’ers zitten inhoudelijk allesbehalve op dezelfde golflengte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content