Wat is conservatisme precies? En bij welke partijen zitten de conservatieven?

INFO : Andreas Kinneging, ‘Geografie van goed en kwaad’, Het Spectrum, Utrecht, 533 blz.

Links, rechts, conservatief, progressief – het begint een mens weleens te duizelen. Om een beetje zinvol greep te krijgen op die terminologie, moeten we terug naar 1789, legt Kinneging uit. ‘Na de Franse Revolutie bleven alleen het individu en de staat over. De hele laag daartussen – de corps intermédiaires, het middenveld – was weggeslagen. Dat eindigde in de heerschappij van de sterke man, Napoleon. Met alle ellende die daaraan voorafging.’

Daarna kwam de restauratie, doceert Kinneging: ‘Sommigen wilden terug naar het ancien régime, anderen wilden het revolutionaire erfgoed verder uitbouwen. Daar is een mooi compromis uitgerold, een soort synthese waarbij het individu toch weer werd opgenomen in de gemeenschap, maar mét de voordelen van het moderne individualistische denken. Men begreep bijvoorbeeld dat het zonder de markt niet kon, maar dat de markt getemperd moest worden. Er was ook een sociaal bewustzijn, het besef dat een werknemer geen object is dat je zomaar terzijde kunt schuiven. Om maar een paar voorbeelden te noemen.’

Maar die synthese is altijd omstreden gebleven. Kinneging: ‘De mensen van links wilden toch terug naar de Revolutie, naar 1789. De mensen van rechts wilden de erfenis van de Revolutie ongedaan maken. Die tegenstelling beheerst tot vandaag het politieke debat. Rechts, dat waren oorspronkelijk vooral de christelijke partijen. Links de liberalen én de socialisten. Met de Russische Revolutie schoven de liberalen wat naar rechts in de beeldvorming, maar sinds de val van de Muur weten we weer dat liberalen en socialisten in feite allebei links zijn. Dat wil zeggen: ze beschouwen het individu als de basis van de maatschappij. Noem dat links-liberaal, of progressief – in de VS zijn dat de liberals. Conservatieven zien het gezin, de groep, de buurt, het middenveld als de bouwstenen van een samenleving.’

Ze zitten niet in één partij. Kinneging bespeurt ze in Nederland zowat overal. ‘Bij GroenLinks, uiteraard, want milieubehoud is een conservatief thema – de eerste milieubeschermers waren trouwens de grootgrondbezitters. De conservatieve positie is ook die van noblesse oblige: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Hoe hoger je positie, hoe groter je verantwoordelijkheid. Het is dus ‘de derde positie’, maar ze lijkt in sommige opzichten meer op het socialisme dan op het liberalisme. Dat is geen verrassing: denk aan de sociale leer van het christendom, aan het begrip van de naastenliefde. Ik zie politici die deze visie delen bij de christen-democraten, bij ouderwetse liberalen, maar evengoed bij de socialistische partij, als zij zich verzet tegen het doorgeschoten individualisme en opkomt voor de zorgplicht.’

Andreas Kinneging werd in 1962 geboren uit rooms-katholieke ouders, groeide op in de seventies, en bekeerde zich na een studie van de klassiekers tot het conservatisme. Hij is hoogleraar rechtsfilosofie aan de universiteit van Leiden en sinds kort voorzitter van de Edmund Burke Stichting. ‘Geografie van goed en kwaad’ is een bundeling van zijn filosofische essays.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content