Als de aandacht van de populaire media voor de troonswisseling een graadmeter is, dan hoeft de monarchie nog niet meteen uit te kijken naar een ballingsoord. Het had er zondag alle schijn van dat veel Belgen Filip toch het voordeel van de twijfel gunnen. De zon en het feest werden gesmaakt, en we leven per slot van rekening ook niet meer in een tijd waarin een koning voor echt grote ongelukken kan zorgen.

Tegelijk krijgt Filip met de door de wol geverfde Frans van Daele een kabinetschef naast zich van wie hij het beste advies kan krijgen dat in dit land beschikbaar is. Aan de aanstelling van de vorig jaar gepensioneerde diplomaat werd al gewerkt, sinds het moment dat Albert vorig jaar discreet te kennen gaf dat het voor hem genoeg was geweest. Even leek de deal nog mis te lopen, toen de PS vond dat de aanstelling van de christendemocraat Van Daele mee moest in het pakket van topbenoemingen die de regering voorbereidde. Maar het pak van kabinetschef past Frans van Daele als gegoten. Filip wil hem, hij kent de Belgische en de Europese politiek als zijn broekzak – en de Belgische en Europese politiek kent en respecteert hem. Het is ook geen nadeel dat er een Vlaming aantreedt in het paleis.

Het is in die zin geen toeval dat er tijdens de opeenvolging van plechtige momenten vorige zondag zo nadrukkelijk op werd gewezen dat eenheid in verscheidenheid het land over de drempel van de toekomst kan helpen. Van Daele voelde zich tijdens zijn lange diplomatieke carrière vooral thuis op multilaterale posten, zoals de Europese Unie of de NAVO. Als kabinetschef van voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy bestond zijn werk er de afgelopen jaren in om de 27 lidstaten van de Unie samen over de streep te krijgen. Nu moet hij de landsdelen van één lidstaat bij elkaar houden, en ze tegelijk hun rol laten spelen.

Toch lijkt ook dit hof niet geneigd om veel te veranderen aan de koninklijke functie, zoals ze in de grondwet is omschreven. De idee blijft dat de grondwettelijke bevoegdheden van de koning sowieso door de tijd zijn uitgehold. Dat de koning opperbevelhebber is van het leger betekent vandaag, bijvoorbeeld, niet meer hetzelfde als in de tijd van Albert I, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Precies daarom was het een geschikt moment om de rol die een koning in een moderne samenleving kan spelen tegen het licht te houden – als er dan toch voor die staatsvorm wordt gekozen. Dat niet doen, betekent dat tot in de grondwet altijd weer opvalt dat de monarchie een relict is van de geschiedenis, en dat ze daar dan misschien ook thuishoort.

Dat die stap nu niet wordt gezet, is mede de schuld van een goed deel van de politieke wereld. Die draagt de koning niet zeer moedig als een soort schild voor zich uit. Ze schuift zo ook veel verantwoordelijkheid in de schoenen van die nieuwe kabinetschef, die Filip ongeschonden door de volgende jaren moet loodsen. Als de emotie wegebt en de kus op het balkon van de voorpagina’s is verdwenen, zal elk woord dat hij spreekt en elke stap die hij zet opnieuw genadeloos van commentaar worden voorzien.

Albert en Filip hadden zondag lof voor Elio Di Rupo, zijn regering en haar staatshervorming. Toch stelt dat werk nog weinig voor, als na de verkiezingen volgend jaar blijkt dat er weer anderhalf jaar nodig is om een federale coalitie bijeen te krijgen. De koning, zijn hofhouding en de hele Wetstraat doen er goed aan om niet te vergeten dat veertig procent van de Vlaamse publieke opinie niet op de eedaflegging vertegenwoordigd was. Die stille minderheid zweeg zondag. Het was niet haar moment. Maar ze is er wel.

Hubert van Humbeeck is senior writer van Knack

De koning doet er goed aan om niet te vergeten dat veertig procent van de Vlaamse publieke opinie niet op de eedaflegging vertegenwoordigd was.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content