DE STILLE TRIOMFEN VAN DE VOORUITGANG

Armoede, kindersterfte, oorlogsgeweld en machtsmisbruik zijn de wereld nog niet uit, maar toch zijn we globaal gezien rijker, gezonder en vredelievender dan ooit. Hoog tijd dus, vindt de jonge Nederlandse historicus Rutger Bregman, auteur van De geschiedenis van de vooruitgang, dat we het ‘makkelijke pessimisme’ achter ons laten. ‘We leven in de beste tijd ooit.’

Blinden gingen zien, lammen gingen lopen en doden stonden op uit hun graf. 2013 was me het jaartje wel.

Natuurlijk, de iPhone 5s kwam op de markt – een machientje dat sneller is dan een militaire supercomputer eind jaren negentig. Maar nog veel belangrijker was de introductie van de Argus II, een breinimplantaat dat mensen met een erfelijke oogziekte weer een beetje zicht geeft.

Of neem de Rewalk, een set van robotbenen die lammen weer laat lopen. Of denk aan de Australische wetenschappers die erin slaagden de Rheobatrachus, een kikkersoort die in 1983 uitstierf, opnieuw tot leven te wekken met oud DNA-materiaal. De Tasmaanse tijger is de volgende op het wensenlijstje van deze onderzoekers, die onderdeel uitmaken van het zogenoemde ‘Lazarus Project’ (Johannes 11, vers 1 tot 54).

We leven in een tijd waarin bijbelse visioenen uitkomen.

Sciencefictionverhalen trouwens ook, want de eerste zelfrijdende auto’s maken hun rondjes al. Wetenschappers van de Universiteit van Oxford berekenden vorig jaar dat maar liefst 47 procent van alle Amerikaanse banen een groot risico loopt te worden ingepikt door robots – binnen twintig jaar. En wat te denken van die andere grote revolutie? Het aantal wereldburgers dat toegang heeft tot internet steeg van 0 procent in 1990 naar bijna 40 procent nu. In België heeft vandaag volgens Europees statistiekbureau Eurostat tachtig procent van de gezinnen toegang tot het internet, in 2005 was dat nog maar 50 procent. Of nog zoiets: de prijs van 1 watt zonne-energie daalde sinds 1980 met 99 procent. Nee, dat is geen tikfout.

We leven in de beste tijd ooit. Dat klinkt absurd, ik weet het. Misschien is het zelfs grof om zoiets te schrijven als iedere paar seconden een kind sterft van de honger, Zuid-Soedan ineenstort en een van de grootste humanitaire rampen sinds de Tweede Wereldoorlog zich in Syrië voltrekt. Toch denk ik dat we moeten onthouden dat vooruitgang nooit gaat over wat vandaag gebeurt (ramp! affaire! schandaal!), maar over wat iedere dag plaatsvindt. Het is een gestaag, bijna onzichtbaar proces.

Ik denk dat de cijfers, grafieken en tabellen in een duidelijke richting wijzen. Dat onze ‘crisis’ weinig meer is dan een zuchtje in een wervelwind van vooruitgang. En dat we nu al rijker, gezonder, slimmer en vredelievender zijn dan ooit.

We worden rijker

Waar anders te beginnen dan bij de gebeurtenis die de grootste triomf van deze eeuw zal zijn: het uitroeien van extreme armoede. Leefde in 1820 nog 84 procent van de wereldbevolking van minder dan 1,25 dollar per dag, in 1990 was het al 43 procent en in 2008 nog maar 23 procent. Een Belg met een leefloon (544,91 euro) heeft nu ongeveer 6 keer zoveel te besteden als de gemiddelde Belg in 1820. Volgens de Wereldbank zal de extreme armoede rond 2030 naar zo’n 8 procent zijn gedaald. Dat betekent dat we deze ellende – de toestand waar bijna iedereen bijna altijd in verkeerde – nog voor 2040 kunnen uitroeien.

En voor wie het nog niet wist: Afrika is al lang geen hopeloos continent meer. Het herbergt zes van de tien snelst groeiende economieën. Anno 2013 heeft drie van de vier Afrikanen een mobiele telefoon – evenveel als Belgen tien jaar terug. Vandaag gebruikt 91 procent van de Belgen een mobiele telefoon of smartphone, zegt de FOD Economie. Het handelsklimaat voor ontwikkelingslanden wordt ook steeds beter. Was in 1990 nog 54 procent van de export naar ontwikkelde landen vrij van heffingen, inmiddels is dat 80 procent. En wat buitenlandse investeringen betreft – die zijn verdriedubbeld sinds 2002.

We worden gezonder

Geld is belangrijk, maar gezondheid cruciaal. En wat dat betreft gaat de vooruitgang nog sneller. In West-Europa krijgen we er iedere week een weekend bij; in Afrika is het ieder jaar een halfjaar. De levensverwachting van de laagste inkomens steeg wereldwijd van 52 jaar in 1990 naar 60 jaar nu. Dat is twee keer hoger dan de gemiddelde levensverwachting in 1900.

Ondertussen is het aantal ondervoede mensen met meer dan één derde afgenomen sinds 1990. Volgens recent Fins en Duits onderzoek is het aantal mensen dat moet leven van minder dan 2000 calorieën per dag zelfs gedaald van 51 procent in 1965 naar 3 procent in 2005. De dagelijkse calorie-inname per persoon steeg van 2600 in 1990 naar 2840 in 2012 (in Sub-Saharisch Afrika van 2180 naar 2380).

Voor het eerst in de geschiedenis sterven meer mensen aan overgewicht dan aan honger. Meer dan 2,1 miljard mensen hebben sinds 1990 toegang tot schoon drinkwater gekregen. Het aantal kinderen met een groeiachterstand is met één derde gedaald. De kindersterfte is met maar liefst 41 procent afgenomen en de moedersterfte gehalveerd. Of neem de teloorgang van ziekten. De grootste massamoordenaar uit de wereldgeschiedenis – pokken – is al uitgeroeid. Polio is bijna verdwenen; dit jaar waren er 99 procent minder slachtoffers dan in 1988. Ondertussen worden steeds meer kinderen gevaccineerd.

Laat het even tot u doordringen: vijftig jaar geleden stierf één op de vijf kinderen voor het vijfde levensjaar. Nu is dat één op de twintig.

Mazelen is een goed voorbeeld: de wereldwijde vaccinatiegraad steeg van 16 procent in 1980 naar 84 procent nu. Het aantal slachtoffers is met drie kwart afgenomen in slechts dertien jaar. Sinds 1990 is het aantal slachtoffers van tuberculose bijna gehalveerd. Sinds 2000 daalde het aantal malariadoden met een kwart. En sinds 2005 is ook het aantal aidsdoden met een kwart gekrompen. De VN denkt dat universele toegang tot aidsmedicijnen in 2015 gerealiseerd kan zijn.

Trouwens, het was maar een klein berichtje in de kantlijn vorig jaar, maar in maart werd waarschijnlijk voor het eerst een baby van hiv genezen.

Natuurlijk zijn er altijd weer andere ziekten – kanker, diabetes, noem maar op. Toch boeken we ook hier vooruitgang. Het toonaangevende tijdschrift Science noemde het inzetten van het eigen immuunsysteem tegen kanker de grootste wetenschappelijke doorbraak van 2013. Ook het klonen van menselijke cellen lukte voor het eerst dit jaar. Inmiddels komen er zelfs hele organen uit 3D-printers. Volgens sommige wetenschappers is de eerste persoon die 1000 wordt al geboren.

We worden slimmer

Onderwijs is misschien wel de grootste motor van vooruitgang. En het is onmiskenbaar: we worden steeds slimmer. Het aantal mensen dat kan lezen, is gestegen van 76 procent in 1990 naar 86 procent nu. Het aantal kinderen dat niet naar school gaat, is bijna gehalveerd sinds 2000, van 102 naar 57 miljoen (tegelijkertijd is de kinderarbeid met een derde afgenomen.) In de meeste landen gaat het gemiddelde IQ met zo’n 3 tot 5 punten per decennium omhoog. Wetenschappers spreken hier van het Flynn-effect (vernoemd naar de ontdekker). Dat verklaart wellicht waarom we zoveel beschaafder zijn geworden: het afgelopen decennium was het meest vreedzame in de hele wereldgeschiedenis. Volgens het Peace Research Institute te Oslo is het jaarlijkse aantal oorlogsslachtoffers sinds 1946 met maar liefst 90 procent afgenomen. Het West-Europese moordcijfer ligt dertig keer lager dan in de middeleeuwen – en daalt nog altijd

De criminaliteit is ook op zijn retour. Je hoort er geen politicus over, maar het aantal mensen dat zegt slachtoffer te zijn geweest van een misdaad daalt gestaag. ‘Criminaliteit is aan het uitsterven in grote delen van de rijke wereld’, schreef het gezaghebbende tijdschrift The Economist vorig jaar nog. In België meldde de federale politie afgelopen zomer dat het aantal criminele feiten voor het eerst in vijf jaar daalt (-3,5 procent in 2012), en dit in alle regio’s: Wallonië (-4,6 %), Brussel (-6,4 %) en Vlaanderen (-1,6 %).

We zijn steeds vrijer

Ondertussen is de vrijheid in opmars. Het aantal landen dat volgens de denktank Freedom House ‘vrij’ is, steeg van 40 in 1976 naar 90 vorig jaar. We leven in een tijdperk van razendsnelle emancipatie. Te beginnen met de vrouw: had in 1990 wereldwijd 35 procent van de vrouwen betaald werk, nu is dat 40 procent. Ook in België gaat het hard: in 2012 was het verschil tussen de mannen en de vrouwen met werk nog tien procentpunt (72,7 procent bij de mannen en 61,7 procent bij de vrouwen). In 1992 bedroeg dat verschil nog 25 procentpunt, berekende het Federaal Planbureau. Het aantal vrouwelijke parlementariërs steeg wereldwijd van gemiddeld 14 procent per parlement in 2000 naar 21 procent nu. In de VS worden twaalf van de vijftien snelst groeiende baancategorieën door vrouwen gedomineerd. In 1970 verdienden ze nog 2 tot 6 procent van het gezinsinkomen, nu al meer dan 40 procent. Voor een beetje feminist kan het niet hard genoeg gaan, maar in historisch perspectief gaat het sneller dan ooit. De eenentwintigste eeuw wordt de eeuw van de vrouw.

Minstens zo hoopvol is de steeds grotere homotolerantie. In 1981 wees de helft van alle Europeanen homoseksualiteit af – nu minder dan een kwart. 86 procent van de Belgen accepteert vandaag dat holebi’s vrij leven zoals ze willen, blijkt uit de European Social Survey. Tien jaar geleden was dat nog maar 79 procent. Engeland, Brazilië, Frankrijk, Uruguay en Nieuw-Zeeland voerden vorig jaar het homohuwelijk in. Maar vooral de Verenigde Staten maakt een razendsnelle ontwikkeling door. In 1981 vond 66 procent homoseksualiteit nog absoluut onaanvaardbaar; nu is dat nog maar een derde. In 2012 konden homo’s en lesbiennes in slechts zes staten trouwen. Nu zijn dat er zestien.

En natuurlijk: ook hier is de weg nog lang – heel lang. In grote delen van Sub-Saharisch Afrika en het Midden-Oosten moeten homo’s vrezen voor de doodstraf. Rusland nam onlangs nog een wet aan tegen ‘homoseksuele propaganda.’ Toch denk ik dat de richting van de geschiedenis duidelijk is. Fred Sainz, vice-president van de Amerikaanse homorechtengroep Human Rights Campaign, noemde 2013 al ’the gayest year in gay history’.

Een utopie en een dystopie

Is het allemaal te weinig? Natuurlijk.

In ieder rapport van de Verenigde Naties over de ontwikkelingen in de afgelopen twintig jaar staat dat de mondiale vooruitgang ‘impressive’, ‘remarkable’, enzovoorts is geweest. Om vervolgens te concluderen dat het ‘still not enough’ is. En wie garandeert dat het vanaf nu niet bergafwaarts gaat? Werden er honderd jaar geleden niet minstens zo vrolijke artikelen geschreven, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog?

Eén ding is zeker: we staan voor immense uitdagingen. Denk aan de krimp van de westerse middenklasse, de opkomst van de Big Brotherstaat en het steeds krachtigere broeikaseffect. In 80 procent van alle landen groeit de ongelijkheid. Dankzij de grootste held van deze tijd, Edward Snowden, weten we dat bijna iedereen bijna overal bespioneerd kan worden. Sinds 1990 zijn de CO2-emissies met 46 procent toegenomen. En de biodiversiteit neemt nu sneller af dan 65 miljoen jaar geleden, toen de dinosauriërs uitstierven.

Ik zie twee werelden voor me in 2050. Een utopie waarin de armoede is uitgeroeid, de werkweek zwaar is ingekort, Big Brother is getemd en de planeet nog altijd leefbaar is voor mens en dier. De grootste uitdaging die dan overblijft is het leven van een ‘wijs, aangenaam en goed’ leven – de beroemde econoom John Maynard Keynes schreef het al in 1930. Maar er is ook een dystopie, waarin de ongelijkheid is geëxplodeerd, 90 procent zwoegt om het de overige 10 procent naar de zin te maken en de aarde een paar fatale graden is opgewarmd.

Wat zal het worden? In steeds meer westerse landen gelooft een meerderheid dat mijn generatie, ik ben 25, het slechter zal hebben dan haar ouders. En inderdaad: menselijke vooruitgang is geen natuurwet. Er zijn altijd slachtoffers, zij die de trein van de vooruitgang niet bij kunnen houden, of eraf vallen. We leven nog altijd in een wereld van afschuwelijk geweld, mensonterende armoede, verschrikkelijke natuurrampen, oplopende werkloosheid, onversneden egoïsme, hemeltergende hypocrisie en immens machtsmisbruik.

Maar vergeet niet: pessimisme is altijd makkelijker. ‘Een optimist die zijn voorspellingen niet ziet uitkomen, lijkt naiëf’, schreef de filosoof Francis Fukuyama eens. ‘Een pessimist die ongelijk krijgt, behoudt zijn aura van behoedzame diepzinnigheid.’ En toch: wie de feiten wikt en weegt, de grafieken, staafjes en tabellen goed bestudeert, wie de doffe ellende die iedere dag tot ons komt via radio, krant en televisie in de juiste context weet te plaatsen, kan maar één conclusie trekken. De wereld wordt een steeds betere plek.

Dit is een bewerking van een artikel dat Rutger Bregman schreef voor het online journalistieke platform De Correspondent.

DOOR RUTGER BREGMAN

We kunnen de extreme armoede nog voor 2040 uitroeien.

Volgens sommige wetenschappers is de eerste persoon die duizend jaar wordt al geboren.

In de meeste landen gaat het gemiddelde IQ met zo’n 3 tot 5 punten per decennium omhoog.

We leven in een tijdperk van razendsnelle emancipatie.

Eén ding is zeker: we staan voor enorme uitdagingen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content