Hubert van Humbeeck

Eén zwaluw maakt de lente niet. Maar er zijn tekenen die erop wijzen dat de aandacht voor het maatschappelijke debat groeit. Het is nog pril en breekbaar, maar het krijgt ruimte en het wordt soms concreet.

Het lukt bijlange niet altijd – de dioxinecommissie in de Kamer was een miskleun van formaat – maar neem bijvoorbeeld de scheve schaats die Verkeersminister Isabelle Durant reed in de kwestie van de nachtvluchten over Vlaams-Brabant. Na enkele weken van rondkijken en palaveren, werd haar algehele verbod omgebogen tot een alles bij elkaar evenwichtig project over de toekomst van de nationale luchthaven in het eerste decennium van de volgende eeuw. De groenen kregen een forum voor hun stelling dat economie en ecologie zich anders tot elkaar moeten verhouden en de belofte van geld voor het openbaar vervoer. Socialisten en liberalen verdedigden de sociale en bedrijfseconomische aspecten van de expansie van Zaventem. Dat de conjunctuur een beetje moet meezitten om het prijskaartje te betalen dat aan zo’n akkoord hangt, is daarbij maar een – zij het belangrijke – opmerking in de marge. Het gaat hier nu ook even over de toon en de manier waarop.

Dat klimaat van bereidheid om te luisteren, blijkt bij uitstek in het debat dat wordt gevoerd over euthanasie. Ethische vraagstukken liggen van oudsher gevoelig in het traditioneel katholieke België. Wie niet goed oplet, kan denken dat er dezer dagen over euthanasie een strijd woedt die herinneringen oproept aan de donkere dagen van de discussie over abortus. Dat er de voorbije weken enkele dokters werden aangepakt, heeft er ook mee te maken dat bepaalde situaties – als gevolg van het debat – al dan niet terecht als vormen van euthanasie zijn herkend. Het bestaan van een eenvormige procedure had problemen kunnen voorkomen.

Zoals overal elders is ook het samenleven in de ziekenhuizen veranderd. Wat vroeger ook wel gebeurde maar altijd binnenskamers bleef, komt nu gemakkelijker naar buiten. Het personeel en de patiënten zijn mondiger geworden, ze laten zich niet meer als doetjes opzijzetten. Ze vragen verantwoording over wat er met hen en rondom hen gebeurt. Het gordijn dat rond de grens van leven en dood wordt opgetrokken, blijft niet meer altijd dicht.

De discussie is niet eenvoudig, want het gaat om een dilemma waarmee in ziekenhuizen en andere instellingen dagelijks wordt geworsteld. Dat bleek onlangs nog uit een onderzoek dat daarover is gevoerd. Toch willen veel dokters nog altijd liever alles laten zoals het is. Ze zijn bang voor bureaucratische bemoeienis met wat ze doen, en ze vrezen de onzekerheid. De vraag daarbij is of de huidige onzekerheid niet nog groter is.

Op het politieke vlak is de dialoog ondertussen hervat. Een voorstel dat uit de paars-groene meerderheid naar voren kwam, is – ook binnen die kring – ter discussie gesteld. Er worden in de Senaat hoorzittingen gepland, tijdens dewelke er vooral naar de praktijk zal worden geluisterd. Spoed lijkt op dit moment uit den boze: laat iedereen vooral zijn zeg doen en aan het woord komen.

Zo’n stem uit de medische praxis, die zich laat horen, is die van Wim Distelmans, professor aan de Vrije Universiteit Brussel en daar verantwoordelijk voor de palliatieve zorg. Distelmans is er voorstander van om euthanasie uit de strafwet te halen. Maar hij vraagt dat de patiënt goed op de hoogte zou zijn van het alternatief dat palliatieve zorg kan bieden – en van de grenzen van dat soort zorgverstrekking. Veel heeft te maken met informatie over de verwachte ontwikkeling van een kwaal, de levenskansen, de pijn, de kwaliteit van het leven dat nog rest.

Wim Distelmans pleit voor een goede en weloverwogen wet. Dat lijkt normaal, maar het is zoals bekend in België niet altijd evident. Hij wil een wet die klaarheid schept en zorgvuldigheid in de hand werkt. Laten we zeggen: een wet die de mensen voor vol aanziet.

In afwachting daarvan doen de waardigheid en de openheid waarmee er nu wordt gepraat alvast deugd. Zo worden, bij manier van spreken, langzaam de muren van het kasteel van Hertoginnedal gesloopt. Dat is een verdienste van de paars-groene meerderheid, maar ook van de CVP-oppositie die georganiseerd is geraakt en zich niet meer laat verdringen. Maar ook, als het even mag, van de veelgeplaagde media die zeker over euthanasie op een rustige manier klanken uit de samenleving laten horen, waar de Wetstraat niet aan voorbij kan. Zo moet de premier alvast dit keer niet naar Nederland om zich een mening te vormen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content