Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Eén jaar voor de start van Euro 2000 blijft de belangrijkste vraag: is men klaar voor de hooligans?

De liberaal die zich bij de komendecoalitiebesprekingen door Jean-Luc Dehaene het ambt van minister van Binnenlandse Zaken laat opsolferen, weze hierbij gewaarschuwd dat er een tijdbom in de kast van zijn kabinet tikt: het Europees Landenkampioenschap voetbal van volgend jaar. Georganiseerd in Nederland en België. Naar hier gehaald door de leiding van de Belgische voetbalbond, als prestigeproject, als geschenk voor de Belgische voetballiefhebber, en als extraatje voor de Belgische horeca. Volgens bondsvoorzitter Michel D’Hooghe brengt dat EK de Belgische economie acht miljard frank op.

Naast de bondsvoorzitter, heeft de aftredende Belgische regering haar fiat gegeven aan Euro 2000, een organisatie zoals er in ons land nooit een is geweest. We hebben al een EK-eindronde gehad in 1972, maar daar namen slechts vier ploegen aan deel. En de Olympische Spelen van 1920 dateren helemaal van een andere eeuw. Ook de Expo, met zijn vele maar vredig kuierende toeristen, is in niets te vergelijken met wat ons volgend jaar te wachten staat: een invasie van drankzuchtige en gewelddadige voetbalfans.

Euro 2000 overstijgt alles wat we tot nu toe hebben gekend in dit land. En helaas worden we zelden geroemd voor ons organisatietalent. Het vorige uitzonderlijke evenement was de finale van de Europabeker voor Landskampioenen in 1985, tussen Liverpool en Juventus. We weten hoe dat is afgelopen. Sindsdien zijn er op de Heizel andere risicowedstrijden gespeeld, zoals interlands tegen Nederland en in ’96 de Europacup II-finale tussen Paris Saint-Germain en Rapid Wien, maar ook dat was klein bier vergeleken bij volgend jaar.

Men schijnt dat niet te beseffen. Afgezien van een paar opmerkingen tijdens het vragenuurtje is er in het parlement geen debat gevoerd over de vraag of de bevolking wel gediend is met de komst van een paar legers losgeslagen voetbalprimairen. De ministers van Binnenlandse Zaken van Nederland en België hebben op plechtige bijeenkomsten hun goedkeuring aan deze organisatie gegeven, maar de vervangers van hun vervangers zijn ondertussen al vervangen. Het lijkt een spelletje zwartepieten. Wie in juni volgend jaar toevallig minister is, betaalt desgevallend het gelag.

Er zijn negen voorrondegroepen. De negen winnaars en de beste nummer twee zijn rechtstreeks geplaatst. De acht andere nummers twee spelen play-offs voor vier resterende plaatsen. Dat zijn er samen veertien, Nederland en België erbij en we zijn aan zestien landen die de eindronde spelen. De grote hooliganlanden zullen meer dan waarschijnlijk allemaal present zijn. Als de loting voor die eindronde wat tegenvalt, heb je Duitsland – Engeland in Charleroi, of Italië – Frankrijk in Brugge. Veel sterkte aan de omwonenden.

Drie jaar geleden al heeft de Gentse adjunct-commissaris Steven De Smet, een expert inzake veiligheid bij massamanifestaties, in een boek gewaarschuwd voor het gevaar van Euro 2000. Hij haalde zich daarmee de toorn van bondsvoorzitter D’Hooghe op de hals. Die had het over “je reinste provocatie”. Volgens D’Hooghe zal men het hooliganprobleem onder controle hebben. Dat kan. We zullen volgend jaar zien of hij gelijk heeft. Maar drie jaar na de publicatie van zijn boek houdt De Smet staande dat het Euro 2000 hier niet thuishoort.

Steven De Smet: Ondanks alle inspanningen is het hooliganisme niet uitgeroeid. Integendeel. Er is geregeld een nieuwe uitbarsting. Vorig jaar waren er, ondanks alle voorzorgen, zware rellen tijdens de wereldbeker in Frankrijk. Onlangs is in Nederland de kampioensviering van Feyenoord totaal uit de hand gelopen. Eerder was al een dode gevallen bij een georganiseerde vechtpartij tussen de clans van Ajax en Feyenoord, ver van het stadion. In eigen land was er herrie tijdens Club Brugge – Anderlecht, en recent na Antwerp – Turnhout. Voor wie wil vernielen en vechten, blijft voetbal een uitstekend decor en bindmiddel. Die kerels gaan een kans als Euro 2000 niet laten liggen.

Men verwijt u een onheilspredikant te zijn.

De Smet: Ik herhaal de stelling die ik al jaren verkondig, en die mij door de organisatoren en sommige politici kwalijk wordt genomen: België heeft geen infrastructuur om een toernooi van dit niveau te organiseren. Ook in samenwerking met Nederland is het gebied veel te klein, en veel te makkelijk toegankelijk. Je kan geen concert van de Rolling Stones organiseren in het dorpshuis. Twee weken geleden is in Barcelona de finale van de Champions League gespeeld, tussenBayern München en Manchester United. We spreken over een van de grootste stadions in Europa. Wel, er stonden minstens vijftienduizend Engelsen zonder ticket buiten rond Nou Camp. En er mochten negentigduizend toeschouwers binnen. Onze grootste stadions voor Euro 2000 bieden plaats aan vijftigduizend man. En er zijn er van dertigduizend. Dat is misschien doenbaar als Engeland, Duitsland, Frankrijk en Italië zich niet kwalificeren. Maar als ze er wel bij zijn, raad ik de organisatoren aan om David Copperfield de loting te laten verrichten.

Is een dergelijk toernooi dan slechts mogelijk in grote landen?

De Smet: Natuurlijk. Ofwel moet men het spreiden over heel Europa. Het is waanzin om toppers tussen Europese grootmachten te laten spelen in Charleroi of in Luik voor dertigduizend man, als twee uur verderop in Parijs of in het Roergebied stadions van zestig- tot tachtigduizend plaatsen liggen te blinken. Voor de topaffiches kan je bijlange na niet voldoen aan de rush naar tickets. Begin er dan niet aan, want het is vragen om moeilijkheden. Die supporters komen toch, ticket of geen ticket. En kom niet aandraven met videoschermen buiten het stadion, want dan organiseer je een tweede slagveld waar de orde helemaal niet meer te handhaven valt. Dat is vorig jaar in Frankrijk voldoende bewezen.

De komst van massa’s supporters is net een van de argumenten om het EK te organiseren.

De Smet: Maar we kunnen er geen kant mee uit. Ik heb het geluk gehad ter plaatse te mogen gaan kijken tijdens de recentste WK’s en EK’s. Ik was telkens verrast door wat zo een toernooi meebrengt aan toerisme, verplaatsingen, en al wat daarmee samenhangt. Alleen al daarvoor is het gebied van Euro 2000 te klein. En daarbij komt dan het geweld. Men wil dat niet inzien, telt de voordelen en de winst op, maar niet de nadelen. Voetballeiders weigeren toe te geven dat supportersgeweld inherent is aan hun competities. Wat was de reactie van Antwerp toen het twee weken geleden stadionverbod kreeg? “De hooligans gaan vrijuit, wij worden gestraft.” Mogelijk, maar de Bosuil is wel het typevoorbeeld van een onaangepast interieur dat voetbalgeweld uitlokt. De strijd tegen het hooliganisme begint bij comfort in het stadion.

In dat domein hebben de bond en de clubs heel wat inspanningen geleverd.

De Smet: Sommige, maar voor Euro 2000 zijn we ook daarmee niets gebaat. Je mag in je dorp de prachtigste zaal hebben, als er maar vijfhonderd man in kan, laat je daar de Rolling Stones niet optreden. Op de wei van Werchter? Dat kan. In Flanders Expo? Kan niet. Voor Euro 2000 is het zo simpel als wat: we gaan iets organiseren, maar het alleressentieelste, de capaciteit om bezoekers op te vangen, is niet aanwezig.

Tijdens de eindronde vertoeft elk land minstens veertien dagen in België of Nederland. Keren de supporters tussenin naar huis terug?

De Smet: Een groot deel zal blijven hangen. En ze gaan mekaar opzoeken, want de afstanden tussen de speelsteden zijn veel te klein. De stad die het grootste risico loopt, is misschien wel Antwerpen. Daar wordt niet gespeeld, maar het is de ideale uitvalsbasis om binnen het uur alle stadions te bereiken. En Antwerpen staat alom bekend als een gezellige stad, waar niet enkel de Schelde maar ook het bier lieflijk vloeit. Ook daar zal men dus politie paraat moeten houden, vierentwintig uur op vierentwintig, gedurende een volle maand. Reken maar uit wat dat kost, en hou in gedachten dat dat bovenop het gewone politiewerk komt, waarvoor we al niet overbedeeld zijn.

Kan men de buitenlandse hooligans de toegang tot het grondgebied ontzeggen?

De Smet: We kunnen dat proberen. Het grote voorbeeld is het EK ’96 in Engeland. Daar werd in die periode uitermate streng gecontroleerd. Wie geen ticket kon voorleggen, kwam het land niet in. Dat EK is perfect verlopen, alhoewel het met de halve finale tussen Engeland en Duitsland niet veel heeft gescheeld of de boel was ontploft. Maar in tegenstelling tot België en Nederland heeft Engeland wel de infrastructuur, en is het een eiland. Hun strenge grenscontroles kunnen wij niet uitvoeren.

Het akkoord van Schengen laat ze ook niet toe.

De Smet: Er zijn uitzonderingen voorzien, en de Belgische wetten over de openbare orde geven ons wat ruimte. Maar het is in de praktijk dat de controle niet mogelijk is. Als alle betrokken regeringen en politiekorpsen willen meewerken, kunnen we hopelijk de ergste amokmakers in eigen land laten kortwieken. De Engelsen hebben ze voor het EK ’96 preventief opgepakt.

Je kan toch niemand opsluiten omdat hij misschien een misdrijf zal begaan?

De Smet: Je kan zijn bewegingsvrijheid tijdelijk beperken, mits de politiek het wettelijk kader daarvoor wil creëren. We moeten trouwens sowieso naar een Europese regelgeving in de bestrijding van het hooliganisme, omdat het een Europees en in hoofdzaak een West-Europees fenomeen is. “Sluit ze op”, roept de publieke opinie, maar zo makkelijk is het niet. We leven, gelukkig maar, in een rechtsstaat waar je de schuld van een beklaagde moet aantonen. Dat is de grote moeilijkheid bij geweld of vandalisme dat in groep wordt gepleegd. Terwijl hij volop bezig is de vechtenden te scheiden, zou de politieman ook moeten constateren en in een proces-verbaal acteren, dat persoon A gewond is geraakt door de steen die persoon B heeft gegooid. Soms kan dat, vaak niet. We doen ons best om bewijslast te verzamelen. We hebben “spotters”, politiemannen in burger die tussen de supporters staan en hun politionele bevoegdheid behouden. Zij kunnen daders identificeren. En we hebben camerabewaking, hoe onvolkomen en onefficiënt ook. Maar laat niemand geloven dat het hooliganisme met repressie uit te roeien is. Er is een ketting van de meest diverse maatregelen vereist. En niet alleen is die ketting zo sterk als haar zwakste schakel, heel wat schakels ontbreken simpelweg.

Heeft u het over de laksheid van de clubs?

De Smet: Onder andere. De harde kernen van de hooligans bestaan uit een paar honderd man. Maar daarrond hangt een veel ruimere groep, van duizenden andere supporters, die in se geen vandalen of herrieschoppers zijn maar het wel kunnen worden. Het eerste wat je moet doen, is de harde kern isoleren, door die randgroep ervan los te scheuren. Daarvoor heb je de clubs nodig. Dat ze eens daadwerkelijk wat meer respect en belangstelling hebben voor Jan Modaal. Men moet ervoor zorgen dat de gewone supporter zich weer goed voelt bij zijn club. Dat vergt een brede aanpak.

Om te beginnen zou er op het veld zelf wat meer fair play mogen heersen.

De Smet: Ja, maar de grote schuld ligt bij de commercialisering van de sport. De belangen worden steeds groter, er staat steeds meer geld op het spel. Men bouwt loges en businessseats, niets op tegen. Maar stel je in de plaats van de gewone supporter, die veel heeft betaald voor zijn ticket, wat de meeste gasten in de loges niet eens hebben gedaan. Hij staat in de kou en de regen, of zit op een vuile bank, de ploeg doet het slecht, de scheidsrechter fluit tegen zijn ploeg… Hoe slechter de omstandigheden waarin die mens zich bevindt, hoe meer kans dat hij opstandig wordt. Wat het de hooligan gemakkelijker maakt om er een schepje bovenop te doen. Daarom ben ik tegen een alcoholverbod in het stadion. Wie naar het voetbal gaat, wil een hamburger of een pak friet eten, en een pint drinken. Verbied dat, en de mensen krijgen alweer de indruk dat ze niet welkom zijn. Leg maar uit aan Jan met de pet dat hij geen pint krijgt, als tegenover hem achter de verlichte ramen van de loges de champagne vloeit. Sluit mensen op in kooien, en je maakt er beesten van. In hoeveel stadions is er een treffelijk sanitair? Op zich zijn dat banale dingen, maar ze veroorzaken allemaal een stukje frustratie, waardoor uiteindelijk een dreigende en gespannen sfeer ontstaat. Dat heb je niet in Amerikaanse sporten, zelfs niet in de NBA, waar het er ook allesbehalve zachtzinnig toegaat op het terrein, en waar de emoties ook hoog oplaaien. Maar er is comfort en gezelligheid rond die wedstrijden, waar men met het hele gezin heen komt. En de laagste op de maatschappelijke ladder, zit naast de directeur-generaal. Het Engelse voetbal heeft ook geprobeerd de stadions weer klant- en gezinsvriendelijk te maken, met relatief succes. Voetbal is altijd een volkssport geweest. Maar de voorbije twintig jaar heeft men er alles aan gedaan om de volksmens weg te drummen, ten voordele van een kapitaalkrachtiger elitepubliek. Dat wekt vijandschap op.

Hooligans zoeken de massa en de media-aandacht. Waarom dan bijvoorbeeld niet in de formule 1?

De Smet: Je hebt daar geen twee clans tegenover mekaar. Maar het belangrijkste is dat de sfeer helemaal anders is. Wie naar een autorace gaat, betaalt een duur entreeticket, maar krijgt waar voor zijn geld. Hij heeft een goede plaats, kan iets eten, iets drinken, en het is feest rond het circuit. Het is een dagje uit, met de race als onderdeel. Idem in het Amerikaanse basketbal, waar de directie van de NBA de animatie rond de wedstrijden bepaalt. Sommige voetbalclubs beginnen die trend te volgen, en ook de organisatoren van de Champions League denken in die richting. Maar de weg is lang. Toen Lierse zijn Europese matchen in Gent kwam spelen, hebben wij de mensen van Team, dat de Champions League organiseert, leren kennen. Die samenwerking was voorbeeldig, ook inzake veiligheid. Een open gesprek, met alle aandacht voor onze problemen en vragen. Dat stak nogal af tegen de houding van bepaalde clubs waarmee wij moeten werken.

U bedoelt ongetwijfeld Racing Heirnis?

De Smet:(Lacht) Denkt u?

Waarom is er geen of weinig hooliganisme rond grote popconcerten?

De Smet: Dat zal ik u zeggen. Uit eigen ervaring, want er worden in Flanders Expo geregeld grote optredens georganiseerd. Hardrockgroepen, of bands als Metallica, lokken ook lieden met agressieve bedoelingen, of rivaliserende motorbendes die met precies dezelfde instelling komen als de harde kernen van de voetbalclubs. Maar concertorganisatoren als Paul Ambach of Herman Schueremans maken van de veiligheid een absolute topprioriteit. Zij luisteren naar wat wij vertellen, komen met eigen voorstellen, en vooral: ze zijn bereid te investeren. Als wij pleiten voor stewards, zijn er stewards. In voldoende aantal en met een schappelijke vergoeding. Als wij een indeling van de zaal voorstellen die het ons mogelijk maakt bij incidenten in te grijpen, gaan ze daarop in. Als we opteren voor camerabewaking, hangen ze camera’s. Niet twee of drie, maar zesenveertig. Als er een concert is in Flanders Expo, word je gefilmd vanaf het moment dat je de autostrade verlaat, tot je binnen op je stoeltje zit. Wie iets mispeutert, krijgt gegarandeerd de rekening. Ik ben zelf gesteld op privacy, maar uitzonderlijke omstandigheden vragen uitzonderlijke voorzieningen. In vergelijking met het eerste concert dat ik gedaan heb, zijn we nu teruggevallen op één tiende van de politie-inzet. Eén tiende, u hoort het goed. Dat is een kolossale winst, die de gemeenschap ten goede komt. Want die andere negen tienden kunnen worden ingezet voor het normale politiewerk. Omdat de organisator en de eigenaar van het gebouw inspanningen hebben geleverd, kan je rellen voorkomen of in de kiem smoren.

Waarom is die samenwerking er niet rond het voetbal ?

De Smet: Omdat de voetballeiders van veiligheid geen prioriteit maken. De politie moet dat maar regelen. Alle verbeteringen die zijn doorgevoerd, zijn telkens van hogerhand verplicht gesteld. En iedere keer na lange en felle tegenwerking. Dezelfde mensen die miljoenen naar het hoofd van de eerste de beste potstamper gooien, willen niet eens vijfhonderd frank voor een steward betalen. Eerlijk gezegd zijn wij het beu om op het einde van het verhaal steeds de verwijten te krijgen. Men wil onze aanbevelingen niet horen en niet volgen. Kost te veel geld, is overbodig. Maar als de gevechten beginnen, moeten wij het oplossen. Nadat men ons eerst de middelen daartoe heeft ontzegd.

Geeft de nieuwe voetbalwet u meer armslag, of is die te strikt beperkt tot feiten in het stadion zelf?

De Smet: Die nieuwe wet is een grote stap vooruit. Jammer genoeg hebben we te lang op de uitvoeringsbesluiten moeten wachten, zodat we hem pas het komend seizoen daadwerkelijk kunnen toepassen. Ook in Engeland is de strijd tegen de hooligans in het voordeel van de overheid omgeslagen, nadat in 1991 de Football Act van kracht werd. Tegen de supporter die het veld opstormde en iedereen opzweepte en uitdaagde, konden we tot nu toe niets beginnen. Er als een onnozelaar achteraan lopen, bespot door de hele tribune. En achter de omheining moesten we hem gewoon laten gaan, want geen enkele procureur vervolgt iemand omdat hij over een hek is gekropen. Die man was vóór het einde van de match terug bij zijn kameraden, en was de held van de side. Vanaf augustus wordt zo iemand in de kraag gegrepen en kan kiezen: een administratieve boete van honderdduizend frank, of een proces met risico op gevangenisstraf. Plus eventueel stadionverbod. Hij zal dan wel twee keer nadenken vooraleer het veld op te rennen.

Tenzij het gerecht weer niet mee wil.

De Smet: Door die administratieve boetes ligt het gewicht minder bij het gerecht. Wij hebben in Gent jaren geleden al bekomen dat een en dezelfde procureur zich met voetbalzaken ging bezighouden. Die kende na een tijdje de recidivisten, en begreep veel beter wanneer en waarom vervolging aangewezen was. In 1991 heeft een bus met Gentse Rebels, op terugreis van Standard, de shop van een tankstation in Haasrode geplunderd. Dat kwam in eerste instantie bij het parket van Leuven terecht. Maar ja, begin zoiets maar te onderzoeken. Wie heeft wat gepakt? En je vervolgt niemand voor het stelen van een zak chips. Die hele zaak werd in Leuven geklasseerd. Maar de mens die in die shop achter de kassa zat, en zo’n troep wilden zijn winkel zag plunderen, was wel getraumatiseerd. Gelukkig kan ook de procureur van het arrondissement waar de daders wonen, vervolging instellen. En dus heeft de toenmalige Gentse procureur zijn tanden erin gezet. Ze zijn allemaal moeten komen, al wie op die bus zat. En ze hebben de rekening gehad.

Dat is de logica zelve. Waarom doen andere parketten dat dan niet?

De Smet: Ik hoop dat men tot een gecoördineerde en eenvormige aanpak komt, maar ik hoop dat al zo lang. Rijkswacht en politie spelen op dit moment een te centrale rol in de hooliganbestrijding. En we zijn bovendien aan handen en voeten gebonden. Alle betrokken instanties moeten samenwerken: politiediensten, voetbalbond, clubs, Binnenlandse Zaken en Justitie. Als er een van die partijen ontbreekt, heeft het geen zin. Waarom zou men geen nationale magistraat belasten met het voetbalvandalisme? En één nationale database opstellen? Zodat in het hele land met dezelfde strengheid wordt opgetreden.

Zal de geregistreerde ticketverkoop van Euro 2000 het hooliganisme terugdringen?

De Smet: In beperkte mate. Maar we hebben het in Frankrijk en in Barcelona gemerkt: de voetbalfans komen mee, met of zonder ticket. Ze willen erbij zijn. Dat ze niet binnen kunnen, trekken ze zich niet aan. Het stadion, dat is voor de rijken, de prijs van de tickets illustreert dat. Maar de supporters willen de straat en de stad inpalmen. De grootste problemen in Frankrijk hadden ze met kerels die rond de stadions dwaalden.

Conclusie: u blijft pessimistisch voor Euro 2000.

De Smet: Ik ben realistisch. Grote toernooien horen thuis in grote landen, met grote stadions. België en Nederland voldoen niet aan die normen, ook niet samen.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content